Op 18 februari 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder van [naam kind] aanwezig was, evenals een vertegenwoordiger van de GI en de bijzondere curator. De moeder, die het niet eens is met het verzoek, heeft aangegeven moe te zijn van de situatie en geen contact meer te willen met de GI. De bijzondere curator steunt echter het verzoek van de GI, gezien de zorgelijke situatie van [naam kind].
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder sinds oktober 2021 haar woning is kwijtgeraakt en met [naam kind] in een opvang van het Leger des Heils verblijft. Ondanks de hulp van de GI is de moeder onbereikbaar voor de jeugdbeschermer en vertoont [naam kind] zorgelijk gedrag, zoals schoolverzuim en opstandigheid. De kinderrechter oordeelt dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is, gezien de belangen van [naam kind]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 5 maart 2023 en de bijzondere curator herbenoemd voor dezelfde periode. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.