ECLI:NL:RBROT:2022:1710

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 maart 2022
Publicatiedatum
9 maart 2022
Zaaknummer
ROT 21/4841 en ROT 21/4853
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens misbruik van recht en griffierecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 maart 2022 uitspraak gedaan in twee beroepen, geregistreerd onder de zaaknummers ROT 21/4841 en ROT 21/4853. Beide beroepen zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat de eiser, een veelprocedeerder, geen ontheffing van het griffierecht kon krijgen wegens misbruik van recht. De rechtbank verwijst in haar motivering naar een eerdere uitspraak van 5 oktober 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:9391) waarin vergelijkbare kwesties aan de orde waren. De eiser had verzocht om ontheffing van de verplichting tot betaling van griffierecht op basis van betalingsonmacht, maar de rechtbank oordeelt dat hij in verzuim is om het verschuldigde griffierecht te voldoen. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan zonder zitting, gebruikmakend van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht
zaaknummers: ROT 21/4841 en ROT 21/4853
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 maart 2022 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaken tussen

[Naam], te [Plaats], eiser,

en

het Drechtstedenbestuur, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 7 september 2021 heeft verweerder het bezwaar van eiser tegen het besluit van 30 april 2021, waarbij de aanvraag om bijzondere bijstand in de kosten van griffierecht in het kader van een getuigenverhoor van een of meer leden van de rechterlijke macht bij de kantonrechter van de rechtbank Den Haag buiten behandeling is gesteld, ongegrond verklaard. Deze zaak is aangelegd onder zaaknummer ROT 21/4841.
Bij besluit van 26 augustus 2021 heeft verweerder het bezwaar tegen het besluit van 12 februari 2021, waarbij de aanvraag om bijzondere bijstand in de kosten van griffierecht in het kader van een getuigenverhoor van een of meer leden van de rechterlijke macht bij de kantonrechter van de rechtbank Den Haag buiten behandeling is gesteld, ongegrond verklaard. Deze zaak is aangelegd onder zaaknummer ROT 21/4853.
Eiser heeft met een beroep op betalingsonmacht verzocht om ontheffing van de verplichting tot betalingen van griffierecht. De griffier heeft vooralsnog afgezien van het heffen van griffierecht.

Overwegingen

1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54 van de Awb uitspraak zonder zitting.
2. Beide beroepen worden niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in die zaken verschuldigde griffierecht te voldoen. Ter motivering volstaat de rechtbank met een verwijzing naar een uitspraak tussen partijen van 5 oktober 2021 (ECLI:NL:RBROT:2021:9391) waarin identieke kwesties speelden.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 10 maart 2022.
De griffier en de rechter zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank.