ECLI:NL:RBROT:2022:1944

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 februari 2022
Publicatiedatum
16 maart 2022
Zaaknummer
9628201 / VV EXPL 22-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging arbeidsovereenkomst en Ziektewetuitkering in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, IQ Select B.V. De werknemer had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en was sinds 15 maart 2021 als uitzendkracht werkzaam. Na een bedrijfsongeval op 12 april 2021 raakte hij volledig arbeidsongeschikt en ontving hij een Ziektewetuitkering. De werknemer vorderde in kort geding betaling van zijn loon vanaf 16 september 2021, omdat IQ Select volgens hem zonder deugdelijke grondslag was gestopt met het betalen van zijn loon. IQ Select verweerde zich door te stellen dat de arbeidsovereenkomst op 13 september 2021 van rechtswege was geëindigd en dat de werknemer zich met zijn bezwaren tegen de hoogte van de Ziektewetuitkering tot het UWV moest wenden.

De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst inderdaad op 13 september 2021 was geëindigd en dat de werknemer vanaf dat moment recht had op een Ziektewetuitkering. De kantonrechter concludeerde dat er geen recht meer was op doorbetaling van het loon, omdat de arbeidsovereenkomst niet meer bestond. De vordering van de werknemer werd afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis benadrukt de scheiding tussen de verantwoordelijkheden van de werkgever en het UWV met betrekking tot Ziektewetuitkeringen en de beëindiging van arbeidsovereenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9628201 / VV EXPL 22-15
uitspraak: 18 februari 2022
vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser],
eiser,
gemachtigde: mr. D.J. Prins, te Leiden,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IQ Select B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
gedaagde,
gemachtigde: mr. S.C. Boswinkel-van Duijn, te Rotterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘[eiser]’ respectievelijk ‘IQ Select’.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende processtukken:
  • de dagvaarding, met producties;
  • de bij brief van 21 januari 2022 ingediende aanvullende producties van [eiser];
  • de bij brief van 24 januari 2022 ingediende producties van IQ Select.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 26 januari 2022. Daarbij is [eiser] in persoon verschenen, vergezeld van [naam 1] (letselschadeadvocaat) en [naam 2] (echtgenote), bijgestaan door mr. D.J. Prins als gemachtigde.
Namens IQ Select is de gemachtigde mr. S.C. Boswinkel-van Duijn verschenen.
1.3.
De gemachtigden van partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en hebben daarbij gebruik gemaakt van pleitaantekeningen. Deze pleitaantekeningen zijn aan het procesdossier toegevoegd. Van hetgeen verder ter zitting is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.4.
Teneinde partijen in de gelegenheid te stellen de mogelijkheid van een eventuele minnelijke regeling te bespreken, is de procedure aangehouden tot 9 februari 2022. Bij brief van 7 februari 2022 heeft (de gemachtigde van) IQ Select te kennen gegeven dat partijen geen regeling hebben getroffen en heeft zij de kantonrechter verzocht om uitspraak te doen.
1.5.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1.
[eiser] is sinds 15 maart 2021 als uitzendkracht op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van zes maanden in dienst bij IQ Select in de functie van Chauffeur aanvoer/DC. Middels een opdrachtbevestiging werkt [eiser] vanaf indiensttreding via IQ Select voor [naam bedrijf] (hierna: [naam bedrijf]).
2.2.
In de opdrachtbevestiging van 12 maart 2021 is een uurloon van € 15,56 overeengekomen. In de gewijzigde opdrachtbevestiging van 7 juni 2021, die is ingegaan op 1 juni 2021, is een uurloon van € 15,80 bruto vermeld. In zowel de eerste als in de tweede opdrachtbevestiging is 13 september 2021 als einddatum vermeld.
2.3.
Op de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst en de opdrachtbevestigingen is de Cao voor uitzendkrachten (hierna: ABU cao) van toepassing.
2.4.
Op 12 april 2021 is [eiser] betrokken geraakt bij een bedrijfsongeval, als gevolg waarvan [eiser] volledig arbeidsongeschikt is geraakt voor zijn eigen functie. Bij het afleveren van goederen bij een PLUS Supermarkt in Tilburg is de laatste rolcontainer die gelost moest worden plotseling op de laadklep van de vrachtauto gaan schuiven, waardoor de container naar beneden is gevallen op [eiser]. Daarbij heeft [eiser] letsel opgelopen. [naam bedrijf] heeft de aansprakelijkheid van het bedrijfsongeval erkend.
2.5.
IQ Select is Eigen Risicodrager Ziektewet. IQ Select heeft het UWV verzocht een beoordeling met betrekking tot de hoogte van de Ziektewetuitkering van [eiser] te doen. Bij brief van 5 oktober 2021 heeft het UWV het volgende bericht:
“(…)De Ziektewet-uitkering is gebaseerd op het dagloon. Voor de uit te betalen uitkering geldt een maximumdagloon van € 223,40.
Het dagloon is gebaseerd op het loon dat gemiddeld werd verdiend in de periode van 15 maart 2021 tot en met 11 april 2021 voorafgaand aan de ziekte. Per eerste ziektedag bedraagt het dagloon € 112,12. Het dagloon per eerste uitkeringsdag is € 113,21. De bruto-uitkering per dag is 70% van dit dagloon en bedraagt € 79,25. In deze uitkering is ook het vakantiegeld opgenomen.”
2.6.
Van 3 oktober t/m 21 november 2021 is [eiser] op vakantie naar Suriname gegaan.
2.7.
Bij brief van 3 januari 2022 heeft het UWV aan [eiser] – voor zover van belang – het volgende medegedeeld:
“Per 12 april 2021 heeft u zich ziekgemeld bij uw (ex-)werkgever IQ Select B.V.
Beslissing en motivering
Als u ziek bent en daardoor niet kunt werken, komt u in bepaalde situaties in aanmerking voor een Ziektewetuitkering. Voor de Ziektewet geldt dat u zich aan een aantal regels moet houden. Eén daarvan is dat u uw (ex-)werkgever uiterlijk 2 weken van tevoren laat weten wanneer u op een ander adres in het buitenland gaat verblijven. U heeft deze wijziging echter niet of te laat aan uw (ex-)werkgever doorgegeven.
U heeft de gelegenheid gekregen uit te leggen waarom u zich niet aan de regels heeft gehouden. U heeft niet gereageerd.
Daarom verlaagt uw (ex-)werkgever uw Ziektewet-uitkering van 3 oktober 2021 tot en met 2 november 2021 met 5%.
(…)”

3..De vordering

3.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad, IQ Select te veroordelen aan hem te betalen het overeengekomen salaris o.b.v. 42,8 uur per week ad € 608,61 bruto per week excl. 8% vakantietoeslag vanaf 16 september 2021 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW en de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW vanaf de datum van opeisbaarheid tot de dag van algehele voldoening, onder verstrekking van gecorrigeerde loonstroken, met veroordeling van IQ Select in de proceskosten alsmede de nakosten.
3.2.
Aan de vordering heeft [eiser] – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
IQ Select is zonder deugdelijke grondslag gestopt met het betalen van het loon vanaf 16 september 2021. Doordat [eiser] volledig arbeidsongeschikt is, was hij niet in staat om zijn werkzaamheden te verrichten en is overigens geen sprake van re-integratie. De vakantie naar Suriname van 3 oktober 2021 t/m 11 november 2021 had [eiser] al bij het intakegesprek in maart 2021 bij IQ Select doorgegeven. Daarnaast heeft de bedrijfsarts te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen de vakantie van [eiser].
Bovendien is de hoogte van het loon sinds 16 september 2021 niet correct. Vanaf die datum ontvangt [eiser] een te laag salaris. IQ Select gaat namelijk uit van slechts 37 uur per week, terwijl [eiser] recht heeft op uitbetaling van het loon op basis van 42,8 uur per week. Op grond van de ABU-cao heeft [eiser] namelijk ook tijdens vakantie en bij arbeidsongeschiktheid recht op overwerktoeslagen.
[eiser] heeft een spoedeisend belang bij zijn vorderingen, omdat hij helemaal geen loon meer heeft ontvangen.

4..Het verweer

4.1.
Het verweer van IQ Select strekt tot niet-ontvankelijk verklaring, althans tot afwijzing van de vordering.
4.2.
Daartoe heeft IQ Select – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende aangevoerd.
De arbeidsovereenkomst is vanaf 13 september 2021 van rechtswege geëindigd. Vanaf dat moment ontvangt [eiser] een Ziektewetuitkering, waardoor hij vanaf dat moment geen recht meer heeft op loon. De hoogte van de Ziektewetuitkering is op grond van artikel 63a lid 4 Ziektewet (hierna: ZW) door het UWV bepaald. [eiser] dient zich met zijn bezwaren tegen de hoogte van het dagloon te wenden tot het UWV. De kantonrechter is niet bevoegd hierover een oordeel te geven.

5..De beoordeling

5.1.
Voldoende is gebleken dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de door hem gevorderde voorziening. Daarbij heeft te gelden dat een loonvordering naar haar aard een spoedeisend karakter draagt, zodat hij in zoverre ontvankelijk is in zijn vordering.
5.2.
In dit kort geding dient, mede op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht, te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiser] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
5.3.
[eiser] vordert betaling van het loon vanaf 16 september 2021. Vast staat echter dat de arbeidsovereenkomst op 13 september 2021 van rechtswege is geëindigd en dat [eiser] vanaf dat moment een Ziektewetuitkering ontvangt. Als eigenrisicodrager rust weliswaar op IQ Select de verplichting tot betaling van de Ziektewetuitkering namens het UWV, maar van doorbetaling van het loon in de zin van artikel 7:629 BW is door het eindigen van de arbeidsovereenkomst geen sprake meer. Dat in enkele loonstroken bij de betaling van de Ziektewetuitkering ‘loon’ wordt vermeld, maakt dat niet anders. Nu er geen sprake meer is van een arbeidsovereenkomst vanaf 13 september 2021, acht de kantonrechter het voorshands aannemelijk dat in een bodemprocedure de vordering van [eiser] om IQ Select te veroordelen tot betaling van het loon vanaf 16 september 2021 (en de daaraan verbonden overige vorderingen) wordt afgewezen.
5.4.
Wellicht ten overvloede overweegt de kantonrechter dat [eiser] zich met zijn bezwaren tegen de hoogte van de Ziektewetuitkering en de verlaging daarvan van 5% vanwege zijn vakantie dient te wenden tot het UWV. Immers is slechts het UWV bevoegd tot het nemen van besluiten terzake de Ziektewetuitkering van [eiser]. Niet IQ Select maar het UWV heeft een besluit genomen over de hoogte van de Ziektewetuitkering en de opgelegde maatregel (zie hiervoor 2.7). Tegen dergelijke besluiten bestaat de mogelijkheid om binnen 6 weken in bezwaar te gaan bij het UWV en vervolgens, zo nodig, beroep in te stellen bij – uitsluitend – de bestuursrechter. De kantonrechter is niet bevoegd daarover te oordelen.
5.5.
Terzake de proceskosten overweegt de kantonrechter als volgt. Ter zitting is gebleken dat IQ Select na afloop van de arbeidsovereenkomst niet duidelijk kenbaar aan [eiser] heeft gemaakt dat de arbeidsovereenkomst op 13 september 2021 van rechtswege is geëindigd. Hierdoor was [eiser] niet op de hoogte van het einde van de arbeidsovereenkomst. Het einde van de arbeidsovereenkomst is nooit aan [eiser] aangezegd. Bovendien is [eiser] door IQ Select op het verkeerde been gezet door in sommige loonstroken over ‘loon’ te spreken, terwijl in feite geen sprake meer was van betaling van loon, maar van betaling van de Ziektewetuitkering. Daarnaast zijn na betekening van de dagvaarding door IQ Select nog enkele betalingen aan [eiser] gedaan, zodat niet gezegd kan worden dat [eiser] de onderhavige procedure nodeloos aanhangig heeft gemaakt. In genoemde omstandigheden ziet de kantonrechter aanleiding de kosten van het geding te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6..De beslissing

De kantonrechter,
rechtdoende in kort geding:
wijst de vorderingen van [eiser] af;
compenseert de kosten van het geding, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
37555