In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 januari 2022 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 1 december 2021 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De ouders van [naam kind] zijn in een complexe echtscheiding verwikkeld, wat heeft geleid tot een ernstige bedreiging van de sociaal-emotionele ontwikkeling van [naam kind]. Sinds oktober 2020 heeft hij geen contact meer met zijn moeder, wat zijn ontwikkeling negatief beïnvloedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende resultaat heeft opgeleverd en dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind]. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met als doel contactherstel tussen [naam kind] en zijn moeder te bevorderen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.