Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift ex artikel 7:671b BW, met producties 1 tot en met 27, ontvangen op
- het verweerschrift, met producties 1 tot en met 2, ontvangen op 7 oktober 2022;
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling aan de zijde van [verweerder01] overgelegde brief van 9 november 2022, met producties 3 tot en met 7 en een USB-stick;
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling aan de zijde van [verweerder01] overgelegde
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling aan de zijde van Esri overgelegde pleitaantekeningen;
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling aan de zijde van [verweerder01] overgelegde pleitaantekeningen.
2..De feiten
3..Het verzoek en de grondslag daarvan
4..Het verweer en het nevenverzoek
e-mail van Esri van 10 juni 2022 blijkt dat de technisch inhoudelijke kennis pas in de toekomst onderdeel wordt van het functieprofiel. [verweerder01] wordt dus verweten dat hij onvoldoende presteert op een gebied dat geen onderdeel uitmaakt van zijn functie. De nieuwe leidinggevende van [verweerder01] , [naam01] , is hem op dezelfde onderdelen negatiever gaan beoordelen dan zijn voormalige leidinggevende, [naam02] . Er is geen sprake van disfunctioneren. Er had dan ook nooit een verbetertraject gestart mogen worden.
5..De beoordeling
lid 1, aanhef en sub a, BW gelezen in samenhang met artikel 7:669 lid 1 BW kan de kantonrechter op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst ontbinden indien daar een redelijke grond voor is en herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passende functie niet mogelijk is of niet in de rede ligt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat geen sprake is van een opzegverbod