2.7.Partijen hebben in onderling overleg prof. dr. [naam03] als psychiater benoemd. [naam03] heeft op 8 februari 2022 onder meer het volgende gerapporteerd:
Anamnese:
Betrokkene’s echtgenote heeft tijdens de autorit van Spijkenisse naar Weesp gereden. De reis is goed verlopen. Zelf heeft hij oordoppen gedragen tegen de geluiden van buiten. Hij voelt zich nu erg moe.
(…) Hij vertelt dan dat hij sinds drie jaar een koophuis in Spijkenisse heeft, waar hij naar tevredenheid woont. Zijn vader heeft geholpen bij het verfwerk, toen ze het opknapten. Zelf heeft hij nog geen reparaties hoeven uitvoeren. Het onderhoud van de tuin wordt door zijn vrouw en kinderen gedaan. Betrokkene woont daar met zijn gezin. Hij heeft drie zoons in de leeftijden van 18, 13 en 8 jaar. (…)
(…) Intussen ruimt de schoonmoeder op in het huis. Daarna gaat ze zelf weer weg. Ze komt hiervoor ongeveer drie dagen per week. Op mijn vraag waarvoor dit nodig is, zegt betrokkene dat hij te vermoeid is en dat hij daarom veel rust moet nemen. Wanneer hij dat niet doet, wordt het hem snel teveel. Het gevolg daarvan is dan dat hij boos wordt. Hij gaat dan snauwen en trekt zich daarom terug op zijn kamer. Desgevraagd maakte niets kapot en slaat hij ook niet. Gevraagd hoe vaak dit voorkomt, zegt betrokkene dat dit verschillend is. Nu de kinderen vanwege de Corona-epidemie thuis zijn, heeft hij er sneller last van. Daarom trekt hij zich dan ook eerder in zijn eigen kamer terug. Die heeft rolgordijnen aan
de buitenkant van de ramen, waardoor hij daar minder prikkels heeft. Hij draagt dan ook oordoppen en gaat op bed liggen met zijn ogen dicht. (…)
In de middag laat hij betrokkene de honden weer uit. Om 14 uur komen de kinderen terug van school. Wanneer hij zijn zoontje ophaalt, blijft hij buiten het schoolplein, omdat het daar rumoerig is. Daarvan thuisgekomen is hij alweer doodmoe. Dan zondert hij zich weer af. Hoe lang hij dan op bed ligt, kan hij niet zeggen. (…)
Betrokkene’s echtgenote doet de boodschappen, omdat het voor hem in de winkels te druk is. Dan wil hij daar weg. Wanneer hij dat niet doet, wordt hij boos en heel snel moe. Gevraagd naar sport zegt betrokkene vroeger aan fitness en voetbaltraining te hebben gedaan. Op mijn vraag waarom hij nu niet meer naar fitness zou kunnen gaan, zegt hij dat het hem in de sportschool ook te druk is. (…)
Gevraagd om zijn klachten nog eens op een rijtje te zetten, noemt betrokkene in de eerste plaats de vermoeidheid, die ontstaat door alle geluiden om hem heen. Verder heeft hij vaak hoofdpijn en pijn in zijn nek en zijn rug. En tenslotte is hij dus snel geïrriteerd. (…)
Gevraagd naar zijn stemming zegt betrokkene dat die wel goed is, maar dat hij vooral vermoeid is. (…) Op de vraag of hij wel eens angstig is, zegt betrokkene in de auto gespannen te zijn, vooral als ze langs vrachtauto’s op de snelweg rijden. Ik houd hem voor dat hij wel, met zijn vrouw aan het stuur, de lange rit naar dit onderzoek heeft gemaakt. Dat is hem, zoals al gemeld, met oordopjes inderdaad gelukt. Op kortere afstanden rijdt hij overigens ook zelf. (…)
Wat vind ik zelf bij huidig onderzoek?
(…) Samenvattend kan ik bij betrokkene geen classificeerbare psychiatrische stoornis vinden. Zijn klachten passen bij de diagnose die de neuroloog [naam02] al heeft gesteld. (…)
Een kwestie die nog wel aandacht behoeft, betreft betrokkene’s onderpresteren bij eerder neuropsychologisch onderzoek. Wat zegt dat over de betrouwbaarheid van zijn klachtverhaal? Kan er sprake zijn van simulatie?
In de eerste plaats vind ik bij mijn huidig onderzoek in het gesprek geen aanwijzingen, dat betrokkene zijn verhaal zou overdrijven. Het is consistent in zoverre dat het geen breuk vormt met wat hij eerder elders heeft verteld. Wat hij vertelt, is in psychiatrisch opzicht niet onaannemelijk. In het gesprek is geen sprake van merkbaar overdrijven of van een vertoon van emoties. Bovendien geeft betrokkene ook duidelijk aan waarvan hij géén last heeft (zoals bijvoorbeeld een depressieve stemming).
(…) Omdat ik in het gesprek met betrokkene zelf geen aanwijzingen heb gevonden voor relevante problemen met het cognitief functioneren en omdat ik ook geen psychologisch testonderzoek heb gedaan, heb ik dus ook geen reden gehad om zulke symptoomvaliditeitstests toe te passen. Op grond van mijn eigen bevindingen kan ik zeggen dat betrokkene tijdens mijn onderzoek geen duidelijke aanwijzingen heeft gegeven voor overrapporteren.
De conclusie moet zijn dat betrokkene’s klachten kunnen passen bij de diagnose die al is gesteld door de neuroloog [naam02] , te weten een whiplash associated disorder. Voor de verdere uitwerking van de consequenties daarvan verwijs ik naar diens rapport. Op mijn vakgebied heb ik aanvullend geen afwijkingen kunnen vaststellen. Dit betekent dat ik ook niet toekom aan beschouwingen over causaliteit, beperkingen, blijvend functieverlies of prognose.
(…)
Vraag 1. DE SITUATIE MET ONGEVAL
(…)
Consistentie
d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?
e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?
Bij mijn onderzoek van betrokkene ben ik niet op storende inconsistenties gestuit.
(…)
Vraag 2. DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL
Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval
a. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?
Nu ik bij betrokkene op mijn vakgebied geen classificeerbare stoornis heb kunnen vaststellen, is deze vraag niet van toepassing. Er zijn overigens geen aanwijzingen dat betrokkene voor het ongeval hulp heeft gezocht voor psychische of sociale problemen.