In deze zaak, die op 7 december 2022 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben eisers, een echtpaar, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, de zus van eiser sub 2. De eisers vorderen dat gedaagde wordt verboden om zich gedurende twaalf maanden na betekening van het vonnis op onrechtmatige wijze over hen uit te laten via internet of andere openbare media. Dit verbod is ingesteld naar aanleiding van uitlatingen van gedaagde op social media, waarin zij suggereert dat eisers betrokken zijn bij belastingfraude, prostitutie en andere strafbare feiten. Eisers stellen dat deze uitlatingen hun goede naam en eer aantasten en dat zij hierdoor schade lijden.
De procedure begon met een dagvaarding op 8 november 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 30 november 2022. Gedaagde is niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers grotendeels toewijsbaar zijn. Het verbod om zich onrechtmatig uit te laten over eisers is toegewezen, evenals de verplichting voor gedaagde om alle relevante teksten op social media binnen 24 uur na betekening van het vonnis te verwijderen. Daarnaast is gedaagde verboden om gedurende zes maanden contact op te nemen met eisers en hun kinderen.
De voorzieningenrechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het geval gedaagde niet aan de veroordelingen voldoet. De proceskosten zijn voor rekening van gedaagde, die als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan gedaagde in hoger beroep gaan.