ECLI:NL:RBROT:2022:11828

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 december 2022
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
C/10/648265 / JE RK 22-2687
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van kinderen in het kader van de toeslagenaffaire

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 december 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02]. De moeder, die slachtoffer is van de toeslagenaffaire, heeft inmiddels compensatie ontvangen en is schuldenvrij. De ondertoezichtstelling werd oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 16 juli 2018 en is sindsdien steeds verlengd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen, maar heeft dit verzoek ter zitting gewijzigd naar een verlenging van drie maanden. Dit is gedaan om de ondertoezichtstelling van de kinderen gelijk te laten lopen met die van de oudste dochter van de moeder.

De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De GI heeft zorgen geuit over de schoolkeuze van [naam kind01] en de gezondheid van [naam kind02]. De moeder heeft echter aangegeven dat het goed gaat met haar en de kinderen en dat zij niet akkoord gaat met de verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt en dat de zorgen rondom de kinderen zijn verminderd. Desondanks heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling met drie maanden te verlengen, zodat de overgang van de hulpverlening naar het wijkteam goed kan worden geregeld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/648265 / JE RK 22-2687
Datum uitspraak: 29 december 2022

Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2015 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] , geboren op [geboortedatum02] 2016 te [geboorteplaats02] ,

hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 22 november 2022.
Op 29 december 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI via een videoverbinding, [naam02] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgevoerd door de moeder.
[naam kind01] en [naam kind02] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 16 juli 2018 zijn [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 16 januari 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] te verlengen met zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft het verzoek ter zitting gewijzigd in die zin dat de verlening van de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] wordt verzocht voor de duur drie maanden. Door deze wijziging zal de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] gelijk lopen met de oudste dochter van de moeder.

Het standpunt van de GI.

Allereerst wil de GI de moeder een compliment geven dat zij aanwezig is bij de zitting. De GI weet dat de moeder er veel moeite in heeft gestoken. Dat is goed om te zien. De reden voor het verzoek is dat er onduidelijkheid bestaat over de juiste school voor [naam kind01] . Deze zomer is zij overgestapt naar het regulier onderwijs. Er bestaan twijfels of dit onderwijs passend is voor [naam kind01] . Dit wordt binnenkort besproken. Daarnaast heeft de GI zorgen over de gezondheid van [naam kind02] . Het is fijn om te horen dat haar operatie heeft plaatsgevonden, maar zij heeft ook last van een nog onbekende ruis in haar longen. De GI vindt het belangrijk dat de positieve ontwikkeling wordt voortgezet. De moeder staat open voor de hulp van ASVZ en volgt traumabehandeling bij Forta groep. De moeder heeft de wens dat ASVZ ook na de ondertoezichtstelling betrokken blijft. De financiering van de hulpverlening moet dan vanuit het wijkteam worden aangevraagd. Deze drie maanden worden gebruikt om de ondertoezichtstelling goed af te sluiten en de zorg over te dragen naar het wijkteam, zodat de moeder vanuit daar de hulp van ASVZ kan behouden.

Het standpunt van de moeder

De moeder heeft een brief gegeven aan de rechter met haar standpunt. Zij is het niet eens met de GI. Het gaat goed met haar en de kinderen. De moeder heeft weinig contact met de GI, omdat de hulpverlening niet tot verbeteringen lijdt. [naam kind01] is in september 2022 op aanraden van Auris Taalfontijn overgestapt naar het regulier onderwijs. De moeder heeft toen aangegeven dat zij haar twijfels had bij deze grote stap voor [naam kind01] . Nu blijkt dat speciaal onderwijs waarschijnlijk passender is. De moeder heeft hierover gesprekken op school. Daarnaast heeft ze [naam kind01] aangemeld voor logopedie en dat gaat goed. [naam kind02] doet het ook goed op school en zij is geopereerd. Samen met ASVZ werkt de moeder aan haar hulpvragen rondom [naam kind02] in de thuissituatie. De moeder was slachtoffer van de toeslagaffaire. Zij is nu gecompenseerd en heeft geen schulden meer. Ook krijgt zij hulp voor haar psychische problemen. Ze heeft goed contact met de begeleiders van ASVZ en wil graag de hulpverlening vanuit ASVZ behouden na de ondertoezichtstelling.

De beoordeling

De kinderrechter vindt het fijn om te zien dat het goed gaat met [naam kind01] en [naam kind02] . De moeder heeft een grote ontwikkeling doorgemaakt de afgelopen periode, waardoor de zorgen rondom beide kinderen er niet meer zijn. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is daarom eigenlijk niet nodig.
De moeder heeft aangegeven dat zij na het einde van de ondertoezichtstelling de hulpverlening vanuit ASVZ graag wil behouden. ASVZ helpt moeder bij haar traumaverwerking, adviseert haar over eventuele vervolghulp en werkt met de moeder aan het vergroten van haar pedagogische vaardigheden. Een begeleider van ASVZ heeft ter zitting bevestigd dat de GI de financiering van ASVZ moet overdragen aan het wijkteam, zodat de hulpverlening vanuit het wijkteam kan worden geregeld. Deze overgang kan een tijdje duren. Als de ondertoezichtstelling te vroeg eindigt kan er een periode ontstaan waarin de hulpverlening vanuit ASVZ wegvalt. Aangezien de hulpverlening vanuit ASVZ belangrijk is voor de moeder zal de kinderrechter het verzoek toch toewijzen. De aankomende drie maanden dienen door de GI te worden gebruikt om de hulpverlening en financiering door te geven aan het wijkteam.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verlengen voor de duur van drie maanden (artikel 1:260, eerste lid, BW).

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] tot 16 april 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 29 december 2022 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. B. de Pater, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 12 januari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.