Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
[naam01] ,
[naam02] ,
[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2018 te [geboorteplaats01] ,
de moeder en de vader, voornoemd,
[naam03] en [naam04] ,hierna te noemen: de pleegouders, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.
De Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,
Het procesverloop
- de vader, bijgestaan door mr. W.J.J. Trooster;
- [naam05] en [naam06] , namens de GI;
- [naam08] , voornoemd.
De feiten
De (aangehouden) verzoeken
De standpunten
De situatie is onveranderd ten opzichte van de situatie zoals beschreven in de beschikking van 22 september 2022. De GI kan op dit moment nog geen besluit nemen met betrekking tot het opvoedperspectief. De resultaten van het onderzoek door het Kennis- en Servicecentrum voor Diagnostiek (hierna: KSCD) zijn hiervoor noodzakelijk. Het KSCD heeft recent aangegeven in februari of maart 2023 te zullen starten met het onderzoek. De GI betreurt het dat het onderzoek opnieuw is uitgesteld. Ook de intake voor NIKA heeft op een later moment plaatsgevonden dan eerder was gepland, te weten op 19 december 2022. Het heeft de voorkeur om de video-opnames, die bedoeld zijn om zicht te krijgen op de interactie tussen [naam kind01] en de vader, bij de vader thuis te laten plaatsvinden, maar de vader staat hier niet achter. De video-opnames zullen daarom voorlopig om de week op het kantoor van Enver plaatsvinden. In de andere week worden in een gesprek tussen de vader en de behandelaar de video-opnames nabesproken, waarbij wordt aangegeven wat eventueel veranderd kan worden, en bekeken wordt of de vader dit kan oppakken. Bij de intake heeft de vader gezegd geen hulpvraag te hebben; hij vindt dat sprake is van een hechte band tussen hem en [naam kind01] . Op basis van observatie van de bezoeken zal blijken of een verder traject noodzakelijk is. Op 29 december 2022 staat een interview met de vader gepland, waarbij ook een eerste observatie zal plaatsvinden. Er zal overeenstemming moeten komen met betrekking tot de hulpvraag, zodat aan een concreet doel gewerkt kan worden. Er zal dan een vijftal sessies plaatsvinden.
De beoordeling
De beslissing
en alvorens verder te beslissen:
21 april 2023 te 13:30 uurin het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
A.M.I. van der Does, kinderrechters;
M.P. van der Stroom, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, als griffier.