De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens wordt verzocht de uithuisplaatsing van [naam kind] in een voorziening voor
pleegzorg te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Op dit moment is de vader door zijn behandelaars en de reclassering aangemeld voor een beschermde woonvorm. Het is wachten op een geschikte plek vanwege de lange wachtlijsten. Tot die tijd blijft de vader in de FPA. Dat traject is nog helemaal niet afgerond. Nadat vader is uitgestroomd kan er op enig moment urgentie voor een woning worden aangevraagd. Vervolgens moet nog worden gewacht op een woning. De reclassering heeft aangegeven risico’s te zien wanneer de huidige strakke kaders wegvallen. De GI heeft een gedeeltelijk beeld van hoe het op de afdeling gaat. Als zij de vader moet geloven gaat het geweldig, maar volgens de reclassering en zijn maatschappelijk werker van de FPA is dat beeld beduidend genuanceerder. De GI deelt de zorgen over hoe het zal gaan wanneer de strakke kaders bij de vader wegvallen.
De moeder heeft het zwaar. Er is dit jaar veel gebeurd. Het gezag over een van haar andere kinderen is beëindigd. Ze woont op een plek in Friesland die goed voor haar is, maar zij wil daar niet blijven. In de weekenden verblijft zij bij de ex-partner van de vader in Rotterdam in een appartement met twee slaapkamers waar nog vier andere kinderen en aardig wat katten wonen. De moeder heeft in samenwerking met het Leger des Heils in september jl. een vrijgevestigde therapeut gevonden. Tot op heden heeft zij daar twee gesprekken mee gehad. De ouders hebben het afgelopen jaar niet samen kunnen wonen. Zij willen hun relatie graag voortzetten, maar die relatie kent regelmatig ook grote spanningen. De GI maakt zich zorgen over de afhankelijkheid van de moeder ten aanzien van de vader. Ouders zouden gebaat zijn bij relatietherapie, maar hier is momenteel geen ruimte voor omdat de persoonlijke trajecten al erg intensief zijn.
[naam kind] ontwikkelt zich goed in het pleeggezin waar hij verblijft. Hij heeft heel veel behoefte aan duidelijkheid en structuur. [naam kind] moet begrensd worden door zijn opvoeders, zodat hij zijn energie goed kan verdelen en tot ontwikkelen komt. De omgang tussen moeder en [naam kind] wordt door de begeleiding gestructureerd. [naam kind] reageert heftig op de omgang met de ouders en is na de omgang oververmoeid. [naam kind] heeft zijn vader een aantal keer bezocht, maar over de omgang met de vader is nog weinig inhoudelijks te zeggen. De ouders zijn respectvol ten tijde van de omgang naar de pleegouder(s) en zij kunnen de tips en handreikingen van de pleegouders en begeleiding goed horen. De reden dat de omgang nog steeds begeleid is heeft ermee te maken dat de tips en adviezen elk bezoek moeten worden herhaald. De bezoeken zijn voor [naam kind] te belastend. Hij reageert heftig op de bezoeken.
De GI zit momenteel met een dilemma betreffende het bezoek. Binnen de OTS moet in beginsel worden teruggewerkt naar huis. Vanuit de opdracht van de ondertoezichtstelling moet de GI dan kijken of [naam kind] door zijn ouders opgevoed kan worden. De GI heeft in september 2021 al het standpunt ingenomen dat het perspectief van [naam kind] niet meer bij de ouders ligt.. De rechtbank Middelburg wilde zich daar toen niet over uitspreken. Afgelopen september heeft de GI middels de evaluaties opnieuw bekeken of [naam kind] door zijn ouders kan worden opgevoed zonder ontwikkelingsbedreigingen. De GI is nog steeds van mening dat dat niet zo is. De GI heeft de opvoedvisie bepaald en zou, naast de verlenging van de maatregelen, graag willen dat de rechtbank deze kan ondersteunen en bekrachtigen, zodat de GI de omgang op de behoefte van [naam kind] kan afstemmen en de GI de ouders niet meer hoeft te beoordelen op hun opvoedvaardigheden, maar hen kan begeleiden in ontspannen contact.
De GI wil [naam kind] niet meer overvragen, maar doet dit door de bezoeken iedere week opnieuw. Er wordt aangegeven dat het fijn zou zijn als de bezoeken kunnen worden uitgebreid, maar de GI heeft juist kortgeleden het besluit genomen de bezoeken te verminderen, omdat het zo belastend is voor [naam kind]. [naam kind] is nu 22 maanden waarvan hij al 20 maanden uit huis is geplaatst en bij huidige pleegouders woont. In de afgelopen 20 maanden blijkt uit alle evaluaties dat de ouders niet voldoen aan de gestelde voorwaarden. Sterker nog, als de GI kijkt naar het individuele traject wat zij beiden nog moeten doorlopen ziet de GI niet dat zij binnen een aanvaardbare termijn in staat zijn om voor [naam kind] te zorgen. De vader bevindt zich in een verplicht traject. Als de kaders wegvallen dan is het de vraag of zijn motivatie voor ondersteuning en begeleiding blijft. De moeder voert aan dat zij een behandeling aan het volgen is, maar bij de GI heeft zij recent nog aangegeven dat zij maar twee afspraken heeft gehad. Bij de moeder is er geen intrinsieke motivatie om een behandeling te volgen. De moeder heeft veel hulp nodig bij het regelen van (praktische) zaken. De GI vraagt daarom aan de rechtbank zich uit spreken over het perspectief van [naam kind].