In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 februari 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 9 juni 2021 en zou aflopen op de geboortedatum van [naam kind] in 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 12 januari 2022 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen. Dit verzoek is behandeld tijdens een zitting met gesloten deuren, waarbij de moeder van [naam kind] en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van [naam kind] sinds de ondertoezichtstelling goed heeft meegewerkt met de hulpverlening en dat er positieve ontwikkelingen zijn. De moeder heeft EMDR-therapie afgerond en er is geen sprake meer van schoolverzuim. De GI heeft geadviseerd om de hechting tussen [naam kind] en de moeder verder te versterken. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen over de ontwikkeling van [naam kind] nog steeds aanwezig zijn, maar dat de betrokkenheid van de GI noodzakelijk blijft om de positieve lijn in de ontwikkeling van [naam kind] vast te houden.
De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen tot 9 september 2022. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.