ECLI:NL:RBROT:2022:10931

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
14 december 2022
Zaaknummer
9372894 / CV EXPL 21-25989
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens niet-nakoming laatste kans overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 december 2022 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Stichting Woonbron en BilancioBudget B.V. in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam01]. Woonbron heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning geëist, omdat [naam01] ernstige en structurele overlast aan omwonenden zou veroorzaken. De huurder, [naam01], was sinds 20 december 2016 huurder van de woning en was onder bewind gesteld door BilancioBudget B.V. wegens een geestelijke of lichamelijke toestand. Tijdens een eerdere mondelinge behandeling op 21 december 2021 is een regeling getroffen waarbij [naam01] zich zou laten behandelen voor zijn alcoholverslaving en geen overlast zou veroorzaken. Echter, tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling op 7 november 2022 bleek dat [naam01] zich aan de behandeling had onttrokken en opnieuw overlast had veroorzaakt.

De kantonrechter oordeelde dat het niet nakomen van de regeling, die als een laatste kans kan worden beschouwd, voldoende grond vormt voor de ontbinding van de huurovereenkomst. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op twee maanden, zodat [naam01] de gelegenheid heeft om andere woonruimte te vinden. Daarnaast is BilancioBudget B.V. veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Woonbron, die zijn vastgesteld op € 901,89. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de ontruiming kan plaatsvinden voordat de mogelijkheid tot hoger beroep is uitgeput.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9372894 / CV EXPL 21-25989
datum uitspraak: 9 december 2022 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Woonbron,
statutair gevestigd in Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.W. Kox te Amsterdam,
tegen
BilancioBudget B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan [naam01] ,
gevestigd in Amersfoort,
gedaagde,
gemachtigde: mr. T.F.W. Bijloo te Den Haag.
De partijen worden hierna ‘Woonbron’ en ‘BilancioBudget q.q.’ genoemd. De onder bewind gestelde wordt hierna ‘ [naam01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 26 juli 2021, met bijlagen 1 tot en met 64;
  • het antwoord, met bijlagen 1 en 2;
  • het tussenvonnis van 11 oktober 2021, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de eerste akte overlegging producties van Woonbron, met bijlagen 65 tot en met 72;
  • de tweede akte overlegging producties van Woonbron, met bijlagen 73 tot en met 75;
  • het proces-verbaal van de op 21 december 2021 gehouden mondelinge behandeling;
  • de akte houdende overlegging producties van Woonbron, met bijlagen 76 tot en met 84;
  • de brief van 20 september 2022, waarin een voortzetting van de mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte uitlaten aan de zijde van BilancioBudget q.q.;
  • de akte houdende overlegging aanvullende producties, met bijlagen 85 tot en met 87.
1.2.
Op 7 november 2022 is de zaak tijdens een voortzetting van de mondelinge behandeling besproken. Daarbij was namens Woonbron [naam02] (sociaal beheerder) aanwezig, bijgestaan door de gemachtigde van Woonbron. Namens BilancioBudget q.q. waren [naam03] (bewindvoerder), [naam01] , [naam04] (woonbegeleider vanuit Antes) en een tolk Pools aanwezig, bijgestaan door de gemachtigde van BilancioBudget q.q.

2..De inleiding

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[naam01] huurt sinds 20 december 2016 de woning aan het adres [adres01] ( [postcode01] ) in [plaats01] (‘de woning’) van Woonbron. [naam01] huurde de woning aanvankelijk samen met [naam05] , maar sinds 25 februari 2021 is [naam01] de enige huurder van de woning.
2.2.
Bij beschikking van 23 april 2021 is [naam01] wegens lichamelijke of geestelijke toestand onder bewind gesteld, met benoeming van BilancioBudget B.V. tot bewindvoerder.
Wat wil Woonbron in deze zaak?
2.3.
Woonbron stelt zich op het standpunt dat [naam01] ernstige en structurele (geluids)overlast aan omwonenden veroorzaakt. In dat verband voert Woonbron - kort gezegd - aan dat zij sinds medio mei 2020 van omwonenden overlastmeldingen over [naam01] ontvangt en dat de overlast, ondanks meerdere brieven en gesprekken, nog steeds voortduurt. Aangezien [naam01] door het veroorzaken van ernstige en structurele (geluids)overlast in strijd met de wet en de toepasselijke algemene huurvoorwaarden handelt, aldus Woonbron, eist Woonbron dat de huurovereenkomst wordt ontbonden, dat [naam01] wordt veroordeeld om de woning binnen vijf dagen na dagtekening van dit vonnis te ontruimen en dat BilancioBudget q.q. wordt veroordeeld om de kosten van een eventuele gedwongen ontruiming van de woning aan Woonbron te betalen, met veroordeling van BilancioBudget q.q. in de proceskosten.
Wat is het verweer van BilancioBudget q.q.?
2.4.
BilancioBudget q.q. is het niet eens met de eis van Woonbron en voert daartoe meerdere verweren aan, die er - kort gezegd - op neerkomen dat geen sprake is van overlast.
2.5.
Op de stellingen en verweren van Woonbron en BilancioBudget q.q. wordt hierna, voor zover dat voor de beoordeling van de zaak van belang is, nader ingegaan.

3..De beoordeling

3.1.
Tijdens de mondelinge behandeling van 21 december 2021 hebben partijen een regeling getroffen. Die regeling hield het volgende in:

1. [naam01] erkent dat hij een alcoholverslaving heeft en hij wil daarvoor ook behandeling ondergaan. Gegeven de verklaringen van de omwonenden is niet uit te sluiten dat het door hen gestelde overlastgevende gedrag zijn oorzaak vindt in deze alcoholverslaving.
2. Of er sprake is van overlastgevend gedrag veroorzaakt door alcoholverslaving, kan worden ondervangen door er zorg voor te dragen dat [naam01] wordt behandeld voor zijn alcoholverslaving en dat hij zich aan die behandeling niet zal onttrekken.
3. In het kader daarvan hebben partijen afgesproken dat [naam01] zich onder behandeling van Antes zal laten stellen en dat hij zich daar niet aan zal onttrekken, voor zover en zo lang als Antes behandeling voor zijn alcoholverslaving noodzakelijk acht.
4. Antes zal bewerkstelligen dat [naam01] op de kortst mogelijke termijn kan worden opgenomen in een kliniek voor alcoholverslaving. Antes zal met Woonbron informatie uitwisselen over de voortgang van de behandeling van [naam01] .
5. Na een periode van zes maanden zal Antes, dan wel de bewindvoerder aan de kantonrechter verslag uitbrengen omtrent de voortgang van de behandeling en in hoeverre daar resultaat in is bereikt.
6. Tot aan dat moment zal [naam01] voor de periode dat hij nog niet is opgenomen en voor een eventuele periode erna geen overlast veroorzaken aan de omwonenden en hij zal geen anderen in de woning toelaten die daar anders dan in het kader van een kort bezoek langere tijd willen verblijven, en in ieder geval zal hij geen sleutel van zijn woning aan derden ter beschikking stellen. [naam01] zal de sleutel van zijn woning aan Antes overdragen, zodra hij is opgenomen voor zijn behandeling. De bewindvoerder zal gedurende de afwezigheid van [naam01] uit de woning zorgdragen voor de post en ook overigens in de gaten houden dat de woning niet wordt verwaarloosd.
7. Na afloop van de periode van zes maanden zal de kantonrechter een nieuwe mondelinge behandeling bepalen, om te bezien wat op dat moment de stand van zaken is en of er nog overlast door de omwonenden is ondervonden. Hiernaast kunnen partijen op ieder moment om een voortzetting van de mondeling behandeling verzoeken indien zij daar aanleiding toe zien.
8. [naam01] zal geen nieuwe huurachterstand laten ontstaan.”.
3.2.
Tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling op 7 november 2022 is gebleken dat [naam01] zich - in weerwil van de hierboven geciteerde regeling (zie onder 3.) en zonder goede reden - tot tweemaal toe aan zijn behandeling tegen alcoholverslaving bij Antes heeft onttrokken. [naam01] heeft dit tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling ook erkend. Daarnaast blijkt uit de door Woonbron bij akte houdende overlegging producties en akte houdende overlegging aanvullende producties in het geding gebrachte bijlagen dat [naam01] - in weerwil van de hierboven geciteerde regeling (zie onder 6.) - voorafgaand en na zijn behandeling bij Antes overlast aan omwonenden heeft veroorzaakt. BilancioBudget q.q. heeft dit - gelet op de grote hoeveelheid overlastmeldingen die Woonbron heeft overgelegd - onvoldoende gemotiveerd betwist.
3.3.
Naar het oordeel van de kantonrechter vormt het niet nakomen van de tijdens de mondelinge behandeling van 21 december 2021 getroffen regeling, die in feite kwalificeert als een laatste kans overeenkomst, op zichzelf grond om de door Woonbron geëiste ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning toe te wijzen. De persoonlijke omstandigheden van [naam01] maken dit niet anders. [naam01] was een gewaarschuwd mens en hij had zich moeten realiseren dat het niet nakomen van de regeling ertoe zou leiden dat de eis van Woonbron zou worden toegewezen.
3.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en dat BilancioBudget q.q. wordt veroordeeld om er zorg voor te dragen dat de woning wordt ontruimd met alle personen en zaken die zich daar vanwege [naam01] bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van Woonbron te stellen.
3.5.
De ontruimingstermijn wordt gesteld op twee maanden na de datum van dit vonnis. Enerzijds biedt dit [naam01] de gelegenheid om - eventueel geholpen door zijn begeleiding - andere woonruimte te vinden en anderzijds vormt deze langere ontruimingstermijn dan gebruikelijk een compensatie voor het feit dat dit vonnis twee weken eerder wordt gewezen dan tijdens de voortzetting van de mondelinge behandeling aan partijen is medegedeeld.
De kosten van een eventuele gedwongen ontruiming
3.6.
De eis van Woonbron om BilancioBudget q.q. te veroordelen in de kosten van een eventuele gedwongen ontruiming is onvoldoende concreet en daardoor zou Woonbron feitelijk carte blanche krijgen voor wat betreft de kosten die zij bij BilancioBudget q.q. in rekening kan brengen. Deze eis wordt daarom afgewezen.
De proceskosten
3.7.
BilancioBudget q.q. krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Woonbron tot vandaag vast op € 121,39 aan dagvaardingskosten, € 126,00 aan griffierecht en € 654,50 aan salaris voor de gemachtigde (3,5 punt x € 187,00). Dit is in totaal € 901,89. Voor kosten die Woonbron maakt na deze uitspraak moet BilancioBudget q.q. een bedrag betalen van € 93,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4..De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt BilancioBudget q.q. om er zorg voor te dragen dat de woning aan het adres [adres01] ( [postcode01] ) in [plaats01] binnen twee maanden na de datum van dit vonnis is ontruimd met alle personen en zaken die zich daar vanwege [naam01] bevinden en de woning met alle sleutels ter beschikking van Woonbron te stellen;
4.2.
veroordeelt BilancioBudget q.q. in de proceskosten, aan de kant van Woonbron tot vandaag vastgesteld op € 901,89;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.L.M. van der Wildt en in het openbaar uitgesproken.
38671