ECLI:NL:RBROT:2022:2350

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 januari 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
C/10/630429 / JE RK 21-3288
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing en benoeming bijzondere curator voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 januari 2022 een beschikking gegeven inzake de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige, geboren in 2006, onder toezicht is gesteld en dat er een eerdere machtiging tot uithuisplaatsing was verleend tot 2 februari 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om verlenging van deze machtiging tot uithuisplaatsing tot 2 augustus 2022, in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige. Tijdens de zitting is de minderjarige apart gehoord, evenals de ouders, die bijgestaan werden door hun advocaat, mr. F.C. Hoogeveen. De ouders hebben verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI, stellende dat zij een veilige opvoedsituatie kunnen bieden en dat de GI onjuistheden in het verzoekschrift heeft opgenomen.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is vanwege de verstoorde relatie tussen de minderjarige en haar ouders, die voortvloeit uit de geaardheid van de minderjarige. De kinderrechter heeft ook een bijzondere curator benoemd, mr. W.R. Arema, om de belangen van de minderjarige te behartigen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 2 juni 2022 en de ouders de mogelijkheid gegeven om hun standpunt verder te onderbouwen in een volgende zitting. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belang van de minderjarige voorop staat en dat er een balans moet worden gevonden tussen haar wensen en die van de ouders.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/630429 / JE RK 21-3288
datum uitspraak: 28 januari 2022
beschikking verlenging machtiging tot uithuisplaatsing en benoeming bijzondere curator
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum minderjarige] 2006 te [geboorteplaats minderjarige] , hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[voornaam moeder] en [voornaam vader] [achternaam ouders] ,

hierna te noemen de ouders, wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 15 december 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 28 januari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn,
- de minderjarige [voornaam minderjarige] , die op 26 januari 2022 apart telefonisch is gehoord,
- de ouders, bijgestaan door mr. F.C. Hoogeveen,
-
een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de broer van [voornaam minderjarige] , [naam broer] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige] verblijft in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder.
Bij beschikking van 2 augustus 2021 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 2 augustus 2022. De kinderrechter heeft bij die beschikking ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 2 februari 2022.

Het verzoek en het standpunt van de GI

De GI heeft verzocht de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling (te weten tot 2 augustus 2022).
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige] heeft het heel lastig. Zij weet niet goed wat zij wil, waar zij wil wonen en hoe zij het contact met haar familie moet vormgeven. [voornaam minderjarige] gaat weer fysiek naar school en dat gaat heel goed. Op dit moment is een thuisplaatsing nog niet aan de orde. In de afgelopen periode is ingezet op contactherstel met de ouders. Sinds kort is ook de verblijfplaats van [voornaam minderjarige] bekend bij de ouders om [voornaam minderjarige] op systemisch gebied wat meer te triggeren. [voornaam minderjarige] vindt het heel lastig om in gesprek te gaan over het contact met haar familie. Begin januari heeft [voornaam minderjarige] haar vader gezien op het kantoor van de GI. Dit bezoekmoment is goed verlopen. Wel is het opvallend dat er gemengde signalen zichtbaar zijn bij [voornaam minderjarige] . Aan de ene kant knuffelt zij de vader en gaat zij in gesprek met hem. Aan de andere kant stort zij in na het gesprek en geeft zij aan dat zij bang is voor de vader. Omdat deze signalen zo gemend zijn heeft de GI met de hulpverlening afgesproken een persoonlijkheidsonderzoek bij [voornaam minderjarige] af te nemen. Daarnaast wordt een systemisch onderzoek uitgevoerd om meer zicht te krijgen op waar het precieze probleem ligt. Er is namelijk sprake van een verschil tussen hoe [voornaam minderjarige] haar jeugd heeft ervaren en hoe ouders dit hebben ervaren. [voornaam minderjarige] stelt dat zij streng gelovig is opgevoegd en toen zij uit de kast kwam haar ouders hier totaal niet achter stonden. De situatie was op dat moment zo zorgelijk dat zij uit huis is geplaatst. [voornaam minderjarige] stond hier in eerste instantie niet voor open, maar zij begrijpt dat die stap nodig is om zich verder te kunnen ontwikkelen en het gesprek met de ouders aan te gaan. Het is positief dat er een groei zichtbaar is bij [voornaam minderjarige] . Een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing is noodzakelijk om de nodige onderzoeken af te kunnen ronden. De GI adviseert tevens een bijzondere curator te benoemen voor [voornaam minderjarige] .

Het standpunt van belanghebbenden

Door en namens de ouders is ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. Ouders stellen zich namelijk op het standpunt dat zij [voornaam minderjarige] wel een veilige opvoedsituatie kunnen bieden. Door de hulpverlening wordt de situatie geschetst dat de ouders de geaardheid van [voornaam minderjarige] niet zouden accepteren. Ouders betwisten dit en benadrukken dat zij [voornaam minderjarige] accepteren zoals zij is. Volgens de ouders zijn er onjuistheden opgenomen in het verzoekschrift met betrekking tot het afpakken van de telefoon van [voornaam minderjarige] . Het verbaast de ouders verder dat door de GI wordt gesteld dat de epileptische aanvallen van [voornaam minderjarige] werden veroorzaakt door stress. Zowel het EMC als het LUMC kunnen namelijk geen oorzaak vinden voor haar aanvallen. De ouders benadrukken dat zij een heel open gezin hebben en dat er geen aanleiding bestaat voor een ondertoezichtstelling. De ouders zijn bereid alle hulpverlening te accepteren. Aanstaande dinsdag hebben de ouders een afspraak met iemand vanuit het Wijkteam om te kijken hoe ouders kunnen worden ondersteund in de thuissituatie. Namens de ouders wordt verzocht het verzoek van de GI af te wijzen. Indien de kinderrechter toch van oordeel is dat een verlening van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is, verzoeken de ouders de maatregel voor kortere duur uit te spreken dan is verzocht. Ondanks de vele toezeggingen verloopt het contactherstel heel moeizaam. De ouders vinden dat er teveel naar [voornaam minderjarige] wordt geluisterd en te weinig naar het belang van de ouders. De ouders willen benadrukken dat het contactherstel een belangrijk punt van de ondertoezichtstelling is en dat het ook van belang is dat het contact met de andere gezinsleden wordt uitgebreid. Een kortere verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing is een goede stok achter de deur om te werken aan contactherstel en daarna te bezien of een thuisplaatsing mogelijk is. De ouders staan achter de benoeming van een bijzondere curator voor [voornaam minderjarige] , zodat haar belangen kunnen worden behartigd.

De beoordeling

Uithuisplaatsing
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter overweegt daartoe als volgt. De verhouding tussen [voornaam minderjarige] en haar familie is vanwege haar geaardheid ernstig verstoord geraakt. Hierdoor kon haar veiligheid in de thuissituatie niet langer worden gewaarborgd. Als gevolg daarvan is [voornaam minderjarige] op een veilige en neutrale plek geplaatst. Het is in het belang van [voornaam minderjarige] noodzakelijk om de uithuisplaatsing te continueren zodat verder onderzocht kan worden hoe het contact met de ouders kan worden vormgegeven. [voornaam minderjarige] is wisselend gebleken in haar wens tot contactherstel met de ouders. De ouders stellen dat zij [voornaam minderjarige] en met name haar geaardheid accepteren zoals zij is, maar [voornaam minderjarige] voelt zich hierin niet geaccepteerd. De kinderrechter benadrukt dat [voornaam minderjarige] is wie zij is. Zij kan en hoeft hierin niet te veranderen.
De kinderrechter deelt de mening van de ouders niet dat de jeugdbescherming teveel naar het belang van [voornaam minderjarige] kijkt. Weliswaar is het belang van [voornaam minderjarige] leidend, maar zij wordt ook uitgedaagd om het contact met ouders aan te gaan. Ook is de verblijfplek van [voornaam minderjarige] bij de ouders bekend gemaakt. Ouders vinden dat het contactherstel te langzaam gaat, maar [voornaam minderjarige] vindt juist weer dat haar grenzen niet worden gerespecteerd. Het is aan de jeugdbescherming om te balanceren tussen deze belangen.
De kinderrechter zal hieronder de duur van uithuisplaatsing bespreken.
Benoeming bijzondere curator
Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank, wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel diens vermogen, de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen, dan wel de voogd, in strijd zijn met die van de minderjarige, een bijzondere curator benoemen om de minderjarige ter zake zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, daarbij in het bijzonder de aard van deze belangenstrijd in aanmerking genomen.
De kinderrechter is van oordeel dat sprake is van een dergelijke situatie. Gebleken is dat [voornaam minderjarige] en de ouders op een verschillende wijze naar het verleden, maar ook naar de huidige situatie kijken. In gesprek met [voornaam minderjarige] heeft de kinderrechter het idee dat zij zich verloren voelt. Zij geeft aan dat niemand naar haar luistert en haar grenzen niet gerespecteerd worden, maar weet ook niet goed wat er dan wel moet gebeuren. De ouders vinden dat [voornaam minderjarige] terug naar huis kan, maar [voornaam minderjarige] denkt aan een pleeggezin of aan kamers op het moment dat zij gaat studeren. Daarom is [voornaam minderjarige] gebaat bij een onafhankelijk persoon, die luistert naar haar stem en onderzoekt wat in haar belang kan worden geacht. De kinderrechter benoemt daarom een bijzondere curator met als opdracht [voornaam minderjarige] in en buiten rechte te vertegenwoordigen en al het nodige te doen wat in haar belang kan worden geacht. Met name dient te worden onderzocht of contact tussen [voornaam minderjarige] en de ouders mogelijk is en op welke manier dit al dan niet moet worden vormgegeven. Daarnaast is het van belang dat duidelijk wordt waar [voornaam minderjarige] op termijn gaat wonen. Wat is met andere woorden haar perspectief?
Mr. W.R. Arema heeft zich bereid verklaard de benoeming tot bijzondere curator van [voornaam minderjarige] te aanvaarden. De rechtbank benoemt daarom mr. W.R. Arema als bijzondere curator van [voornaam minderjarige] , met als opdracht om [voornaam minderjarige] in en buiten rechte te vertegenwoordigen en al het nodige te doen wat in deze in het belang van [voornaam minderjarige] is. De kinderrechter bepaalt dat de benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] , te weten tot 2 augustus 2022.
De kinderrechter zal het verzoek tot uithuisplaatsing toewijzen voor de duur van vier maanden en het overige deel van het verzoek aanhouden. Op deze manier kan de bijzondere curator tussentijds verslag uitbrengen over het de situatie. Dit zorgt er hopelijk voor dat [voornaam minderjarige] zich minder verloren gaat voelen en er voor [voornaam minderjarige] en de ouders duidelijkheid gaat ontstaan over de toekomst.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk twee weken voor de hierna te noemen datum een rapportage te doen toekomen omtrent de dan huidige stand van zaken en daarbij te vermelden of het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 2 juni 2022;
benoemt tot bijzondere curator teneinde [voornaam minderjarige] te vertegenwoordigen: mr. W.R. Arema, kantoorhoudende aan de Schiedamsedijk 69a, 3011 EK Rotterdam;
bepaalt dat deze benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de onderhavige procedure;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overig verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden en hun advocaat mr. F.C. Hoogeveen en de bijzondere curator in deze zaak zal plaatsvinden op
19 mei 2022 te 9:00 uurin het gerechtsgebouw
te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/25;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. T. van den Akker, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden en hun advocaat mr. F.C. Hoogeveen en de bijzondere curator;
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige] voor een kindgesprek tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de GI uiterlijk een week voor de genoemde zittingsdatum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen, met afschrift aan de belanghebbenden en hun advocaat en de bijzondere curator.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2022 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V. Beenakker als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 15 februari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.