Op 14 december 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 21 juni 2023, maar het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen. De zaak kwam voort uit zorgen over de thuissituatie van [voornaam minderjarige01], die eerder uit huis was geplaatst vanwege huiselijk geweld en conflicten tussen de ouders. De minderjarige verbleef op dat moment bij de grootmoeder vaderszijde, waar hij zich beter leek te ontwikkelen. De moeder van [voornaam minderjarige01] had inmiddels een eigen woning en er was hulpverlening vanuit Coach-Point ingezet. De kinderrechter oordeelde dat de situatie van de moeder was verbeterd en dat een thuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] bij haar mogelijk was, mits er goede afspraken werden gemaakt over de omgang met de vader en de grootmoeder. De kinderrechter benadrukte het belang van de betrokkenheid van de gecertificeerde instelling (GI) in de komende periode, gezien de onrust binnen de familie. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.