In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 december 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02]. De moeder, die slachtoffer is van de toeslagenaffaire, heeft inmiddels compensatie ontvangen en is schuldenvrij. De ondertoezichtstelling werd oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 16 juli 2018 en is sindsdien steeds verlengd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de ondertoezichtstelling met zes maanden te verlengen, maar heeft dit verzoek ter zitting gewijzigd naar een verlenging van drie maanden. Dit is gedaan om de ondertoezichtstelling van de kinderen gelijk te laten lopen met die van de oudste dochter van de moeder.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De GI heeft zorgen geuit over de schoolkeuze van [naam kind01] en de gezondheid van [naam kind02]. De moeder heeft echter aangegeven dat het goed gaat met haar en de kinderen en dat zij niet akkoord gaat met de verlenging van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt en dat de zorgen rondom de kinderen zijn verminderd. Desondanks heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling met drie maanden te verlengen, zodat de overgang van de hulpverlening naar het wijkteam goed kan worden geregeld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.