In deze zaak heeft Kneppelhout & Korthals N.V. (hierna: Kneppelhout) een vordering ingesteld tegen [gedaagden] voor het betalen van openstaande facturen ter hoogte van € 14.303,29, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht die Kneppelhout met [gedaagden] zou hebben gesloten. De procedure begon met een dagvaarding op 12 november 2021, gevolgd door verschillende processtukken en een geplande mondelinge behandeling die werd uitgesteld. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de zaak beoordeeld op basis van de ingediende stukken.
Kneppelhout stelde dat zij op 13 december 2019 een opdrachtbevestiging had gestuurd aan [gedaagden] voor juridische bijstand in een procedure tegen de gemeente Rotterdam. [gedaagden] betwistten de overeenkomst van opdracht en voerden aan dat zij nooit opdracht hadden gegeven aan Kneppelhout. De kantonrechter oordeelde echter dat de bezwaren van [gedaagden] onvoldoende gemotiveerd waren en dat er wel degelijk een overeenkomst van opdracht bestond.
De kantonrechter heeft de vordering van Kneppelhout toegewezen, inclusief de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten. Tevens zijn [gedaagden] veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Kneppelhout het bedrag direct kan vorderen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.