ECLI:NL:RBROT:2022:11599

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 december 2022
Publicatiedatum
7 januari 2023
Zaaknummer
9307986 CV EXPL 21-2857
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenrapport en zorgvuldigheid bij de beoordeling van schadeposten in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 29 december 2022 een vonnis uitgesproken in de zaak tussen [eiseres01], voorheen h.o.d.n. [handelsnaam01] en [handelsnaam02], en [gedaagde01] en [gedaagde02]. De zaak betreft een deskundigenonderzoek naar de kwaliteit van verrichte werkzaamheden aan voertuigen, waarbij de deskundige, de heer [deskundige01] van garage [bedrijf02], is ingeschakeld om de schadeposten te beoordelen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 24 februari 2022 een deskundigenonderzoek bevolen, waarna het deskundigenbericht op 2 mei 2022 is gepresenteerd. De deskundige heeft vastgesteld dat de werkzaamheden aan de voertuigen niet ondeugdelijk zijn uitgevoerd, ondanks de bezwaren van [eiseres01]. De kantonrechter heeft de bevindingen van de deskundige gevolgd en geoordeeld dat de vorderingen van [eiseres01] grotendeels ongegrond zijn. De kantonrechter heeft de gevorderde schadeposten b. i., ii en iii en d. i en iv tot en met ix afgewezen, met uitzondering van de kostenposten d. ii en d. iii, die zijn toegewezen. Uiteindelijk is [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van € 952,19 aan [eiseres01], terwijl de proceskosten voor rekening van [eiseres01] komen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9307986 CV EXPL 21-2857
uitspraak: 29 december 2022
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van
[eiseres01] ,
voorheen h.o.d.n. [handelsnaam01] en [handelsnaam02] ,
woonplaats: [woonplaats01] , gemeente [gemeente01] ,
eiseres,
gemachtigde: Juridisch Advies Rotterdam,
tegen
1)
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats02] ,
gemachtigde: [gemachtigde01] ,
2)
[gedaagde02],
h.o.d.n. [bedrijf01]
woonplaats: [woonplaats03] ,
niet verschenen,
gedaagden.
Partijen blijven hierna aangeduid als [eiseres01] respectievelijk [gedaagde01] en [gedaagde02] .

1.Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 24 februari 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
  • het (concept) deskundigenbericht van 2 mei 2022;
  • de e-mail van de deskundige van 26 juli 2022;
  • de brief namens [eiseres01] van 31 augustus 2022;
  • de e-mail van [gedaagde01] van 21 september 2022.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij het tussenvonnis is een deskundigenonderzoek bevolen dat inmiddels heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding van het concept deskundigenbericht van 2 mei 2022 heeft [eiseres01] de deskundige verzocht het voertuig waaraan las- en spuitwerk was verricht te bekijken. Nadat de deskundige dit had gedaan, heeft hij bij zijn e-mail van 26 juli 2022 bericht dat het concept deskundigenbericht niet behoeft te worden aangepast. Vervolgens hebben beide partijen op het deskundigenbericht gereageerd.
Ten aanzien van de vorderingen jegens [gedaagde01]
2.2.
Bij genoemd tussenvonnis is de heer [deskundige01] van garage [bedrijf02] als
deskundige benoemd. De deskundige heeft op de vragen van de kantonrechter als volgt
geantwoord:
1) schadeposten b. i. en iii. ad € 1.660,61 en € 181,62: [naam01] heeft geen ondeugdelijk werk geleverd met betrekking tot de revisie van de spanningsregelaar in de zwarte [eiser01] 3500: de dynamo is vervangen en de bedrading is gerepareerd. Dat daarna de regelaar in de PCM is stuk gegaan kan, maar toen de auto weg is gegaan, was die goed wat te zien is op de voltmeter;
2) schadepost b. ii. ad € 3.630,-: [naam01] heeft geen ondeugdelijk werk geleverd bij zijn werkzaamheden aan de motor in de witte [eiser01] 250;
3) schadepost d. iv ad € 2.291,14: [naam01] heeft de koppakking wel degelijk vervangen van de witte [eiser01] 250 ondanks dat op de foto’s duidelijk te zien is dat de koppakking lek is en: “Het is altijd moeilijk hoe ver moet je gaan met zo’n oude auto. Achteraf is alles makkelijk!”;
4) schadepost d. vi. ad € 1.100,50: [naam01] heeft het vriesplaatje in de witte [eiser01] 250 duidelijk vervangen, alleen slordig afgekit, maar dat zegt niet dat het niet goed is;
5) schadepost d. ix. ad € 3.872,-: of het spuitwerk door [naam01] en/of [gedaagde02] ondeugdelijk is verricht zodat het overnieuw moest worden gedaan, is moeilijk te beoordelen, het zijn vage foto’s en voor een bedrag van € 3.872,- kan je ook niet veel verwachten, zeker als er nog roest reparaties zijn gedaan (lassen en voorbewerken);
6) schadeposten d. i., iv., v., vi., vii. en viii: met betrekking tot beantwoording van de vraag of de in rekening gebrachte aantallen uren met betrekking tot deze posten redelijk zijn, geldt dat de uren niet altijd zijn gespecificeerd maar gelet op het berekende uurloon is er zeker niet te veel in rekening gebracht.
2.3.
[gedaagde01] kan zich vinden in de bevindingen en de conclusie van de deskundige. De bezwaren van [eiseres01] tegen de bevindingen van de deskundige worden hierna besproken.
2.4.
De kantonrechter stelt bij zijn beoordeling voorop dat een deskundige de opdracht onpartijdig en naar beste weten dient te volbrengen (artikel 198 lid 1 Rv). Daarbij dient hij de zorgvuldigheid in acht te nemen die mag worden verwacht van een redelijk handelend en redelijk bekwaam deskundige bij uitbrengen van een deskundigenbericht in een gerechtelijke procedure. Wat die zorgvuldigheid in een concreet geval inhoudt, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval waaronder de aard en de inhoud van de opdracht, de aard en ernst van de betrokken belangen en de rol van de rechter. De rechter bepaalt welke vragen aan de deskundige worden voorgelegd, of het deskundigenbericht beantwoordt aan die vraagstelling en of het deskundigenbericht toereikend is voor de door de rechter te nemen beslissing. Ook de waardering van het deskundigenbericht is aan het oordeel van de rechter overgelaten. Aan de door de rechter ingeschakelde deskundige dient voorts de nodige vrijheid te worden gelaten om het onderzoek te verrichten op de wijze die hij het beste vindt (Hoge Raad 14 oktober 2022, ECLI:NL:HR:2022:1445).
2.5.
De eerste vraag heeft betrekking op het verwijt van [eiseres01] dat de spanningsregelaar niet deugdelijk was gereviseerd nadat de auto bij [naam01] was gebracht vanwege (op)laadproblemen. [eiseres01] heeft in haar laatste akte het accent erop gelegd of [naam01] had moeten weten dat de spanningsregelaar niet in de dynamo zat en dat de deskundige dit had moeten zien. De kantonrechter begrijpt het antwoord van de deskundige echter zo, dat in verband met de (op)laadproblemen, waarvoor de auto bij [naam01] was gebracht, de dynamo deugdelijk is vervangen en de bedrading is gerepareerd en dat het – nadat de auto in goede toestand weer weg was gegaan – vervolgens stuk gaan van de regelaar in de PCM daar los van staat. Daarmee heeft de deskundige de gestelde vraag inzichtelijk beantwoord en behoefde hij niet toe te komen aan het genoemde verwijt van [eiseres01] .
2.6.
In verband met de tweede en derde vraag heeft [eiseres01] zich afgevraagd hoe het kan dat als de koppakking deugdelijk – of alleen maar “degelijk”, zoals de deskundige schrijft – is vervangen, het defect al snel weer optreedt. De kantonrechter constateert dat de deskundige het werk niet ondeugdelijk uitgevoerd acht en – anders dan [eiseres01] – de leeftijd van de auto een- en andermaal in zijn rapportage van belang acht, ook in ruimere zin: “Het is helaas wel het risico wat je loopt met oude auto’s. Het is bij de Dodge fabrikant nooit de bedoeling geweest dat auto’s van dit bouwjaar nog zouden rondrijden.” [eiseres01] heeft gesteld, maar niet onderbouwd dat de leeftijd er niet toe doet, zodat de kantonrechter daaraan voorbijgaat. Voor het overige ziet hij ook op dit punt geen grond het oordeel van de deskundige niet te volgen. Anders dan [eiseres01] had gesteld, heeft de deskundige vastgesteld dat de koppakking is vernieuwd en niet vastgesteld dat het werk ondeugdelijk is uitgevoerd, terwijl er vanuit mag worden gegaan worden dat als de deskundige twijfel zou hebben gehad over de manier waarop het werk is uitgevoerd, hij deze kenbaar gemaakt zou hebben.
2.7.
Anders dan [eiseres01] had betoogd, heeft de deskundige bij zijn beantwoording van de vierde vraag vastgesteld dat het vriesplaatje is vervangen en dat de omstandigheid dat het slordig is afgekit niet zegt dat het werk niet goed is gedaan. De reactie van [eiseres01] dat het niet gaat om het vriesplaatje, maar om “het gehele plaatje” treedt buiten de vraagstelling en doet aan de bevindingen van de deskundige niet af.
2.8.
Ten aanzien van de vijfde vraag, over het spuitwerk, heeft de deskundige in eerste instantie opgemerkt dat dit vanuit vage foto’s moeilijk te beoordelen is, maar nadat hij vervolgens de auto gezien had, heeft hij niet alsnog vastgesteld dat het spuitwerk niet deugdelijk is uitgevoerd of dat roestplekken niet of ondeugdelijk behandeld zijn. Voor zover de deskundige met zijn opmerking “voor een bedrag van 3872,-- euro kan je ook niet veel van verwachten, zeker als er nog roest reparaties zijn gedaan (lassen en voor bewerken)” tot uitdrukking heeft gebracht dat het spuiten netter had gekund – dit is ook wat [eiseres01] stelt dat de deskundige bij de inspectie van de auto heeft gezegd – volgt daar niet uit dat hij van oordeel is dat het ondeugdelijk is geschiedt en overnieuw diende te gebeuren, zoals [eiseres01] heeft betoogd.
2.9.
Wat betreft de zesde vraag, naar de redelijke prijs en de in dat verband in rekening gebrachte uren, stelt de kantonrechter voorop dat het de deskundige vrij staat zijn bevindingen te formuleren naar eigen inzicht. De deskundige heeft, onbetwist, vastgesteld dat in een aantal gevallen geen uren waren gespecificeerd. Daarom heeft hij het berekende totaalbedrag beoordeeld en in geen van de gevallen als te hoog aangemerkt: “Ik denk persoonlijk dat PMG zich zelf te kort heeft gedaan, in plaats van te veel berekend. Zeker gezien het uurloon, daar kan geen bedrijf als PMG van bestaan.” Waar er wel uren vermeld waren, acht de deskundige deze nergens te veel. Slechts bij de factuur bedoeld onder d. i. is door de deskundige de opmerking gemaakt dat 12 uur voor het vervangen van een thermostaat en dynamo veel is, maar hij voegt daaraan toe dat het bij “zo’n auto” – de kantonrechter begrijpt dit als een verwijzing naar een auto van de leeftijd als de
onderhavige – vaak tegen zit. Hij voegt eraan toe: “8-10 uur lijkt mij genoeg. Maar niet voor 42,-- euro! Daar kan niemand meer voor werken, dus het totaal is zeker niet te veel”. Naar het oordeel van de kantonrechter kan, zelfs als het “tegen kunnen zitten” zou worden beperkt tot maximaal 10 uur werk, aldus niet worden geoordeeld dat meer dan een redelijke prijs in rekening is gebracht.
2.10.
Ook hetgeen [eiseres01] overigens nog naar voren heeft gebracht doet, voor zover het al valt binnen de concrete vraagstelling aan de deskundige, aan diens oordeel niet af. Enkele mogelijke onvolkomenheden als de bron van bepaalde foto’s doet onvoldoende af aan de bruikbaarheid van het deskundigenonderzoek. Voor het overige beantwoordt het aan de vraagstelling en is het toereikend voor de te nemen beslissing.
2.11.
Gelet op het bovenstaande en hetgeen al in het tussenvonnis is overwogen worden de gevorderde schadeposten b. i., ii en iii en d. i en iv tot en met ix afgewezen. Dit heeft als gevolg dat schadepost c. i, de transportkosten van de zwarte Dodge door de auto-ambulance, ook moet worden afgewezen. Schadepost a. ad € 605,- inzake kosten schadevaststelling gemaakt door genoemde [naam02] wordt eveneens afgewezen, nu maar een zeer beperkt deel van de gestelde schade daadwerkelijk toewijsbaar is.
2.12.
In genoemd tussenvonnis is al beoordeeld dat de kostenposten d. ii en d. iii. ad
€ 300,- en € 652,19 zullen worden toegewezen. In totaal wordt dus een bedrag van € 952,19 toegewezen.
Ten aanzien van de vorderingen jegens [gedaagde02]
2.13.
[eiseres01] vordert schadevergoeding ten aanzien van het spuitwerk. Gelet op de conclusie van de deskundige en wat hierover onder 2.8 is overwogen, komt deze vordering de kantonrechter ongegrond voor en moet deze daarom worden afgewezen.
Kosten
2.14.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden afgewezen, nu slechts een zeer beperkt deel van de ingestelde vordering toewijsbaar is gebleken.
2.15.
[eiseres01] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [gedaagde01] tot vandaag vast op € 50,- aan reis- en verletkosten en aan de kant van [gedaagde02] op nihil. De door [eiseres01] voorgeschoten kosten van de deskundige komen ook voor rekening van [eiseres01] .

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiseres01] te betalen € 952,19;
3.2.
wijst af het meer of anders door [eiseres01] gevorderde;
3.3.
veroordeelt [eiseres01] in de proceskosten, aan de kant van [gedaagde01] tot vandaag vastgesteld op € 50,- en aan de kant van [gedaagde02] op nihil;
3.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. dr. P.G.J. van den Berg en door mr. drs. E. van Schouten in het openbaar uitgesproken.
745