ECLI:NL:RBROT:2022:12279
Rechtbank Rotterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke voorziening afkoelingsperiode in WHOA-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 september 2022 een beschikking gegeven in het kader van een verzoekschrift ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. De verzoekster heeft op 31 augustus 2022 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd en gekozen voor een besloten akkoordprocedure buiten faillissement. Tevens heeft zij een verzoekschrift ingediend tot het afkondigen van een afkoelingsperiode van vier maanden. Dit verzoek is gedaan in het licht van een aanstaand faillissementsverzoek van een andere besloten vennootschap, genaamd [B], dat op 6 september 2022 behandeld zou worden. De verzoekster heeft aangevoerd dat zij een spoedeisend belang heeft bij de afkoelingsperiode, omdat dit haar in staat stelt om een akkoord aan te bieden aan haar schuldeisers zonder dat er direct beslag kan worden gelegd op haar vermogen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij rechtsmacht heeft om het verzoek in behandeling te nemen en dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is. Gezien de gestelde spoedeisendheid heeft de rechtbank bij wijze van tussenbeslissing de gevraagde afkoelingsperiode voorlopig verleend. De rechtbank heeft ook bepaald dat de belanghebbenden [B] en [Z] in de gelegenheid worden gesteld om hun zienswijze te geven voordat een eindbeslissing wordt genomen. De beschikking houdt in dat de behandeling van het verzoek tot afkondiging van de afkoelingsperiode zal plaatsvinden op een nader te bepalen zitting van de rechtbank Rotterdam. Tevens is bepaald dat de verzoekster onverwijld een kopie van de beschikking aan de belanghebbenden moet toezenden en hen moet wijzen op de mogelijkheid om deel te nemen aan de zitting.
De rechtbank heeft verder bepaald dat de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van de verzoekster niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank, en dat de behandeling van het faillissementsverzoek van [B] wordt geschorst. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door de rechters op 5 september 2022.