ECLI:NL:RBROT:2022:1138

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 januari 2022
Publicatiedatum
17 februari 2022
Zaaknummer
C/10/629600 / JE RK 21-3147
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van de ontwikkeling en contactherstel met de ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 januari 2022 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 1 december 2021 een verzoek ingediend tot ondertoezichtstelling van [naam kind] voor de duur van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de vader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De ouders van [naam kind] zijn in een complexe echtscheiding verwikkeld, wat heeft geleid tot een ernstige bedreiging van de sociaal-emotionele ontwikkeling van [naam kind]. Sinds oktober 2020 heeft hij geen contact meer met zijn moeder, wat zijn ontwikkeling negatief beïnvloedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de hulpverlening in het vrijwillig kader onvoldoende resultaat heeft opgeleverd en dat er grote zorgen zijn over de ontwikkeling van [naam kind]. De kinderrechter heeft besloten om [naam kind] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met als doel contactherstel tussen [naam kind] en zijn moeder te bevorderen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/629600 / JE RK 21-3147
datum uitspraak: 11 januari 2022

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2007 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 1 december 2021, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 11 januari 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. H.M. Hueting,
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 1],
- een tweetal vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), [naam 2] en [naam 3].
[naam kind] heeft zijn mening schriftelijk kenbaar gemaakt.

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.

[naam kind] woont bij de vader.

Het verzoek

De Raad heeft een ondertoezichtstelling van [naam kind] verzocht voor de duur van twaalf maanden.
De Raad heeft zijn verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De afstand tussen [naam kind] en de moeder wordt steeds groter. Dit is een bedreigende factor voor de ontwikkeling van [naam kind]. De hulpverlening in het vrijwillig kader en drangkader komt onvoldoende van de grond. Het is noodzakelijk om in het kader van de ondertoezichtstelling te werken aan contactherstel tussen [naam kind] en de moeder.

De standpunten

De GI heeft zich ter zitting aangesloten bij het verzoek van de Raad. De Raad adviseert om SPAM in te zetten. Dat kan op korte termijn starten. In het kader van SPAM zullen individuele gesprekken worden gevoerd met zowel de moeder als met [naam kind]. Vandaaruit zal worden bekeken of contactherstel weer mogelijk is en zo ja, op welke wijze dat moet gebeuren.
Namens en door de moeder is geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. De moeder hoopt dat een ondertoezichtstelling kan leiden tot contactherstel tussen haar en [naam kind]. Vermoedelijk heeft [naam kind] het gevoel dat hij een keuze moet maken tussen zijn ouders. De moeder heeft haar zoon al ruim een jaar niet gezien of gesproken. Daarnaast ontvangt de moeder geen enkele informatie over [naam kind] van de vader. De moeder heeft aan alle hulp meegewerkt. Ook heeft zij zelf meerdere keren geprobeerd om het contact met [naam kind] te herstellen. Het lukt niet om hierbij samen te werken met de vader.
De vader is het eens met verzoek van de Raad. De vader wil [naam kind] niet weghouden van de moeder. Wel maakt de vader zich zorgen over de denkwijze van de moeder en de mensen om haar heen. Het is belangrijk dat [naam kind] invulling kan geven aan de omgang met de moeder op een wijze die bij hem past.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Er zijn grote zorgen over de sociaal-emotionele ontwikkeling van [naam kind]. Sinds oktober 2020 heeft hij geen contact meer met zijn moeder. [naam kind] zou hebben aangegeven dat hij bang is dat contactherstel weer zal leiden tot vele ruzies met de moeder. Tussen de ouders is sprake van een complexe echtscheiding. De ouders maken elkaar over en weer verwijten. Door de voortdurende strijd zijn de ouders niet in staat om gezamenlijk de ontwikkelingsbedreiging van [naam kind] weg te nemen. Ook de inzet van eerdere hulpverlening heeft niet geholpen.
De kinderrechter is van oordeel dat de inzet van een jeugdbeschermer in het gedwongen kader nodig is om [naam kind] en de ouders te begeleiden en om de nodige hulpverlening in te zetten. De GI is (op advies van de Raad) van plan om een vorm van pedagogische hulpverlening, zoals SPAM, in te zetten. Hierbij kan stapsgewijs worden gewerkt aan contactherstel tussen [naam kind] en de moeder. Vervolgens kan worden gekeken naar de mogelijkheden om dit contact te verbeteren en te intensiveren. Gelet op de leeftijd van [naam kind] is het van belang dat ook zijn mening en ideeën hierbij wordt meegenomen. Op termijn zal [naam kind] wellicht zelf kunnen aangeven of hij bij zijn vader wil blijven wonen of dat hij (ook) bij zijn moeder wil wonen.
De kinderrechter merkt op dat zowel uit de stukken als ter zitting is gebleken dat de ouders hun gezamenlijk verleden nog niet achter zich hebben kunnen laten. Dit is niet bevorderlijk voor het proces van contactherstel tussen [naam kind] en de moeder. Het is van belang dat beide ouders bereid zijn om vooruit te kijken.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [naam kind] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 11 januari 2022 tot 11 januari 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 januari 2022 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 31 januari 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.