Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.[verzoekster 1]
2.[verzoekster 2]
,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een verzoek tot verhoging van het budget voor de herstructureringsdeskundige in het kader van een WHOA-procedure. De rechtbank heeft op 10 november 2021 de bevoegdheid en de keuze voor een besloten akkoordprocedure vastgesteld, waarbij mr. J.E.P.A. van Hooff is aangewezen als herstructureringsdeskundige. Het oorspronkelijke budget voor zijn werkzaamheden was vastgesteld op € 150.000,00. Op 24 januari 2022 werd dit bedrag verhoogd tot € 300.000,00, exclusief BTW. Op 1 maart 2022 diende mr. Van Hooff een verzoek in om het budget opnieuw te verhogen, ditmaal tot € 450.000,00, exclusief BTW. De rechtbank heeft de verzoekers, drie vennootschappen, in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven, waarop zij geen bezwaar hebben gemaakt tegen de verhoging. De rechtbank heeft vervolgens de onderbouwing van de herstructureringsdeskundige beoordeeld en geconcludeerd dat de verhoging van het budget gerechtvaardigd is, gezien de noodzaak om een verkoopproces te verkennen en de complexiteit van de zaak. De rechtbank heeft beslist dat de kosten voor de herstructureringsdeskundige ten laste komen van de verzoekers, waarbij betaling door één verzoeker ook geldt als betaling namens de andere verzoekers. De beschikking is openbaar uitgesproken op 8 maart 2022.