ECLI:NL:RBROT:2022:11042

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 november 2022
Publicatiedatum
19 december 2022
Zaaknummer
645010 / HA RK 22-964
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een rechter in een civielrechtelijke procedure zonder advocaat

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 november 2022 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. drs. J. van den Bos, senior rechter in de rechtbank Rotterdam. Het wrakingsverzoek werd ingediend in het kader van een civielrechtelijke procedure waarin verzoeker betrokken was, met als kenmerk C/10/618618 / HA ZA 21-435. Verzoeker had op 21 september 2022 het wrakingsverzoek ingediend, maar dit verzoek was niet (mede) ondertekend door een advocaat, wat in deze procedure verplicht is. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker meerdere keren de gelegenheid heeft gekregen om dit verzuim te herstellen, maar hier geen gebruik van heeft gemaakt. De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat er geen wettelijke grond is om verzoeker te ontslaan van de verplichting tot indiening van het wrakingsverzoek door een advocaat. Aangezien het wrakingsverzoek niet aan de wettelijke vereisten voldeed, heeft de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 645010 / HA RK 22-964
Beslissing van 4 november 2022
op het verzoek van
[naam verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
strekkende tot wraking van:
mr. drs. J. van den Bos, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, team handel en haven (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
De meervoudige kamer van deze rechtbank van welke kamer de rechter de voorzitter is, heeft ter zitting van 15 augustus 2022 de door Bakaris B.V. tegen verzoeker ingestelde civielrechtelijke vordering behandeld. Die zaak draagt als kenmerk C/10/618618 / HA ZA 21-435.
1.2.
Bij brief van 21 september 2022 heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
1.3.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt het proces-verbaal van de hiervoor bedoelde zitting.
1.4.
Behalve de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van:
  • de brieven van de secretaris van de wrakingskamer aan verzoeker, gedateerd 21 september 2022, 7 oktober 2022 en 21 oktober 2022;
  • de brieven van verzoeker aan de wrakingskamer, gedateerd 6 oktober 2020 (de wrakingskamer leest deze datum als: 6 oktober 2022), 18 oktober 2022 en 31 oktober 2022.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.
In het Wrakingsprotocol van de rechtbank Rotterdam is vermeld dat in procedures waarin procesvertegenwoordiging door een advocaat vereist is, ondertekening van het schriftelijke wrakingsverzoek door een advocaat vereist is. Tevens is het vaste jurisprudentie dat een schriftelijk wrakingsverzoek (mede) door een advocaat moet worden ondertekend in procedures waarin procesvertegenwoordiging verplicht is. Dit volgt uit arresten van de Hoge Raad van 28 juni 1985 (NJ 1985, 836) en van 18 december 1998 (NJ 1999, 271). Indien de verzoeker zonder bijstand van een verplichte procesvertegenwoordiger een verzoek indient, wordt hij hierop gewezen en krijgt hij de gelegenheid dit verzuim te herstellen.
2.2.
In de dagvaardingsprocedure waarin verzoeker de rechter wraakt, is proces-vertegenwoordiging verplicht. Dit volgt uit artikel 79 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het wrakingsverzoek moet dus (mede) worden ondertekend door een advocaat. Herstel van dit verzuim, door het alsnog indienen van het wrakingsverzoek door een advocaat, is mogelijk op grond van artikel 123 lid 1 Rv.
2.3.
Vaststaat dat het door verzoeker ingediende wrakingsverzoek niet (mede) is ondertekend door een advocaat. Vanaf 21 september 2022 is verzoeker op de hoogte van dit verzuim en is hij verscheidene keren in de gelegenheid gesteld om dit verzuim te herstellen, laatstelijk bij brief van de griffier van 21 oktober 2022. Verzoeker heeft van die gelegenheden geen gebruik gemaakt.
2.4.
Verzoeker heeft – samengevat – meegedeeld in de onmogelijkheid te verkeren een advocaat te vinden die het wrakingsverzoek namens hem wil indienen en heeft verzocht te worden ontslagen van de wettelijke verplichting tot indiening van zijn wrakingsverzoek door een advocaat. Nog los van de vraag of het voor verzoeker daadwerkelijk onmogelijk is een advocaat te vinden die het verzoek namens hem wil indienen, is een dergelijk ontslag niet mogelijk, omdat daarvoor geen grond is te vinden in de wet. Dat verzoek wordt dan ook afgewezen.
2.5.
Omdat het wrakingsverzoek niet (mede) door een advocaat is ingediend, zal de wrakingskamer verzoeker in het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaren.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mr. drs. J. van den Bos.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels, voorzitter, mr. A.P. Hameete en
mr. K.A. Baggerman, rechters en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op
4 november 2022 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier.