In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 januari 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2007. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 8 februari 2022, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft verzocht om een verdere verlenging van zes maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van zorgen over de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van de minderjarige, die zich in een loyaliteitsconflict tussen de ouders bevindt.
Tijdens de zitting, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn zowel de moeder als de vader van de minderjarige gehoord. De moeder heeft ingestemd met het verzoek tot verlenging, terwijl de vader zijn zorgen heeft geuit over het gewicht en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds ernstige zorgen zijn over de situatie van de minderjarige, die onder behandeling staat voor zijn ondergewicht en die zich in een loyaliteitsconflict bevindt. De ouders zijn niet in staat om op constructieve wijze met elkaar te communiceren, wat de situatie van [voornaam minderjarige] verder bemoeilijkt.
De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om opnieuw mediation te overwegen, ondanks eerdere pogingen die niet succesvol waren. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen tot 8 augustus 2022, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.