Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 29 juni 2022;
- het verweerschrift;
- de pleitaantekeningen van mr. Dekker;
- de aantekeningen van mr. De Vries;
- de overgelegde producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 6 oktober 2022 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van Stichting voor Islamitisch Voorgezet Onderwijs (Sivor) tegen een werknemer, aangeduid als [verweerster01]. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 5 juli 2021, waarin een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst was afgewezen. De verhoudingen tussen partijen waren inmiddels ernstig verstoord, en beide partijen hadden weinig ondernomen om de situatie te verbeteren. Sivor verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een vergoeding, terwijl [verweerster01] zich verzette tegen de ontbinding en een transitievergoeding en billijke vergoeding eiste.
De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een opzegverbod vanwege de arbeidsongeschiktheid van [verweerster01], maar dat dit niet in de weg stond aan de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De rechter concludeerde dat de verhoudingen onherstelbaar verstoord waren en dat herplaatsing niet mogelijk was. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 december 2022, en [verweerster01] kreeg recht op een transitievergoeding van € 21.100,86 bruto. Het verzoek om een billijke vergoeding werd afgewezen, omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.