In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de kantonrechter op 30 november 2022 een verstekvonnis gewezen in een kort geding tussen [eiser01] en Glasservice Emmery B.V. [eiser01] had Glasservice Emmery opgeroepen om te verschijnen in kort geding, maar de gedaagde partij is niet verschenen. De eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. J.C. Hennipman, vorderde onder andere betaling van achterstallig loon en wettelijke verhogingen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend en heeft verstek verleend tegen Glasservice Emmery.
De vordering van [eiser01] omvatte een bedrag van € 10.013,31 aan achterstallig loon over de maanden augustus, september en oktober 2022, alsook een wettelijke verhoging van € 5.006,66. Daarnaast vorderde hij zijn loon en vakantiegeld vanaf 1 november 2022, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De kantonrechter oordeelde dat de vordering spoedeisend was en dat er geen verweer van de gedaagde was, waardoor de vordering voor toewijzing in aanmerking kwam, met uitzondering van het vakantiegeld en de wettelijke verhoging die niet verschuldigd was.
De kantonrechter heeft Glasservice Emmery veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.322,18. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat Glasservice Emmery aan [eiser01] moet betalen, met inbegrip van de wettelijke rente, en dat alle andere vorderingen zijn afgewezen.