ECLI:NL:RBROT:2022:12212

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 maart 2022
Publicatiedatum
6 september 2023
Zaaknummer
C/10/628060 HO RK 21/383, C/10/628070 HO RK 21/384 en C/10/628075 HO RK 21/385
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verhoging van het budget voor de herstructureringsdeskundige in een WHOA-zaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, betreft het een verzoek tot verhoging van het budget voor de herstructureringsdeskundige in het kader van een WHOA-procedure. De rechtbank heeft op 10 november 2021 de bevoegdheid en de keuze voor een besloten akkoordprocedure vastgesteld, waarbij mr. J.E.P.A. van Hooff is aangewezen als herstructureringsdeskundige. Het oorspronkelijke budget voor zijn werkzaamheden was vastgesteld op € 150.000,00. Op 24 januari 2022 werd dit bedrag verhoogd tot € 300.000,00, exclusief BTW. Op 1 maart 2022 diende mr. Van Hooff een verzoek in om het budget opnieuw te verhogen, ditmaal tot € 450.000,00, exclusief BTW. De rechtbank heeft de verzoekers, drie vennootschappen, in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven, waarop zij geen bezwaar hebben gemaakt tegen de verhoging. De rechtbank heeft vervolgens de onderbouwing van de herstructureringsdeskundige beoordeeld en geconcludeerd dat de verhoging van het budget gerechtvaardigd is, gezien de noodzaak om een verkoopproces te verkennen en de complexiteit van de zaak. De rechtbank heeft beslist dat de kosten voor de herstructureringsdeskundige ten laste komen van de verzoekers, waarbij betaling door één verzoeker ook geldt als betaling namens de andere verzoekers. De beschikking is openbaar uitgesproken op 8 maart 2022.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
Verhoging bedrag werkzaamheden herstructureringsdeskundige
rekestnummers: C/10/ 628060/ HO RK 21/383, C/10/ 628070/ HO RK 21/384 en
C/10/ 628075/ HO RK 21/385
uitspraakdatum: 8 maart 2022
beschikking in de besloten akkoordprocedures van

1.[verzoekster 1]

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2.[verzoekster 2]

gevestigd te [vestigingsplaats]
,

3.[verzoekster 3]

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
alle hierna: verzoekers,
advocaten: mr. E.J.R. Verwey, mr. G.J.L. Bergervoet en mr. S. Klinkhamer, allen kantoorhoudende te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Bij beschikking van 10 november 2021 van deze rechtbank zijn de bevoegdheid van deze rechtbank en de keuze voor een besloten akkoordprocedure vastgesteld en is mr. J.E.P.A. van Hooff aangewezen als herstructureringsdeskundige. Bij deze beschikking is het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en van derden die door hem worden ingeschakeld ten hoogste mogen kosten, vastgesteld op € 150.000,00.
1.2.
Bij beschikking 24 januari 2022 van deze rechtbank is het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en die van de derden die door hem worden ingeschakeld verhoogd tot € 300.000, exclusief BTW.
1.3.
Op 1 maart 2022 is ter griffie van deze rechtbank een verzoek van mr. Van Hooff ontvangen ex artikel 371, lid 10 Fw.
1.4.
Bij brief van 3 maart 2022 zijn verzoekers in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven. Op 4 maart 2022 is ter griffie van deze rechtbank een brief van mr. E. Verweij ontvangen waarin verzoekers te kennen geven geen bezwaar te hebben tegen toewijzing van het onderhavige verzoek.
1.5.
Uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1.
De rechtbank kan ex artikel 371, lid 10 Fw op verzoek van de herstructureringsdeskundige een eerder door de rechtbank vastgesteld bedrag voor de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en van derden die door hem worden ingeschakeld, verhogen. De door de herstructureringsdeskundige met bescheiden onderbouwde toelichting, waarin onder meer vermeld is dat eerst, met behulp van een door de herstructureringsdeskundige ingeschakelde derde, een verkoopproces van (onderdelen van) verzoekers wordt verkend en beoordeeld zal worden of een verkoop al dan niet gecombineerd kan worden met een zogenaamd WHOA-traject, komt de rechtbank niet onredelijk voor. Nu verzoekers hebben aangeven het verzoek te ondersteunen, zal de rechtbank de kosten dienovereenkomstig vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige en die van de derden die door hem zijn of worden ingeschakeld ten hoogste mogen kosten, vast op € 450.000, exclusief BTW;
- bepaalt dat voornoemde kosten ten laste komen van verzoekers - waarbij betaling door een van de verzoekers boven het bedrag dat die partij aangaat, wordt aangemerkt als betaling mede namens de andere verzoekers - en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de herstructureringsdeskundige voor de voortzetting van zijn werkzaamheden zekerheid dienen te stellen.
Deze beschikking is gegeven door mr. F. Damsteegt, voorzitter, mr. R. Cats en
mr. K.M. van Hassel, rechters en in aanwezigheid van E.J. van Gruijthuijsen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2022.