ECLI:NL:RBROT:2022:11717

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
16 januari 2023
Zaaknummer
649318
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming bijzondere curator en machtiging tot uithuisplaatsing van kinderen na overlijden moeder

In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 december 2022 een beschikking gegeven over de uithuisplaatsing van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02], en de benoeming van een bijzondere curator. De kinderen woonden voorheen bij hun moeder, die op 26 november 2022 is overleden. De vader heeft sinds maart 2022 geen omgang meer met de kinderen en heeft zich teruggetrokken. Na het overlijden van de moeder heeft de tante van de kinderen, die feitelijk bij hen verblijft, verzocht om voor hen te zorgen. De kinderrechter heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de kinderen momenteel bij de tante verblijven, maar dat er zorgen zijn over de stabiliteit van deze situatie, gezien de tijdelijke verblijfsvergunning van de tante en haar gebrek aan Nederlands. De vader heeft verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing en heeft aangegeven dat hij bereid is voor de kinderen te zorgen, maar de kinderen hebben aangegeven dat ze hem niet vertrouwen. De kinderrechter heeft besloten dat het in het belang van de kinderen is om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen en een bijzondere curator te benoemen om de belangen van de kinderen te behartigen. De beslissing houdt in dat de kinderen voorlopig bij de tante blijven wonen, terwijl er verder onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden voor contact met de vader en de voorwaarden waaronder de kinderen eventueel bij hem kunnen wonen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/649318 / JE RK 22-2866
Datum uitspraak: 20 december 2022
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging tot uithuisplaatsing en een benoeming tot bijzondere curator (1:250 BW).
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

locatie Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2012 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2014 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. H. Mermer, te Den Haag,

[naam02] ,

hierna te noemen: de tante (moederszijde, feitelijk verblijvend te [plaats01] ,
advocaat: mr. Vermeijden, te Vlaardingen.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de spoedbeschikking uithuisplaatsing van deze rechtbank van 9 december 2022;
-het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 12 december 2022, ingekomen bij de griffie op dezelfde datum.
Op 20 december 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de tante (mz), bijgestaan door haar advocaat;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam03] en [naam04] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan een halfbroer van [naam02] . Omdat de door de GI aangevraagde tolk niet beschikbaar was, heeft de halfbroer opgetreden als tolk voor de tante.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgeoefend door de vader.
Bij beschikking van 11 augustus 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verlengd tot 26 augustus 2023.
[naam kind01] en [naam kind02] woonden bij hun moeder. De moeder is op 26 november 2022 overleden. [naam kind01] en [naam kind02] wonen sindsdien samen met de tante in het ouderlijk huis.
Bij spoedbeschikking van 9 december 2022 is een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] verleend voor de duur van vier weken, te weten tot 6 januari 2023. Op de rest van het verzoek is nog niet beslist.

Het verzoek

De GI heeft de uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] in het ouderlijk huis met tante verzocht voor de duur van een jaar. Hiervan is op 9 december 2022 vier weken toegewezen.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. In maart (2022) heeft de vader aangegeven dat hij geen contact meer wilde met de moeder en de kinderen. Toen is er ook even geen contact meer geweest tussen de GI en de vader. Later gaf de vader aan dat hij wilde toewerken aan contactherstel. In september is er weer een omgangsmoment geweest tussen de vader en de kinderen. De vader heeft even gevoetbald met de kinderen, maar zat daarna vooral op zijn telefoon.
Recent is de moeder overleden. De kinderen zijn naar Marokko afgereisd voor de begrafenis van de moeder. De vader was op dat moment ook in Marokko en aanwezig bij de begrafenis. Toen de kinderen eenmaal terug waren in Nederland, zijn zij met tante meegegaan naar hun huis. De vader heeft verschillende nare dingen tegen de kinderen gezegd en dreigementen geuit, waaronder dat hij de tante zou neersteken. De kinderen willen wel in contact zijn met de vader, maar tegelijkertijd vertrouwen ze hem niet en voelen ze zich onveilig. De kinderen willen graag in hun ouderlijke woning verblijven en naar hun eigen school blijven gaan. In het weekenden zouden ze naar de familie van moeder willen. Het is van belang dat het perspectief van de kinderen wordt bepaald. Inmiddels is traumahulpverlening voor de kinderen opgestart. Hieruit zal blijken wat het meeste in het belang van de kinderen is wat betreft verder hulp.

Het standpunt van de vader

Door en namens de vader is ter zitting verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI. De vader geeft aan dat hij bereid is om samen met zijn partner voor de kinderen te zorgen. De kinderen kunnen allen een eigen slaapkamer krijgen. [naam kind01] en [naam kind02] krijgen samen hun eigen slaapkamer en de andere kinderen hebben ook samen een eigen slaapkamer. Er is genoeg ruimte om voor de kinderen te kunnen zorgen. De vader heeft gezag en er is geen reden waarom hij niet voor de kinderen kan zorgen. Hij zit momenteel in de Ziektewet en kan dus veel tijd besteden aan de opvoeding. In Marokko is het goed gegaan, de vader betwist dat hij gescholden of gedreigd zou hebben. Ter onderbouwing verwijst de vader naar de foto’s die achter het verweerschrift zijn gevoegd. Ook zorgt hij zonder problemen voor zijn andere kinderen.
De vader vraagt zich af of de tante wel de juiste persoon is om de kinderen op te voeden. De tante mag slechts drie maanden in Nederland verblijven, omdat zij in Italië over een verblijfsvergunning beschikt. Bovendien spreekt de tante geen Nederlands. Dit is geen stabiele basis voor de kinderen. Het klopt dat de omgangsregeling niet goed verliep. Het was juist de moeder die de omgangsregeling dwarsboomde.
Door en namens de tante is ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. De GI wil op dit moment niet het contact tussen de vader en de kinderen verbreken. Het is enkel van belang dat de kinderen blijven op de plek waar zij nu zijn zodat er een periode van rust kan ontstaan. De kinderen zijn net hun moeder kwijtgeraakt. Het is van belang dat zij eerst stabiliseren. Daarna kan er worden gekeken hoe het contact met de vader moet worden vormgegeven. De vader moet uiteraard een rol spelen in het leven van de kinderen, maar wel op een rustige manier. Onder de regie van de GI kan er worden toegewerkt naar contactherstel met de vader. Verder is het van belang om het perspectief van de kinderen te bepalen. De tante is op dit moment haar hele leven aan het inrichten voor de kinderen. Zij woonde hiervoor in Italië. Zij is geen Italiaans staatsburger, en heeft daar een tijdelijk verblijfsrecht. De advocaat weet op dit moment niet precies wat haar verblijfstitel is. De jaren hiervoor is zij ook vaker voor langere periodes bij de moeder en de kinderen geweest. Zij heeft ook nog een dochter van 4 jaar oud. Zij is een vertrouwd figuur voor de kinderen. De tante vindt het belangrijkste dat er beslissingen worden genomen in het belang van de kinderen. Op het moment dat wordt besloten dat de kinderen bij de vader gaan wonen, dan moet dit het beste zijn voor de kinderen.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat de moeder is overleden na een mislukte levertransplantatie. Door haar leverproblemen was zij lange tijd ziek en uiteindelijk is ze komen te overlijden. Moeder zou aan de tante gevraagd hebben om de verzorging en opvoeding van de kinderen op zich te nemen. De tante is bereid om dit vanuit de woning van de moeder te doen, zodat de kinderen gewoon naar school kunnen blijven gaan.
De vader heeft in maart (2022) aangegeven de omgang met de kinderen niet meer goed aan te kunnen. [naam kind01] en [naam kind02] vertoonden richting de andere kinderen van de vader agressief gedrag. Hierdoor moest hij altijd bij de kinderen blijven. Ook vroegen de ruzies met de moeder veel van de vader. Tussen de ouders was altijd sprake van een gespannen relatie. Zij hadden beiden andere visies over de manier van opvoeden en de rol die religie in de opvoeding moest spelen. De kinderen hadden duidelijk last van deze discussies en de gespannen relatie tussen hun ouders. In september heeft er weer een begeleid omgangsmoment plaatsgevonden. De kinderen hebben gevoetbald met de vader, maar ook is gezien dat de vader lange tijd op zijn telefoon heeft gezeten. Daarnaast hebben de kinderen aangegeven bij de GI dat zij wel contact willen met de vader maar dat ze hem op dit moment niet vertrouwen. Ook op school zeggen zij gekke dingen over de situatie bij de vader.
Wat betreft het door de GI genoemde situatie rondom de begrafenis van de moeder, stelt de kinderrechter vast dat dit door de vader voldoende is betwist. Hierdoor zal de kinderrechter dit niet betrekken in zijn verdere beoordeling.
Gelet op het bovenstaande is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing op dit moment in het belang is van [naam kind01] en [naam kind02] . Zij hebben de vader een lange periode niet gezien, omdat de vader bij de GI had aangegeven het niet meer te kunnen opbrengen. Ook geven de kinderen zelf aan dat zij op dit moment de vader niet vertrouwen. De kinderen verblijven op dit moment in de echtelijke woning bij de tante die in het verleden ook al langere periodes de moeder heeft ondersteund.
In de tussentijd vindt de kinderrechter het belangrijk dat wordt onderzocht wat nodig is om de kinderen bij de vader te plaatsen en of dit in hun belang is. Hiervoor zal ook in de omgang tussen de vader en de kinderen moeten worden geïnvesteerd. De vader is een gezaghebbende ouder en geeft aan voor de kinderen te willen zorgen. Daar komt bij dat onduidelijk is of de tante wel voor een langere periode in Nederland kan verblijven, omdat zij op dit moment een tijdelijk verblijfsrecht heeft voor Italië. Ook spreekt de tante geen Nederlands, waardoor wordt afgevraagd of zij met die beperkingen wel de aangewezen persoon is om voor de kinderen te zorgen.
Gelet op het eerdere moeizame verloop van de omgang tussen de vader en de kinderen, het feit dat de kinderen hebben aangegeven vader niet te vertrouwen en er nu geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar is, zal de kinderrechter overgaan tot benoeming van een bijzonder curator. De kinderrechter acht het noodzakelijk dat een bijzondere curator wordt benoemd om [naam kind01] en [naam kind02] in en buiten rechte te vertegenwoordigen en al het nodige te doen wat in de huidige situatie in het belang van [naam kind01] en [naam kind02] is. Met name is van belang om te onderzoeken onder welke voorwaarden [naam kind01] en [naam kind02] terug zouden kunnen naar de vader en of dit in hun belang is. Het is van belang dat de kinderen snel duidelijkheid krijgen.
[naam05] heeft zich bereid verklaard de benoeming tot bijzondere curator te aanvaarden.
Gezien het voorgaande zal de kinderrechter het verzoek voor een beperkte tijd toewijzen, zodat de bijzonder curator in de tussentijd een rapportage kan uitbrengen over zijn bevindingen.

De beslissing

De kinderrechter:
houdt de beslissing van 9 december 2022 in stand;
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] en [naam kind02] in het ouderlijk huis onder toezicht van het netwerk van de moeder voor de duur van 4 maanden, te weten tot 6 mei 2023;
houdt de rest van het verzoek aan tot hierna te noemen zittingsdatum;
benoemt tot bijzondere curator teneinde [naam kind01] en [naam kind02] te vertegenwoordigen: [naam05] , [adres01] te [plaats02] ;

En alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de vader en de tante (mz) (en haar advocaat) zal plaatsvinden op
3 mei 2023 om 09:00 uur in het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100-125;
de zaak zal op bovengenoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. T. van den Akker, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de vader (en zijn advocaat), de tante (mz) (en haar advocaat) en de bijzondere curator;
verzoekt de GI uiterlijk een week voor de genoemde zittingsdatum aan de kinderrechter een rapportage omtrent de laatste stand van zaken te doen toekomen, met afschrift aan de vader en de tante (mz) (en haar advocaat);
bepaalt dat de bijzondere curator twee weken voor de genoemde zittingsdatum schriftelijk verslag doet van haar bevindingen en daarbij een standpunt inneemt over het verzoek;
verklaart de beslissing tot uithuisplaatsing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2022 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. Hermans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 29 december 2022
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.