Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.[verzoekster 1]
2.[verzoekster 2]
,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam werd behandeld, betreft het een verzoek tot verhoging van het budget voor de herstructureringsdeskundige in het kader van een besloten akkoordprocedure. De rechtbank had eerder op 10 november 2021 de bevoegdheid en de keuze voor deze procedure vastgesteld, waarbij mr. J.E.P.A. van Hooff was aangewezen als herstructureringsdeskundige. Het oorspronkelijke budget voor de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige was vastgesteld op € 150.000,00. Op 17 januari 2022 diende mr. Van Hooff een verzoek in om dit bedrag te verhogen, onderbouwd met bescheiden die de complexiteit van de procedure aantoonden.
De verzoekers, vertegenwoordigd door advocaten mr. E.J.R. Verwey, mr. G.J.L. Bergervoet en mr. S. Klinkhamer, gaven aan geen bezwaar te hebben tegen de verhoging van het budget. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de gevraagde verhoging van het budget niet onredelijk was, gezien de complexiteit van de zaak en het feit dat de verzoekers geen bezwaar hadden gemaakt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten het budget voor de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige te verhogen naar € 300.000, exclusief BTW. De kosten komen ten laste van de verzoekers, waarbij betaling door één van de verzoekers ook geldt als betaling namens de andere verzoekers. De rechtbank heeft bepaald dat de verzoekers zekerheid moeten stellen voor de betaling van deze kosten, zodat de herstructureringsdeskundige zijn werkzaamheden kan voortzetten.