ECLI:NL:RBROT:2022:2042
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen beslissing op bezwaar inzake schuldenoverzicht en de ontvankelijkheid daarvan
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 23 maart 2022 uitspraak gedaan op het verzet van de opposante tegen een eerdere uitspraak van 27 augustus 2021, waarin haar beroep tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam ongegrond werd verklaard. De opposante had bezwaar gemaakt tegen een schuldenoverzicht dat volgens de rechtbank geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelde dat het schuldenoverzicht enkel informatieve waarde heeft en dat er geen rechtsgevolgen aan verbonden zijn die onder de Awb vallen. De opposante voerde aan dat het schuldenoverzicht wel degelijk negatieve financiële gevolgen heeft, maar de rechtbank stelde vast dat er geen sprake was van een besluit waartegen bezwaar kon worden gemaakt. De verzetrechter bevestigde de eerdere uitspraak en verklaarde het verzet ongegrond, waarbij hij benadrukte dat voor schadeveroorzakende handelingen een civiele procedure aanhangig moet worden gemaakt. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat de uitspraak van 27 augustus 2021 in stand blijft. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.