ECLI:NL:RBROT:2022:11775

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
18 januari 2023
Zaaknummer
10/048898-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

TBS met voorwaarden voor belaging van een voormalige woonbegeleidster door het versturen van e-mails en het plaatsen van foto's op sociale media

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 december 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van belaging van zijn voormalige woonbegeleidster van het Leger des Heils. De verdachte heeft in de periode van 1 maart 2021 tot en met 25 februari 2022 herhaaldelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer door het versturen van ongeveer 400 e-mails, het sturen van kaarten, het plaatsen van foto's op Facebook en het opzoeken van het slachtoffer op haar werk. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, waardoor hij ontoerekeningsvatbaar is verklaard. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging en dat hem terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt opgelegd. De rechtbank heeft deze vordering toegewezen, waarbij de verdachte onder toezicht van de reclassering moet blijven en zich moet houden aan verschillende voorwaarden, waaronder een contactverbod met het slachtoffer en een verbod op het gebruik van drugs en alcohol. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte een gevaar vormt voor de veiligheid van anderen en dat behandeling in een forensische kliniek noodzakelijk is om het recidiverisico te beperken. De uitspraak benadrukt de ernst van de belaging en de impact daarvan op het slachtoffer, evenals de noodzaak van een gestructureerde behandeling voor de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/048898-22
Datum uitspraak: 21 december 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
raadsvrouw mr. F.O. Ligeon-Merton, advocaat te Capelle aan den IJssel.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7 december 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M.M. Zonneveld heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • ontslag van alle rechtsvervolging wegens volledige ontoerekeningsvatbaarheid van de verdachte;
  • oplegging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden en de dadelijke uitvoerbaarheid van die maatregel;
  • oplegging van een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking.

4..Bewijswaardering

In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 25 februari 2022 in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] (woonbegeleider bij het Leger des Heils), door
- e-mails (
ongeveer400 stuks) te verzenden aan die [slachtoffer01] en
- kaarten te sturen aan die [slachtoffer01] en
- langs te komen op het werk van die [slachtoffer01] en aldaar naar die [slachtoffer01] te vragen en
- aan collega's van die [slachtoffer01] te vragen wanneer die [slachtoffer01] komt werken en- het plaatsen op social media (Facebook) van foto's van zichzelf, verdachte, en van die [slachtoffer01] met daarbij de tekst -zakelijk weergegeven- dat hij, verdachte (stapel)gek is op die [slachtoffer01] , met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te dulden .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
belaging.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte ten tijde van het plegen van het feit volledig ontoerekeningsvatbaar was. Zij heeft gevorderd dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ook op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het rapport van psychiater [naam01] , gedateerd 3 juni 2022.
In het rapport concludeert de psychiater dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een waanstoornis van het erotomane type met daarbij een stoornis in het gebruik van amfetamine en een (lichte) verstandelijke beperking. Dit was ook aan de orde ten tijde van het ten laste gelegde. De verdachte was en is ervan overtuigd met het slachtoffer in deze zaak een liefdesrelatie te hebben en ook al twee kinderen van acht maanden oud, een tweeling. Het feit dat er bij de verdachte in deze periode ook sprake was van een stoornis in het gebruik van een amfetamine-achtig middel (speed) maakte dat zijn impulscontrole mogelijk nog wat meer gestoord was en dat de verdachte in zijn gedrag erg verward en dreigend kon zijn. De verdachte is ook bekend met een licht verstandelijke beperking waarbij hij een beperkte coping lijkt te hebben. Zijn denken, voelen en handelen werd volledig beheerd door zijn waanachtige belevingen. De psychiater is dan ook van mening dat het aan de verdachte ten laste gelegde hem niet is aan te rekenen.
Nu de conclusie van de psychiater gedragen wordt door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare.
6.4.
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte is niet strafbaar, nu het bewezen feit hem wegens een ziekelijke stoornis van de geestvermogens niet kan worden toegerekend, en zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

7..Motivering maatregel

7.1.
Algemene overweging
De maatregel die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de maatregel is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belaging van een van zijn voormalige woonbegeleidsters van het Leger des Heils. Hij heeft veelvuldig contact met haar gezocht, ook nadat hem meermaals te kennen was gegeven daarmee te stoppen. Dat deed hij door haar een grote hoeveelheid e-mails te sturen, door haar kaarten te sturen en door foto’s van haar te plaatsen op Facebook. Daarnaast heeft de verdachte het slachtoffer opgezocht op haar werk en heeft hij naar haar geïnformeerd bij haar collega’s en bij andere bewoners.
De verdachte heeft door zijn handelen inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer. Het is algemeen bekend dat belaging bij slachtoffers leidt tot gevoelens van angst en onveiligheid. Blijkens de aangifte heeft het slachtoffer veel last van gehad van de belaging door de verdachte. Het slachtoffer was bang om gevolgd te worden en keek steeds achterom. De belaging heeft haar belemmerd in haar doen en laten, zowel op haar werk als in de privésfeer.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 17 november 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De rapportages
Het eerder genoemde rapport van de psychiater houdt - naast hetgeen hiervoor onder 6. is vermeld - onder meer het volgende in.
De psychiater is van mening dat het risico op recidive hoog is op de korte termijn als er geen passende interventie wordt ingezet. De verdachte dient eerst in een forensisch klinische behandelsetting te worden behandeld, waarbij er ook nadere diagnostiek moet plaatsvinden, namelijk intelligentieonderzoek en nader onderzoek naar schizofrenie. De verdachte dient behandeld te worden met anti-psychotische medicatie, waarbij goed gecontroleerd moet worden of dit effect heeft op zijn wanen. Deze behandeling moet gevolgd worden door een verantwoorde resocialisatie, waarbij gedacht wordt aan een forensische RIBW met zorg vanuit een regionaal forensisch FACT-team. Hierin is het van belang dat er ondersteuning is op alle levensgebieden, omdat de verdachte niet in staat is zelfstandig te functioneren in deze maatschappij en hierin ondersteund moet worden met een duidelijke structuur, dagbesteding, behandeling en toezicht.
De verdachte heeft sinds 15 april 2022 een zorgmachtiging, waarmee de behandeling op de forensische verslavingskliniek (hierna: FVK) wordt uitgevoerd. De kliniek heeft een adequaat beveiligingsniveau en behandelingsmogelijkheden, gericht op het voorkomen van recidive. Naar mening van de onderzoeker is het niet nodig een zwaardere juridische maatregel in te zetten om het risico op recidive te verlagen.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 10 oktober 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De reclassering schat het risico op recidive en op letselschade hoog in. Naar inschatting van de reclassering zijn de delictgerelateerde factoren bij de verdachte het psychosociaal functioneren en zijn middelengebruik. Er is sprake van een waanstoornis, die nadelig wordt beïnvloed door de licht verstandelijke beperking. De verdachte kan zich niet inleven in de gevolgen die zijn gedragingen hebben op een ander, wat voortkomt uit het ontbreken van zelfinzicht en ziektebesef. Er zijn door de reclassering een aantal zorgwekkende bevindingen geconstateerd zoals het hoog ingeschatte recidiverisico en meerdere instabiele leefgebieden.
De reclassering sluit zich wat betreft de noodzaak van een forensische klinische behandelsetting aan bij het rapport van de psychiater, maar stelt dat een stringenter kader noodzakelijk is dan de bestaande zorgmachtiging, zoals een TBS met voorwaarden. Dat kader beperkt de gevarenrisico’s en kan de maatschappij voldoende beveiligen. Het huidige behandelkader, de zorgmachtiging, is volgens de reclassering onvoldoende, omdat er geen brug wordt geslagen tussen het ziektebeeld en het delictgedrag. Een zorgmachtiging is niet bestemd om recidivegevaar te beperken.
Samengevat adviseert de reclassering de oplegging van de maatregel tot TBS met
voorwaarden en heeft daartoe een aantal voorwaarden geformuleerd, inhoudende:
  • Het meewerken aan reclasseringstoezicht;
  • het meewerken aan een time-out in een forensisch psychiatrisch centrum gedurende 7 weken;
  • een verbod om naar het buitenland te gaan;
  • opname in een zorginstelling;
  • ambulante behandeling;
  • begeleid wonen;
  • een drugs- en alcoholverbod;
  • een contactverbod met het slachtoffer;
  • een locatieverbod (met elektronische monitoring) voor de woon- en werklocatie van het slachtoffer;
  • het meewerken aan schuldhulpverlening;
  • het inzetten voor dagbesteding.
Daarnaast acht de reclassering de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel wenselijk. Wanneer de TBS-maatregel eindigt, kan de begeleiding en controle voortduren en kan er ingegrepen worden, mocht dit dan noodzakelijk zijn. Zo kan de zorg ook op lange termijn gegarandeerd blijven.
Verklaringen ter terechtzitting
Omdat er discussie bestaat over het kader waarin de verdachte het best behandeld kan worden, zijn de psychiater en de reclasseringswerker ter terechtzitting gehoord.
De psychiater heeft op de terechtzitting onder meer het volgende verklaard.
‘Mijn rapportage is van zes maanden geleden. De verdachte was toen overgeplaatst naar de FVK, hij was meewerkend, abstinent van middelen, nam antipsychotica in en het ging daar goed met hem. De conclusie was daarom dat het bestaande kader - de zorgmachtiging - passend was. Als de verdachte ten tijde van het advies nog in de penitentiaire inrichting had gezeten, dan zouden beide modaliteiten (de zorgmachtiging en TBS met voorwaarden) genuanceerd zijn beschreven. In de praktijk wordt vaak gekozen voor de maatregel van TBS met voorwaarden, omdat een zorgmachtiging in een forensische kliniek niet goed uitvoerbaar is. Nu blijkt het zo te zijn dat de verdachte al langer dan zes maanden in een reguliere kliniek zit op basis van een zorgmachtiging. Voor mijn advies maakt het veel uit hoe het daar nu met hem gaat; die informatie heb ik niet.
De looptijd van TBS met voorwaarden is langer dan de looptijd van de zorgmachtiging, maar dat is geen nadeel, gelet op de stoornissen van de verdachte. TBS met voorwaarden kan de verdachte helpen omdat hij gedurende langere tijd toezicht en begeleiding zal krijgen.’
Reclasseringsmedewerker [naam02] heeft op de terechtzitting onder meer het volgende verklaard.
‘De verdachte zit nu niet in een forensische kliniek. Hij verblijft in een reguliere kliniek met een zorgmachtiging en reclasseringstoezicht. Het toezicht is echter naar de achtergrond verdwenen omdat de zorgmachtiging leidend is. De zorgmachtiging loopt al meer dan een half jaar en er is nog geen psychische stabiliteit bereikt bij de verdachte, tenminste niet op het moment van rapporteren in oktober 2022. Hij mag echter al wel met verlof; dat baart de reclassering zorgen gelet op het geschetste hoge recidiverisico. Er wordt in het kader van de zorgmachtiging geen aandacht besteed aan het delictgedrag. De verdachte heeft baat bij een strikt kader. Hij is aangemeld bij de psychiatrische afdeling van Fivoor in Den Haag. Het gevaar voor gewelddadig gedrag van de verdachte is niet uit te sluiten gelet op zijn psychische toestand in combinatie met zijn verslaving aan verdovende middelen. De zorgmachtiging zorgt niet voor vermindering van het recidivegevaar.’
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de door de reclassering voorgestelde voorwaarden in haar vordering goeddeels overgenomen, doch in aanvulling daarop gevorderd dat de navolgende voorwaarden aan de maatregel van TBS worden verbonden:
  • het meewerken aan forensisch psychiatrisch toezicht;
  • de beperking op het gebruik van internet en sociale media;
  • het meewerken aan de controle door de politie op digitale apparatuur;
  • het geven van openheid van zaken aan de reclassering.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank merkt vooraf op dat de keuze voor het juiste behandelkader voor de verdachte wordt bemoeilijkt doordat recente informatie (na oktober 2022) over het verloop van de behandeling van de verdachte en de inhoud van de inmiddels verlengde zorgmachtiging ontbreekt. Zowel de officier van justitie als de reclasseringswerker konden de rechtbank daarover ter terechtzitting niet nader informeren. Tegelijkertijd is tijdens de terechtzitting duidelijk geworden dat de verdachte weliswaar verklaart dat hij geen relatie meer wil met het slachtoffer, maar dat hij er nog steeds van overtuigd is dat hij kinderen heeft met haar. Het lijkt er dan ook op dat de waanstoornis op dit moment nog steeds aanwezig is. Dit betekent dan ook dat het gevaar van herhaling niet substantieel verminderd is.
Gelet op de aard en ernst van het feit dat door de verdachte is gepleegd, bezien in het licht van de psychiatrische problematiek van verdachte zoals deze volgt uit de zich in het dossier bevindende rapportage en verder is toegelicht door de deskundige ter terechtzitting, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zonder behandeling een zodanig gevaar vormt voor de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, dat het opleggen van een maatregel van terbeschikkingstelling is vereist. Met de reclassering, en anders dan de raadsvrouw heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat verdere behandeling van de verdachte in het kader van een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte GGZ onvoldoende controle en structuur biedt om het recidiverisico effectief te beperken. Daarbij speelt met name een rol dat binnen een zorgmachtiging geen of minder aandacht zal zijn voor het delictgedrag, terwijl dit bij de verdachte juist van groot belang wordt geacht. Ook geldt dat binnen het kader van TBS met voorwaarden ruimte is voor het stellen van praktische voorwaarden na afronding van de klinische behandeling – zoals de verplichting tot begeleid wonen – die ook noodzakelijk zijn om de kans op herhaling in te perken.
De rechtbank neemt in deze beslissing mee dat het in het nadeel van de verdachte is dat hij nu de kliniek moet verlaten waar hij al een aantal maanden verblijft. Maar het zwaarste weegt dat de verdachte op een plek moet komen waar hij langere tijd behandeld en begeleid kan worden en dat hij de structuur krijgt waarbij hij zo gebaat is.
Vastgesteld wordt dat het bewezen verklaarde feit, ter zake waarvan de terbeschikkingstelling met voorwaarden zal worden opgelegd, een misdrijf betreft als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 2, Sr.
Aan de verdachte zal gelet op het voorgaande terbeschikkingstelling met voorwaarden worden opgelegd. Aan de maatregel tot terbeschikkingstelling zullen de voorwaarden worden verbonden zoals die zijn geadviseerd door de reclassering, met uitzondering van de gevorderde kortdurende klinische opname (time-out). In het arrest van 12 juli 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1027) heeft de Hoge Raad geoordeeld over een aan een voorwaardelijke gevangenisstraf verbonden voorwaarde dat de veroordeelde zich zou laten opnemen in een zorginstelling als de voor indicatiestelling verantwoordelijke instantie, op aanvraag van de reclassering, een opname zou indiceren. Naar het oordeel van de Hoge Raad is dit een voorwaarde als bedoeld in artikel 14c, tweede lid, aanhef en onder 10º, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). Daarvoor geldt dat de beslissing of zich de noodzaak voordoet van opneming van de veroordeelde in een zorginstelling en voor welke duur is voorbehouden aan de rechter. De in het arrest bestreden voorwaarde voldeed niet aan deze eis.
De in deze zaak gevorderde voorwaarde van een time-out voorziet ook niet in een bemoeienis van de rechter bij de opname in de zorginstelling. Weliswaar gaat het hier om een ander beslissingskader (artikel 38a Sr) dan bij het stellen van een voorwaarde bij een voorwaardelijke straf, maar het principiële bezwaar tegen de inperking van vrijheden is hetzelfde. Bovendien geldt dat in het kader van een TBS met voorwaarden artikel 6:6:10a Wetboek van Strafvordering de officier van justitie de mogelijkheid biedt om bij de rechter-commissaris een bevel tot tijdelijke crisisopname te vorderen.
Daarnaast zullen aan de TBS worden verbonden de voorwaarden inhoudende het meewerken aan forensisch psychiatrisch toezicht en het verbod om de contactgegevens van de aangeefster te vermelden of te gebruiken op internet en/of social media. De verdachte heeft zich bereid verklaard tot medewerking aan deze voorwaarden.
De overige door de officier van justitie gevorderde voorwaarden (beperking internet en sociale media, controle op digitale apparatuur en openheid van zaken geven) acht de rechtbank te algemeen geformuleerd en daardoor niet controleerbaar dan wel te ingrijpend op de privacy van de verdachte en daardoor niet proportioneel.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op de bewezenverklaring, kwalificatie en strafmotivering geen sprake is van een misdrijf dat gericht was tegen, of gevaar veroorzaakte voor, de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, zoals bedoeld in artikel 38e, eerste lid, Sr. Hoewel het bewezen feit een grote impact heeft gehad op het leven van aangeefster, heeft de verdachte geen fysiek geweld gebruikt en daarmee ook niet gedreigd. Gelet op deze omstandigheden komt de rechtbank tot de conclusie dat de terbeschikkingstelling op grond van de genoemde wettelijke bepaling is gemaximeerd.
Nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens de aangeefster, wordt bevolen dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden dadelijk uitvoerbaar is. De waanstoornis is immers nog steeds bij de verdachte aanwezig.
Anders dan door de officier van justitie is geëist zal de rechtbank niet de gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel opleggen voor het geval de TBS met voorwaarden wordt omgezet naar TBS met dwangverpleging. Deze maatregel betreft een ingrijpende en potentieel langdurige inbreuk op het persoonlijk leven van de verdachte. De rechter die een dergelijke maatregel oplegt moet onder meer een inschatting maken van het toekomstige recidiverisico, waarbij hij rekening houdt met het type delict, de omstandigheden waaronder dat is begaan en eventuele eerdere strafbare feiten (zie ook HR 1 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:770). Alles afwegend acht de rechtbank deze maatregel niet proportioneel.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 37a, 38, 38a en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte ten aanzien daarvan van alle rechtsvervolging;
gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gesteld;
stelt daarbij de navolgende voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde:
de ter beschikking gestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
de ter beschikking gestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht via Fivoor of een soortgelijke instelling. Deze medewerking houdt onder andere in:
de ter beschikking gestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
de ter beschikking gestelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien zodat zijn identiteit kan worden vastgesteld;
de ter beschikking gestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de ter beschikking gestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
de ter beschikking gestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
de ter beschikking gestelde werkt mee aan huisbezoeken;
de ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
de ter beschikking gestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
de ter beschikking gestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de ter beschikking gestelde, als dat van belang is voor het toezicht;
de ter beschikking gestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
de ter beschikking gestelde laat zich opnemen in de FPA te Den Haag of een soortgelijke instelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zolang de reclassering en de zorginstelling dat nodig vinden. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijk opvang gewenst vindt, werkt de ter beschikking gestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
aansluitend aan de klinische behandeling laat de ter beschikking gestelde zich behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zolang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling;
de ter beschikking gestelde werkt mee aan Forensisch Psychiatrisch toezicht indien en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
de ter beschikking gestelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan zijn klinische behandeling. Het verblijf duurt zolang de reclassering en de verblijfsinstelling dat nodig vinden. De ter beschikking gestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
de ter beschikking gestelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de ter beschikking gestelde wordt gecontroleerd;
de ter beschikking gestelde gebruikt geen alcohol en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de ter beschikking gestelde wordt gecontroleerd;
de ter beschikking gestelde heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met de aangeefster, [slachtoffer01] , geboren te [geboorteplaats02] op [geboortedatum02], zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De politie controleert hierop;
de ter beschikking gestelde bevindt zich niet op of rondom de werklocatie van de aangeefster, te weten de [adres01] , [postcode01] [plaats01] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. De ter beschikking gestelde werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatieverbod;
de ter beschikking gestelde zal op geen enkele wijze de naam, de gegevens of afbeeldingen van de aangeefster (laten) vermelden of gebruiken op internet en/of social media;
de ter beschikking gestelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De ter beschikking gestelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
de ter beschikking gestelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende- en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
geeft aan Reclassering Nederland opdracht de terbeschikkinggestelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt de onmiddellijke uitvoerbaarheid van de terbeschikkingstelling met voorwaarden;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Riemens, voorzitter,
en mrs. M.V. Scheffers en F. van Buchem, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 25 februari 2022 te [plaats01] en/of [plaats02] , althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer01] (woonbegeleider bij het Leger des Heils) , door meermalen, althans eenmaal (telkens)
- e-mails (400 stuks) en/of berichten te verzenden/sturen aan die [slachtoffer01] en/of
- kaarten te verzenden/sturen aan die [slachtoffer01] en/of
- langs te komen bij/op de werkgever/het werk van die [slachtoffer01] en/of (aldaar) naar die [slachtoffer01] te vragen en/of
- aan een of meer collega's van die [slachtoffer01] te vragen wanneer die [slachtoffer01] (weer) komt werken en/of (daarbij) te verzoeken hem, verdachte op de hoogte te houden van de werktijden van die [slachtoffer01] en/of (daarbij) op het planbord te kijken/zoeken naar werktijden/het rooster van die [slachtoffer01] en/of
- het plaatsen op social media (Facebook) van een of meer foto's van zichzelf, verdachte en/of van die [slachtoffer01] met daarbij de tekst -zakelijk weergegeven- dat hij, verdachte (stapel)gek is op die [slachtoffer01] , althans woorden van gelijke aard en/of strekking,
met het oogmerk die [slachtoffer01] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.