Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 december 2022 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser,
de burgemeester van Nissewaard (burgemeester),
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Tijdens een surveillance op 11 februari 2021 ziet een politieambtenaar een hem ambtshalve bekend persoon rijden in een personenauto. Het was de politieambtenaar bekend dat deze persoon in het verleden heeft gereden onder invloed van drugs en dat hij eerder is aangehouden voor de handel in harddrugs. Enkele minuten later ziet de politieambtenaar hetzelfde voertuig stilstaan op de [straatnaam] ter hoogte van het portiek met huisnummers [huisnummers]. De politieambtenaar zag dat er geen persoon meer in het voertuig zat. De politieambtenaar heeft toen zijn herkenbare dienstvoertuig geparkeerd op de Breeweg, aan het einde van de [straatnaam], richting de doorgaande weg. Daar stond hij nog geen vijf minuten geparkeerd en toen zag hij het eerder genoemde voertuig weer rijden. Op de Karel Doormanstraat in Spijkenisse lukte het de politieambtenaar om de bestuurder een stopteken te geven. Eiser bleek de bestuurder van de auto te zijn. Vervolgens is de auto doorzocht en heeft de politie twee gripzakjes met in totaal 4,2 gram hennep, een gripzakje met 1,11 gram MDMA en een contant bedrag van € 1.560,- (in 8 biljetten van € 10,- en 74 biljetten van € 20,-) aangetroffen. Bij aankomst op het politiebureau is eiser gefouilleerd en is in zijn rechterbinnenzak een gripzakje met 1,92 gram hasj aangetroffen.
Beoordeling door de rechtbank
In de toelichting op dit artikel staat in de APV– voor zover van belang – het volgende vermeld: