ECLI:NL:RBROT:2022:12190
Rechtbank Rotterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van het budget voor de observator in een WHOA-zaak
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 december 2022 een beschikking gegeven in het kader van de WHOA-procedure (Wet homologatie onderhands akkoord). De verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, had op 23 augustus 2022 een startverklaring ingediend. De rechtbank had eerder op 15 september 2022 een afkoelingsperiode toegewezen en de procedure als besloten vastgesteld. Op 24 november 2022 werd mr. R.R.M. van den Heuvel aangesteld als observator, met de opdracht om een begroting van de kosten van zijn werkzaamheden op te stellen.
De observator heeft op 7 december 2022 een begroting ingediend, waarin hij een tijdsbesteding van dertig uren en een salaris conform het Recofa-tarief voor curatoren heeft geraamd. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.C.E.G. Cordesius, heeft op 8 december 2022 een zienswijze ingediend, waarin zij de begroting te hoog vond en verzocht om een halvering van de begrote uren.
De rechtbank heeft de begroting beoordeeld en op basis van artikel 380 lid 4 Fw juncto artikel 371 lid 10 Fw het bedrag vastgesteld dat de werkzaamheden van de observator ten hoogste mogen kosten. De rechtbank oordeelde dat de begroting reëel en niet onredelijk was en heeft het budget vastgesteld op € 10.028,93, exclusief btw. De kosten komen voor rekening van de verzoekster, die voor de betaling zekerheid dient te stellen.