In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 september 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot verlenging van de ondertoezichtstelling van het kind, hierna te noemen [naam kind]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 17 september 2022. De GI verzocht om een verlenging van elf maanden, maar de moeder van [naam kind] heeft verzet aangetekend tegen dit verzoek. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. R. Feiner, stelde dat er geen sprake meer was van een bedreigde ontwikkeling van [naam kind] en dat het beter met haar gaat. Ze heeft ondersteuning van een schoolmaatschappelijk werker en een psycholoog en heeft ook omgang met de vader van [naam kind].
De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en vastgesteld dat er in de afgelopen periode geen jeugdbeschermer actief betrokken is geweest bij het gezin. De moeder heeft in die tijd elf verschillende jeugdbeschermers gekend, maar heeft desondanks positieve stappen gezet in de ontwikkeling van [naam kind]. De kinderrechter heeft voldoende vertrouwen in de moeder dat zij de hulpverlening in het vrijwillige kader zal blijven accepteren en dat zij in staat is om indien nodig meer hulp voor [naam kind] in te schakelen.
Op basis van deze overwegingen heeft de kinderrechter het verzoek van de GI tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 23 september 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.