ECLI:NL:RBROT:2022:11131

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
21 december 2022
Zaaknummer
C/10/647068 / JE RK 22-2506
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige binnen het netwerk van de grootmoeder

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 november 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [naam kind01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 2 november 2022 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, waarin zij verzoekt om de uithuisplaatsing van [naam kind01] binnen het netwerk, specifiek bij de grootmoeder. De moeder van [naam kind01] is niet verschenen tijdens de zitting, terwijl de grootmoeder en een vertegenwoordiger van de GI wel aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] sinds 31 oktober 2022 bij de grootmoeder verblijft en dat het ouderlijk gezag wordt uitgeoefend door de moeder. Eerder was [naam kind01] onder toezicht gesteld en was er een machtiging tot uithuisplaatsing in een pleeggezin, maar dit bleek niet meer in het belang van het kind. De grootmoeder heeft aangegeven met liefde voor [naam kind01] te willen zorgen en dat een plaatsing in een Kamertrainingscentrum overbodig is, gezien de huidige situatie.

De kinderrechter heeft op basis van de feiten en de mondelinge behandeling geoordeeld dat de uithuisplaatsing van [naam kind01] noodzakelijk is voor haar verzorging en opvoeding. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022, en schriftelijk vastgesteld op 7 december 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/647068 / JE RK 22-2506
Datum uitspraak: 16 november 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam02] ,

de grootmoeder moederszijde, hierna te noemen: de oma, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
2 november 2022, ingekomen bij de griffie op 2 november 2022.
Op 16 november 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [naam kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam03] ;
- de oma.
Opgeroepen en niet verschenen is: de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind01] verblijft sinds 31 oktober 2022 bij de oma.
Bij beschikking van 1 augustus 2019 is [naam kind01] onder toezicht. Deze maatregel is daarna verlengd, voor het laatst tot 1 mei 2023.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 19 april 2022 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een voorziening voor pleegzorg verlengd tot 1 mei 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de uithuisplaatsing van [naam kind01] binnen het netwerk voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft tijdens de mondelinge behandeling het verzoek gehandhaafd.

De mening van de oma en [naam kind01] .

De oma heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij met liefde voor [naam kind01] wil blijven zorgen. Een plaatsing van [naam kind01] in een Kamertrainingscentrum lijkt de oma overbodig nu [naam kind01] bij haar kan wonen. De komende periode is het van belang dat [naam kind01] naar school en werk gaat en ze weer kan voetballen. Ook hoopt de oma dat zij snel een vergoeding zal gaan ontvangen voor de te verlenen pleegzorg.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de uithuisplaatsing van [naam kind01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek).
[naam kind01] is begin januari 2020 in een pleeggezin geplaatst met een machtiging tot uithuisplaatsing. Het pleeggezin had financiële problemen en konden daardoor niet meer bieden wat [naam kind01] nodig heeft. Dit werd erger doordat zij geld hadden geleend van [naam kind01] , maar dit niet terug konden betalen toen [naam kind01] dit nodig had.
Dit is een schrijnende situatie. [naam kind01] is op 31 oktober 2022 naar de oma toegegaan. De oma heeft haar in het verleden vaker opgevangen.
Gelet op het feit dat terugplaatsing bij de moeder op dit moment niet aan de orde is, acht de kinderrechter de plaatsing van [naam kind01] bij de oma op dit moment in haar belang. Ze voelt zich op haar gemak bij de grootmoeder, heeft een baantje en is van plan om meer naar school te gaan. De kinderrechter zal gelet hierop de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in het netwerk verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Tijdens de zitting is besproken dat de oma hopelijk snel een vergoeding ontvangt voor de te verlenen pleegzorg. De oma ontvangt [naam kind01] met liefde maar heeft het niet breed. Ook kan [naam kind01] niet lid worden van haar voetbalclub, omdat het oude pleeggezin de contributie niet heeft betaald. De achterstallige contributie zal eerst moeten worden betaald. Daarnaast kan zij niet elke dag naar school in Dordrecht, omdat ze de treinkaartjes niet kan betalen. Hierdoor is het ook belangrijk dat de oma en [naam kind01] dringend geholpen worden met het aanschrijven van fondsen, zoals het Jeugdfonds sport en cultuur in Rotterdam.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] binnen het netwerk, te weten bij de oma mz, met ingang van 16 november 2022 tot 1 mei 2023;
verklaart de beslissing tot uithuisplaatsing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van S.H. Harders, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 7 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.