ECLI:NL:RBROT:2022:11132

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
21 december 2022
Zaaknummer
C/10/647237 / JE RK 22-2534
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en wijziging zorgregeling voor minderjarigen in het kader van jeugdbescherming

Op 16 november 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en wijziging van de zorgregeling voor de minderjarigen [naam kind01] en [naam kind02]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, ondanks hulpverlening, niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot ernstige ontwikkelingsbedreigingen voor de kinderen. De ondertoezichtstelling is verlengd voor negen maanden, tot 28 augustus 2023, om de kinderen te beschermen en hen een veilige omgeving te bieden.

Daarnaast is de zorgregeling gewijzigd. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de huidige regeling, die leidde tot escalaties tussen de ouders, niet in het belang van de kinderen is. De nieuwe regeling houdt in dat de kinderen in de oneven weken van vrijdag uit school tot maandag bij de vader verblijven, en in de even weken van woensdag 14.00 uur tot vrijdag naar school bij de vader. Deze wijziging is bedoeld om het contact tussen de ouders te minimaliseren en de kinderen meer rust te bieden. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om zich open te stellen voor hulpverlening en samen te werken aan een goede thuisbasis voor de kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/647237 / JE RK 22-2534
Datum uitspraak: 16 november 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging van de ondertoezichtstelling en de zorgregeling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende
[naam kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2017 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,
[naam kind02],
geboren op [geboortedatum02] 2018 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Verschoor, kantoorhoudende te Rotterdam,
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats01] .
Het procesverloop
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 oktober 2022, ingekomen bij de
griffie op 3 oktober 2022 (zaaknummer C/10/645537 / JE RK 22-2288);
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 november 2022, ingekomen bij de
griffie op 3 november 2022 (zaaknummer C/10/647237 / JE RK 22-2534).
Op 16 november 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M. Verschoor;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .
De feiten
Het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 29 november 2021 zijn [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht gesteld tot 28 november 2022.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 29 november 2021 de volgende zorgregeling vastgesteld:
“de rechtbank stelt vast dat [naam kind01] en [naam kind02] in het kader van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken bij de man zullen zijn als volgt:
  • de ene week van vrijdag uit school tot zaterdag 16.30 uur, waarbij de man [naam kind01] en [naam kind02] ophaalt van school en de vrouw hen op zaterdag terugbrengt naar de man;
  • de andere week van vrijdag uit school tot zondag 16.30 uur, waarbij de man
[naam kind01] en [naam kind02] ophaalt van school en de vrouw hen op zondag terugbrengt naar
de man;
-
waarbij binnen zeven maanden – aldus uiterlijk vanaf 1 juli 2022 – onder begeleiding van de GI toegewerkt is naar uitvoering van de afspraken van partijen zoals zijn gemaakt bij Veilig Thuis, in die zin dat de minderjarigen in de ene week
van woensdag 14.00 uur tot vrijdag naar school bij de man verblijven en in de
andere week van donderdag uit school tot zondag 19.00 uur, alsmede gedurende de
helft van de vakanties en feestdagen.”
Inmiddels geldt de omgangsregeling zoals die vanaf 1 juli 2022 diende te gelden.
De verzoeken
Zaaknummer C/10/645537 / JE RK 22-2288
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] te verlengen voor de duur van negen maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Zaaknummer C/10/647237 / JE RK 22-2534
De GI verzoekt de door de kinderrechter op 29 november 2021 vastgestelde zorgregeling te wijzigen, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De standpunten
De GI heeft tijdens de mondelinge behandeling de verzoeken gehandhaafd en ze als volgt nader toegelicht. Recent heeft Enver, afdeling ouderschap en scheiding, een advies uitgebracht. Enver heeft aangeraden om de ouders aan te melden voor een solo-parallel ouderschapstraject. Parallel Solo Ouderschap (hierna: PSO) is gericht op een contactregeling waarbij de ouders zo min mogelijk met elkaar communiceren. De ouders gaan aan de slag met ieder een eigen hulpverlener. Het traject duurt circa zes maanden. De komende periode is het van belang dat dit gaat starten. De doelstelling is de focus naar de eigen ouder-kindrelatie te verleggen en dat er afspraken worden gemaakt in het belang van de kinderen. Daarbij komt dat beoordeeld moet worden of de kinderen individuele hulpverlening nodig hebben. Voornamelijk [naam kind01] wordt belast met de spanningen die er tussen de ouders bestaan. Op dit moment wordt er gedacht aan speltherapie.
Daarnaast vindt de GI een wijziging van de huidige zorgregeling in het belang van de kinderen. Momenteel haalt de moeder de kinderen op zondagavond om 19:00 uur bij de vader op. Het ophaalmoment op de zondagavond loopt regelmatig uit de hand. Het zorgt voor discussies, ruzies of zelfs eenmalig tot een heftige escalatie tussen de ouders in het bijzijn van de kinderen. Dit is traumatiserend voor de kinderen. De jeugdbeschermer heeft meerdere malen aan de ouders aangegeven om hij het ophalen van de kinderen geen onderling contact te zoeken. De vader heeft aangegeven de zorgregeling te willen wijzigen van de zondagavond naar de maandag, omdat er dan geen sprake is van een contactmoment. Ook de moeder staat hierachter. De ouders kunnen het alleen niet eens worden of deze zorgregeling ingaat op donderdag- of vrijdagmiddag. De jeugdbescherming heeft voorgesteld om de nieuwe regeling op vrijdagmiddag in te laten gaan, want dan blijven de dagen in dezelfde frequentie zoals eerder vastgesteld. Ook de moeder is van mening dat de dagen in dezelfde frequentie moeten blijven. De vader wil alleen graag de donderdagmiddag erbij hebben. De nieuwe regeling laat de vakanties ongeregeld, maar hopelijk kan middels PSO de vakantieregeling worden vastgesteld.

Het standpunt van de moeder

Door en namens de moeder is tijdens de mondelinge behandeling het volgende naar voren gebracht. De moeder acht een verlenging van de ondertoezichtstelling in het belang van de kinderen gelet op de aanwezige zorgen. Het is prettig dat de jeugdbescherming een optimistische blik heeft op de situatie, maar de moeder had een verlenging van twaalf maanden eerder in het belang van de kinderen geacht. Zeker gelet op de dossiergeschiedenis.
De moeder voert ook geen verweer tegen het wijzigen van de zorgregeling. Indien de zorgregeling ingaat op de vrijdagmiddag zal er weinig aan de situatie worden veranderd. De vader heeft de kinderen dan immers tot de maandagochtend. Daarbij komt dat er nog altijd sprake is van een gelijkmatige verdeling van zorg. De moeder benadrukt verder dat het gaat om een wijziging van de zorgregeling en niet om een verruiming en kan dus niet instemmen met het voorstel van de vader.

Het standpunt van de vader

De vader heeft tijdens de mondelinge behandeling verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI met betrekking tot de zorgregeling. De vader staat achter de wijziging van de zondagavond naar de maandagochtend om escalaties te voorkomen. De vader wil echter dat de bezoekregeling ingaat op de donderdagmiddag in plaats van de vrijdagmiddag. De vader heeft na veel moeite met zijn werk kunnen regelen dat hij vrij is op de donderdagmiddag. Daarnaast is er – indien de zorgregeling ingaat op de vrijdagmiddag – geen sprake van een gelijkmatige verdeling van zorg. Hij gaat er feitelijk een halve dag op achteruit.
De beoordeling
Zaaknummer C/10/645537 / JE RK 22-2288
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek.
Uit de overgelegde stukken en tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind01] en [naam kind02] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De ouders voeren een hardnekkige strijd met elkaar. De ouders zijn niet in staat om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren en afspraken te maken in het belang van de kinderen. Het ophaalmoment op de zondagavond om 19:00 uur loopt regelmatig uit de hand in het bijzijn van de kinderen. Dit is traumatisch voor de kinderen. Zij worden belast met de strijd en spanningen die er tussen de ouders bestaan. De kinderrechter deelt dan ook de zorgen van de GI. De kinderen zijn jong en hebben het nodig dat zij onbelast contact kunnen hebben met beide ouders.
De ouders ontvangen momenteel hulpverlening vanuit Enver, afdeling ouderschap en scheiding. Enver heeft het belang van PSO benadrukt. Binnen de visie van PSO wordt niet gewerkt aan het verbeteren van de relatie tussen de ouders of op het rechtstreeks verbeteren van de communicatie tussen de ouders. Het is een individueel ouderschapstraject, waarbij de ouders geheel los van elkaar staan, met weinig communicatie of emotionele betrokkenheid tussen de ouders.
Gelet op het feit dat PSO nodig is, maakt al dat de ernstige ontwikkelingsbedreiging is gegeven. De kinderrechter vindt het daarom van belang dat een jeugdbeschermer betrokken blijft om de hulpverlening te monitoren en zicht te houden op de ontwikkeling van de kinderen. Ook wordt mogelijk individuele hulpverlening ingezet. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling verlengen voor de duur van negen maanden. De kinderrechter dringt er bij de ouders uitdrukkelijk op aan dat zij zich zullen openstellen voor de hulpverlening en daaraan hun medewerking zullen verlenen. Het is aan de ouders om het belang van de kinderen voorop te stellen. Zij hebben de sleutel in handen om voor de kinderen, en daarmee ook voor zichzelf, een goede thuisbasis te creëren.
Zaaknummer C/10/647237 / JE RK 22-2534
De kinderrechter kan de hiervoor genoemde regeling wijzigen op de grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
De kinderrechter is van oordeel dat de huidige zorgregeling moet worden gewijzigd en neemt daarbij het volgende in aanmerking.
De door de rechtbank op 29 november 2021 vastgestelde zorgregeling blijkt niet geheel in het belang van de kinderen. Het ophaalmoment op de zondagavond loopt regelmatig uit de hand. De ouders gaan tijdens het contactmoment regelmatig met in discussie en krijgen ruzie.
De kinderrechter acht een zorgregeling, waarbij er minimaal contact is tussen de ouders het meest in het belang van de kinderen. Het zou de kinderen veel rust geven als er minimaal contact is tussen de ouders. Daarnaast begrijpt de kinderrechter het standpunt van de vader. Op dit moment zijn de omstandigheden er alleen niet naar om de zorgregeling te verruimen. Het bereiken van een volledig gelijkmatige verdeling van zorg is een mooi streven, maar daarvoor is wel nodig dat de ouders zich aan de gemaakte afspraken houden en geen ruzie maken met elkaar. Voor nu is het dan ook van belang dat de ouders naar de kinderen uitstralen dat zij samen achter de zorgregeling staan. Discussies, ruzies of escalaties in het bijzijn van de kinderen zijn ongewenst.
De kinderrechter zal daarom vaststellen dat [naam kind01] en [naam kind02] in de oneven weken van vrijdag uit school tot maandag naar school bij de vader verblijven. De vakanties en feestdagen zullen door middel van het solo parallel ouderschapstraject moeten worden verdeeld.
De beslissing
De kinderrechter:
Ten aanzien van zaaknummer C/10/645537 / JE RK 22-2288
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] tot 28 augustus 2023;
Ten aanzien van zaaknummer C/10/647237 / JE RK 22-2534
wijzigt de zorgregeling en bepaalt deze als volgt:
  • [naam kind01] en [naam kind02] verblijven;
  • in de oneven weken van vrijdag uit school tot maandag naar school bij de vader; en
  • in de even weken van woensdag 14.00 uur tot vrijdag naar school.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van S.H. Harders, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 7 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.