ECLI:NL:RBROT:2022:1389

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 februari 2022
Publicatiedatum
25 februari 2022
Zaaknummer
10/266995-20 (ontneming)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na veroordeling voor oplichting via whatsapp en deelname aan een criminele organisatie

Op 25 februari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor meerdere oplichtingen en deelname aan een criminele organisatie. De vordering van de officier van justitie, mr. A. Ekiz, betrof de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, geschat op € 47.642,49, dat de veroordeelde had verkregen uit zijn criminele activiteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde samen met anderen zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting door zich via whatsapp voor te doen als iemand in geldnood en geld te vragen via tikkie. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 27.742,-, dat gelijkelijk verdeeld zal worden over de veroordeelde en zijn medeveroordeelden. De rechtbank heeft ook de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van dit bedrag. De beslissing is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde. De rechtbank heeft de duur van de gijzeling vastgesteld op maximaal 170 dagen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2

Parketnummer: 10/266995-20 (ontneming)

Datum uitspraak: 25 februari 2022
Tegenspraak

VONNIS

van de Rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, op de vordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) van de officier van justitie in de zaak tegen de veroordeelde:

[naam veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats veroordeelde] op [geboortedatum veroordeelde] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres veroordeelde] , [postcode veroordeelde] [woonplaats veroordeelde] ,
raadsman mr. S. Lodder, advocaat te Rotterdam.

Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 26 en 28 januari 2022 en van 25 februari 2022.

Voorafgaande veroordeling

Bij vonnis van deze rechtbank van 25 februari 2022 is [naam veroordeelde] veroordeeld wegens na te noemen strafbare feiten - kort weergegeven en voor zover van belang -:
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd in de periode van 19 oktober 2020 tot en met 23 oktober 2020, met in totaal 4 aangevers;
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd in de periode van 23 september 2020 tot en met 27 december 2020 met in totaal 30 aangevers;
Deelname aan een criminele organisatie in de periode van 1 september 2020 tot en met 28 december 2020, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van oplichting, de zogenaamde whatsapp/tikkiefraude.
In deze procedure wordt derhalve als vaststaand aangenomen dat deze feiten door de veroordeelde zijn begaan.
Een kopie van dit vonnis is als bijlage hierbij gevoegd. De inhoud ervan wordt geacht deel uit te maken van dit vonnis.

Vordering

De vordering van de officier van justitie mr. A. Ekiz strekt tot het vaststellen van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en tot het opleggen aan veroordeelde van de verplichting tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter ontneming van dat geschatte voordeel tot een bedrag van
€ 47.642,49.
De vordering van de officier van justitie is gebaseerd op artikel 36e lid 2 van het Wetboek van Strafrecht. Zij betreft voordeel verkregen door middel van of uit de baten van feiten waarvoor [naam veroordeelde] is veroordeeld.
Ter terechtzitting van 28 januari 2022 heeft de officier van justitie haar vordering gewijzigd. Zij komt tot een andere berekening en heeft daarvoor aangevoerd dat zij ten aanzien van de veroordeelden [naam veroordeelde] , [naam medeveroordeelde 1] en [naam medeveroordeelde 2] heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van deelname aan een criminele organisatie. Hieruit volgt dat alle aan deze veroordeelden tenlastegelegde oplichtingen in de berekening voor het wederrechtelijk verkregen voordeel worden meegenomen.
Over de verdeling van het buitgemaakt geld heeft de officier van justitie het volgende aangevoerd. Uit de afgeluisterde tapgesprekken kan niet worden vastgesteld wat de exacte verdeling is geweest van de door de veroordeelden opgenomen ‘gestroomde’ geldbedragen. De veroordeelden hebben hierover ook geen openheid van zaken gegeven, anders dan dat door [naam veroordeelde] en [naam medeveroordeelde 1] 40% is genoemd, hetgeen ongefundeerd is en niet is te rijmen met de afgeluisterde telefoongesprekken. Naar het oordeel van de officier van justitie dient dan ook een ponds-ponds gewijze verdeling te worden toegepast.
Het totaal verkregen wederrechtelijk verkregen voordeel uit alle voltooide oplichtingen bedraagt € 83.227,- en verdeeld over de drie veroordeelden komt dat op ieder € 27.742,-.
Dit bedrag dient als betalingsverplichting te worden opgelegd.

Standpunt verdediging

De verdediging heeft de vordering betwist, uitgaande van de aanvankelijke onderbouwing daarvan. De veroordeelde heeft verklaard dat hij meestal 40% ontving van de uiteindelijke opbrengst en zeker geen 90%. Het in de berekening gehanteerde percentage van 5% voor [naam medeveroordeelde 2] is veel te laag; de percentages liepen uiteen van 5% tot 60%.
Bepleit is alleen die bedragen mee te nemen die te linken zijn aan de telefoonnummers die de veroordeelde heeft gebruikt bij het plegen van de tikkiefraudes, in totaal een bedrag van € 52.937,21. Vervolgens dient daarvan 60% te worden afgetrokken omdat de veroordeelde maar 40% daarvan voor zichzelf mocht houden. Het wederrechtelijk verkregen voordeel is dan een bedrag van € 21.176,84.
Het is aannemelijk dat er kosten gemaakt zijn, maar omdat er geen boekhouding werd bijgehouden zullen deze buiten beschouwing worden gelaten.

Beoordeling en berekening

In het strafrechtelijk onderzoek genaamd Boxer is komen vast te staan dat de veroordeelde,
samen met anderen, zich gedurende een periode van enkele maanden schuldig heeft gemaakt aan een groot aantal oplichtingen. Samen hebben zij de slachtoffers opgelicht en bewogen tot afgifte van geld door zich via whatsapp voor te doen als hun kind dat in geldnood zat en daarna vroeg geld over te maken via een tikkie. De veroordeelden hebben de bankrekeningen geregeld waar dit geld op gestort kon worden, waarna het geld snel werd opgenomen. Voornamelijk werden er luxe goederen mee gekocht. [1]
In het kader van dit onderzoek is aannemelijk geworden dat de veroordeelde door het plegen van deze misdrijven wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. [2] Dit voordeel dient hem te worden ontnomen.
De schatting van het voordeel is gegrond op de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de inhoud van de (in de voetnoten vermelde) wettige bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
Het financieel rapport vermeldt de wettige bewijsmiddelen waarop de berekening berust. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 26 maart 2013 [3] , zal de rechtbank deze bewijsmiddelen niet nader uitwerken of weergeven en volstaan met het vermelden van de conclusies en onderdelen van het rapport en het dossier.
De berekening in het financieel rapport is door de officier van justitie niet gevolgd. Zoals hiervoor is weergegeven heeft zij op de zitting van 28 januari 2022 een ander standpunt ingenomen. De rechtbank volgt het standpunt van de officier van justitie, aangezien [naam veroordeelde] is veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie, de organisatie daadwerkelijk wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten uit de concrete strafbare feiten waarop het oogmerk was gericht en uit de bewijsmiddelen blijkt dat de veroordeelden feitelijk deelden in de opbrengst. [4]
In de processen-verbaal van de berekeningen van het voordeel zijn de aangiften en de bedragen genoemd die door de benadeelden door de oplichtingspraktijk van de veroordeelde en zijn medeveroordeelden zijn overgemaakt. [5]
Gezien het vorengaande bedraagt het door de veroordeelde in de periode van 23 september 2020 tot en met 27 december 2020 geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel een bedrag van
€ 83.227,-.
Dit bedrag zal ponds-ponds gewijs worden verdeeld onder de veroordeelde en [naam medeveroordeelde 1] en [naam medeveroordeelde 2] .
Nu niet is vast te stellen wat de exacte verdeling tussen de veroordeelden is geweest, omdat over verschillende percentages wordt gesproken en ook niet evident is gebleken dat één van de veroordeelden een ondergeschikte rol had, komt de rechtbank tot een evenredige verdeling.
Een ponds-ponds gewijze toedeling van het wederrechtelijk verkregen voordeel doet daarom recht aan die situatie.
De veroordeelden hebben geen concreet inzicht gegeven in eventuele kosten die zijn gemaakt om deze feiten te plegen, zodat daar in de berekening geen rekening mee wordt gehouden.
Gelet op het voorgaande komt de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde uit op een bedrag van
€ 27.742,-.
In deze zaak hebben veel aangevers ook als benadeelde partij een vordering ingediend. De vorderingen zijn door de rechtbank grotendeels toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Nu deze vorderingen nog niet zijn voldaan, strekken de toegewezen bedragen niet in mindering op het te ontnemen bedrag (artikel 36e lid 9 Sr). Indien en nadat alsnog betaling plaatsvindt, kan worden verzocht om toepassing van artikel 6:6:26 Sv om achteraf tot vermindering van het ontnemingsbedrag te komen.

Vaststelling van het te betalen bedrag

Er zijn geen concrete feiten en omstandigheden gebleken op grond waarvan moet worden aangenomen dat de veroordeelde thans of in de (nabije) toekomst over onvoldoende draagkracht zal beschikken om het vastgestelde bedrag aan de Staat terug te betalen.
Het voorgaande leidt ertoe dat aan de veroordeelde, ter ontneming van het door hem wederrechtelijk verkregen voordeel, de verplichting dient te worden opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 27.742,-.
Bij deze beslissing zijn de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde in aanmerking genomen.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Deze beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op
€ 27.742,- (zegge: zevenentwintig duizend zevenhonderd tweeënveertig euro);
- legt aan de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat van
€ 27.742,- (zegge: zevenentwintig duizend zevenhonderd tweeënveertig euro);
- bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden toegepast op 170 (zegge: éénhonderd zeventig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R.J.A.M. Cooijmans, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en M.J.M. van Beckhoven, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 februari 2022.
De jongste rechter is buiten staat te tekenen.

Voetnoten

1.Strafmotivering uit het vonnis van de rechtbank Rotterdam d.d. 25 februari 2022.
2.Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel onderzoek Boxer, documentcode [code document 1] d.d. 9 maart 2021, (pagina’s 851 t/m 854 van het zaaksdossier whatsapp fraude en de daarin genoemde bewijsmiddelen) hierna ook te noemen het (financieel) rapport.
4.De verklaring van de verdachte op de terechtzitting van 26 januari 2022 en de bewijsmiddelen bij het vonnis van 25 februari 2022.
5.Proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel [naam veroordeelde] , [code document 1] (pagina’s 851 t/m 854 van het zaaksdossier whatsapp fraude) en het proces-verbaal berekening wederrechtelijk verkregen voordeel [naam medeveroordeelde 1] , [code document 2] (pagina’s 855 t/m 858 van het zaaksdossier whatsapp fraude).