Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 10 mei 2022, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- de brief van 8 augustus 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van 4 november 2022 van [eiser01] , met bijlagen;
- het antwoord in reconventie;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [eiser01] .
- [eiser01] in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde;
- [gedaagde01] in persoon, vergezeld van [naam01] (zoon) en [naam02] (dochter), bijgestaan door haar gemachtigde.
2..De feiten
3..Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen om uiterlijk 1 mei 2023 de woning te ontruimen;
- [gedaagde01] te veroordelen aan hem te betalen € 550,01 met rente;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
31 december 2023 voorgesteld. Dit is door [gedaagde01] niet geaccepteerd. Evenmin heeft [eiser01] naar vervangende woonruimte gezocht. Door het niet zoeken naar vervangende woonruimte en het niet in overleg treden omtrent een ruimere ontruimingstermijn gedraagt [gedaagde01] zich niet conform de eisen van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:2 BW en mag van [eiser01] geen verdere verlenging van de overeenkomst worden verwacht.
- dan wel iedere maatregel te treffen die de rechtbank passend acht.
- [verweerder01] te veroordelen in de proceskosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
“Als de toestand van de woning blijft zoals deze nu is, kan ik daarmee leven. Als de gebreken niet verergeren denk ik dat ik het daar nog een tijd uithoud.”en
“Ten aanzien van het punt dat het niet meer verantwoord zou zijn om in de woning te wonen merk ik op dat ik op dit moment geen problemen heb.”Door deze verklaringen heeft [eiseres01] het gerechtvaardigd vertrouwen gewekt geen aanspraak meer te maken op het herstel. Bovendien heeft [eiseres01] geen rechtens te respecteren belang bij haar vorderingen, nu [verweerder01] nog altijd voornemens is de punten uit het rapport aan te pakken. Sterker nog, een aantal gebreken heeft [verweerder01] inmiddels al verholpen. Het niet verrichten van de werkzaamheden is niet het gevolg van onwil aan de zijde van [verweerder01] , maar het gevolg van het feit dat [verweerder01] eerst een eindoordeel wenst over de huurrelatie tussen partijen en van het feit dat [verweerder01] erop vertrouwde dat [eiseres01] haar aanspraak niet meer geldend zou maken.
4..De beoordeling
16 september 2020 is de zus ( [naam03] ) van [gedaagde01] in haar woning gevallen en op
18 september 2020 is zij geopereerd. Ook na de operatie verkeerde de zus in een medisch zorgelijke toestand. Omdat [gedaagde01] , zelf thans 85 jaar oud, mantelzorgster is van haar zus, heeft zij op dat moment extra zorg voor haar zus. Uit het WhatsApp-gesprek van
27 september 2020 blijkt dat [eiser01] op de hoogte was van de situatie van [gedaagde01] en zich gezien de situatie ook kon voorstellen dat haar ‘
hoofd er niet naar staat’ om het rapport te bespreken (zie onder 2.6). Uiteindelijk hebben partijen elkaar op 4 oktober 2020 gesproken. In dat gesprek heeft [eiser01] tevens met [gedaagde01] gesproken over een beëindiging van de huurovereenkomst om de renovatie te kunnen uitvoeren. Doordat [eiser01] van te voren enkel heeft aangekondigd dat het gesprek zou gaan over het rapport en de noodzaak van renovatie en [eiser01] niet te kennen heeft gegeven dat hij ook wilde praten over een beëindiging van de huurovereenkomst, heeft hij [gedaagde01] daarmee overvallen, zeker gezien de situatie waarin zij verkeerde. [eiser01] had zich onder de omstandigheden waarin [gedaagde01] verkeerde ervan moeten vergewissen dat [gedaagde01] zich met het ondertekenen van de overeenkomst realiseerde dat de huurovereenkomst met haar instemming zou eindigen en zij ook haar recht op huurbescherming zou prijsgeven. Het had daarbij op de weg van [eiser01] gelegen om [gedaagde01] te adviseren de brief van 6 oktober 2020 met anderen, bijv. een juridisch adviseur of de kinderen van [gedaagde01] , te bespreken. Dat heeft hij niet gedaan.