Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[bedrijf01],
1.[gedaagde01] ,
2.[gedaagde02] .
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 oktober 2021, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte uitlating na comparitie, met bijlagen;
- de antwoordakte na uitlating comparitie, met bijlage;
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde01] c.s. te veroordelen aan haar te betalen € 4.472,80, met rente;
- [gedaagde01] c.s. te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
[naam02] in persoon tot het verrichten van een contra-expertise.
13220026 – 200145”.[gedaagde01] c.s. voert daartegen aan dat die factuur buiten haar om aan de verzekeraar is aangeboden. Zou zij op de hoogte zijn geweest, dan zou zij hier tegen hebben geprotesteerd, zoals zij ook aan [eiseres01] heeft laten weten per e-mail van 30 april 2021. [gedaagde01] c.s. acht de hoogte van de factuur niet terecht vanwege het volgens haar professionele verzuim van [naam02] in de verzekeringskwestie. Zij stelt echter geen eis in reconventie in, zodat de kantonrechter in deze procedure geen oordeel kan vormen over een eventuele tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst van opdracht.
“nota voor de contra-expertisekosten, die al gedateerd blijkt te zijn op 15 oktober 2020, ad € 25.071,20 is nooit eerder toegezonden geweest, ik herhaal: nooit.”Hieruit kan de gevolgtrekking worden gemaakt dat [gedaagde01] c.s. in april 2021 de volledige nota voor de verleende diensten ontvangen heeft. Een nota die volgens [gedaagde01] c.s. was gedateerd op
15 oktober 2020. Op de factuur die als productie 1 bij akte uitlating na comparitie door [eiseres01] is overgelegd ontbreekt echter de datum. Vaststaat wel dat Nationale Nederlanden al op 11 februari 2021 de kosten voor contra-expertise exclusief btw aan [eiseres01] heeft uitgekeerd, waarna de factuur ter zake de btw-kosten op diezelfde datum aan [gedaagde01] c.s. in rekening is gebracht. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde01] c.s. zich voor een voldongen feit geplaatst zag, door pas achteraf, in april 2021, de volledige nota voor de contra-expertisewerkzaamheden te ontvangen, terwijl zij de kwaliteit van de verrichte diensten ernstig in twijfel trok. Niettemin heeft zij geen tegenvordering ter zake wanprestatie ingesteld, zodat de kantonrechter met die omstandigheden geen rekening kan houden in dit geschil.