ECLI:NL:RBROT:2022:10665

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
6 december 2022
Zaaknummer
630251
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Eindvonnis inzake verzoeken om terug te komen op bindende eindbeslissingen in tussenvonnis met betrekking tot facturen en vorderingen tussen Temp Europe B.V. en Solar Support B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 november 2022 een eindvonnis gewezen in een civiele procedure tussen Temp Europe B.V. en Solar Support B.V. De rechtbank heeft de verzoeken van Temp om terug te komen op bindende eindbeslissingen in het tussenvonnis van 6 juli 2022 gedeeltelijk toegewezen. Eiser Temp heeft afgezien van bewijslevering, waardoor de vorderingen waartoe bewijslevering was opgedragen zijn afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een kleine vordering van Solar op Temp resteert, maar na correcties en herbeoordelingen is geconcludeerd dat Temp uiteindelijk een vordering van € 21.040,12 op Solar heeft. De rechtbank heeft de wettelijke handelsrente toegewezen en Solar veroordeeld in de proceskosten van Temp, die zijn begroot op € 7.340,50. In reconventie zijn de vorderingen van Solar afgewezen en is Solar ook veroordeeld in de proceskosten van Temp, begroot op € 622,75. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK Rotterdam

Team handel en haven
Zaaknummer: C/10/630251 / HA ZA 21-1065
Vonnis van 16 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TEMP EUROPE B.V.,
gevestigd te Zevenaar,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.W.A. Brunninkhuis te ’sGravenhage,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SOLAR SUPPORT B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. F.E. Boonstra te ’sGravenhage.
Partijen zullen hierna Temp en Solar genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 6 juli 2022 (hierna: het tussenvonnis) en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
  • de door Temp genomen akte van 20 juli 2022;
  • de door Solar genomen antwoordakte van 31 augustus 2022;
  • de brief van de rechtbank van 15 september 2022;
  • de door Temp genomen akte van 5 oktober 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De verdere beoordeling

De stand van zaken
2.1.
In het tussenvonnis heeft de rechtbank een berekening gemaakt van de toe te wijzen bedragen in conventie en reconventie, welke berekening na saldering neerkomt op een kleine vordering van Solar op Temp. De rechtbank heeft Temp voorts bewijs opgedragen voor een deel van haar vordering. Gelet op de netto vordering van Solar op Temp heeft de rechtbank geoordeeld dat het door Temp gelegde beslag zal moeten worden opgeheven.
De verzoeken om terug te komen van het tussenvonnis
2.2.
Temp heeft de rechtbank bij akte verzocht om terug te komen van de in het tussenvonnis genomen bindende eindbeslissingen in conventie ten aanzien van:
  • i) het toegewezen bedrag van factuur 21120005 van Temp (in het tussenvonnis in rechtsoverweging 4.4 vastgesteld op € 20.543,20);
  • ii) het toegewezen bedrag van facturen 21120006, 21120007 en 21120008 van Temp (in het tussenvonnis in rechtsoverwegingen 4.5, 4.5.1 en 4.5.2 vastgesteld op € 8.994,00 behoudens de bewijsopdracht aan Temp);
  • iii) het toegewezen bedrag van factuur 21120013 van Temp (in het tussenvonnis in het overzicht onder rechtsoverweging 4.14 vastgesteld op € 3.935,00).
Gelet hierop kan de beslissing in het tussenvonnis, om de vordering van Solar in reconventie tot opheffing van het door Temp gelegde beslag toe te wijzen (rechtsoverweging 4.15 in het tussenvonnis), volgens Temp geen stand houden en dient hier ook van te worden teruggekomen.
2.3.
Solar heeft de rechtbank bij antwoordakte verzocht om terug te komen van de in het tussenvonnis genomen bindende eindbeslissing ten aanzien van de afwijzing van correctie J van Solar (rechtsoverweging 4.13 in het tussenvonnis).
2.4.
Solar heeft zich ten aanzien van het verzoek van Temp gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Temp heeft zich verzet tegen het verzoek van Solar.
2.5.
Als de rechter in een tussenvonnis over een geschilpunt uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft beslist, is het uitgangspunt dat daar in het verdere verloop van de procedure niet van wordt teruggekomen. Voor een uitzondering is slechts plaats indien bijzondere omstandigheden het onaanvaardbaar maken dat de rechter aan een dergelijke eindbeslissing is gebonden. Dit kan het geval zijn indien sprake is van een evidente feitelijke of juridische misslag. De rechtbank begrijpt uit de stellingen dat Temp en Solar van mening zijn dat de beslissingen op een onjuiste feitelijke grondslag zijn gebaseerd.
Factuur 21120005
2.6.
Temp heeft de rechtbank gewezen op een rekenfout in rechtsoverweging 4.4 van het tussenvonnis; het bedrag zou moeten zijn € 20.643,20.
2.7.
De rechtbank heeft hier inderdaad een rekenfout gemaakt en zij zal deze in dit vonnis corrigeren.
Facturen 21120006, 21120007, 21120008
2.8.
Temp heeft de rechtbank erop gewezen dat zij niet heeft beslist op een deel van de vordering, namelijk die delen van deze drie facturen die zien op de installatie van zonnepanelen. Die delen van de facturen zijn niet tussen partijen in geschil.
2.9.
Temp voert dit alles met juistheid aan. De rechtbank zal de niet tussen partijen in geschil zijnde posten van € 3.519,00, € 4.761,00 en € 14.364,00 (in totaal € 22.644,00) alsnog toewijzen en verwerken in de berekening.
Factuur 21120013
2.10.
Temp heeft de rechtbank erop gewezen dat in de berekening in rechtsoverweging 4.14 van tussenvonnis het bedrag van deze factuur, zoals (ook) genoemd in rechtsoverweging 4.9 van het tussenvonnis, onjuist is weergegeven.
2.11.
Temp voert dit terecht aan. De rechtbank zal dit corrigeren.
Correctie J
2.12.
Solar heeft de rechtbank verzocht om terug te komen van de beslissing in rechtsoverweging 4.13 van het tussenvonnis, waarin de vordering van Solar ten aanzien van correctie J is afgewezen. Deze beslissing is niet gebaseerd op enige feitelijke grondslag. In het tussenvonnis verwijst de rechtbank ten aanzien van deze beslissing immers naar rechtsoverweging 4.2, waarin volgens Solar wordt verwezen naar hoofdstuk 4 van de conclusie van antwoord. Hoofdstuk 4 van de conclusie van antwoord heeft betrekking op het project Eindhoven en niet, zoals correctie J, het project Antwerpen. Daaruit volgt dat de beslissing tot afwijzing op dit punt van de vordering niet is gebaseerd op enige feitelijke grondslag en dat hier daarom op teruggekomen dient te worden.
2.13.
De rechtbank oordeelt dat het verzoek van Solar om van deze beslissing terug te komen moet worden afgewezen. Zoals ook reeds in haar brief van 15 september 2022 aan partijen kenbaar gemaakt, heeft de rechtbank in rechtsoverweging 4.2 niet verwezen naar hoofdstuk 4, maar naar hetgeen onder randnummer 4 op de eerste pagina van de conclusie van antwoord vermeld stond. Solar heeft dit kennelijk anders geïnterpreteerd dan dat de rechtbank dit bedoeld heeft. Geconcludeerd moet worden dat de feitelijke grondslag voor het verzoek van Solar ontbreekt. De rechtbank wijst het verzoek dan ook af.
Vordering tot opheffing van het beslag
2.14.
Temp heeft de rechtbank verzocht om van de in rechtsoverweging 4.15 genomen beslissing, om de vordering van Solar tot opheffing van het beslag toe te wijzen, terug te komen. De rechtbank zal dit doen omdat, gezien de correcties die hierboven zijn besproken, niet langer een vordering van Solar op Temp resteert, maar een vordering van Temp op Solar.
Bewijslevering
2.15.
In het tussenvonnis is Temp opgedragen om te bewijzen dat zij meer dan 2.998 zonnepanelen heeft gedemonteerd in Antwerpen en welk aantal dat dan is (rechtsoverwegingen 4.5.2 in het tussenvonnis). Temp heeft bij akte van 20 juli 2022 aangegeven dat zij, vanuit een kosten-batenafweging, afziet van bewijslevering. De vorderingen waartoe bewijslevering was opgedragen zullen worden afgewezen.
Conclusie met betrekking tot de verschillende posten
2.16.
Het bovenstaande leidt tot dit overzicht:
Omschrijving
Solar betaalt aan Temp
Temp betaalt aan Solar
rechtsoverweging(en)
Factuur 21120005
€ 20.643,20
2.6 - 2.7
Facturen 21120006-0008, correcties C-E.3
€ 31.638,00
2.8 - 2.9
Factuur 21120009
€ 3.024,00
-
Facturen 21120010-0011, correcties F en G
€ -
-
Factuur 21120012, correcties H.1 en H.2
€ 16.267,50
-
Factuur 21120013
€ 3.935,25
2.10 - 2.11
Correctie A
€ -
-
Correctie B
€ 18.588,20
-
Correctie H.3
€ 35.879,63
-
Correcties I en J
€ -
2.12 - 2.13
Totalen
€ 75.507,95
€ 54.467,83
2.16.1.
Per saldo heeft Temp dus een vordering van € 21.040,12 op Solar. De vordering in conventie zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Wettelijke handelsrente
2.17.
Er is sprake van niet-nakoming van een verbintenis tot betaling van een geldsom voortvloeiende uit een handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a BW, dus de toepasselijke wettelijke rente is de wettelijke handelsrente. De wettelijke rente toewijzen in de primaire gevorderde vorm – per factuur, vanaf de dag volgend op de vervaldag – is niet mogelijk, omdat de toewijzing in conventie een saldo is van verschillende facturen én tegenvorderingen. Verrekening werkt terug tot het moment waarop de bevoegdheid daartoe is ontstaan en tast daarmee de rentegrondslag per factuur aan. De rechtbank zal daarom wettelijke handelsrente toewijzen in de subsidiair gevorderde vorm en de dag van dagvaarding aanhouden als rentedatum.
Proceskosten en uitvoerbaarheid bij voorraad
Geding in conventie
2.18.
Solar zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Temp worden begroot op:
- dagvaarding € 98,52
- deurwaarderskosten beslag € 518,48
- betaald griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat
€ 2.523,50(3,5 punten × tarief € 721,00)
Totaal € 7.340,50
2.18.1.
Op basis van de overgelegde stukken is de vordering tot vergoeding van beslag-kosten toewijsbaar voor een bedrag van € 518,48 (deurwaarderskosten beslag) en er wordt een punt liquidatietarief toegekend. Het griffierecht voor het verzoekschrift wordt niet afzonderlijk vergoed. Wanneer een hoofdzaak wordt aangebracht na het leggen van conservatoir beslag, wordt op het griffierecht in de hoofdzaak het voor het beslag betaalde griffierecht in mindering gebracht. Dat is in deze zaak niet gebeurd, omdat Temp niet op het B1-formulier heeft aangegeven dat er beslag speelde. Deze omissie komt voor rekening en risico van Temp en niet voor rekening en risico van Solar.
2.18.2.
Wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals omschreven in de beslissing.
2.18.3.
De rechtbank neemt geen aparte beslissingen met betrekking tot nakosten en wettelijke rente daarover (HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853, rechtsoverweging 2.3).
Geding in reconventie
2.19.
Solar wordt als de in het ongelijk gestelde partij in reconventie veroordeeld in de kosten van het geding. De kosten aan de zijde van Temp worden begroot op:
- salaris advocaat
€ 622,75(0,5 punt × factor 0,5 × tarief € 2.491,00)
Totaal € 622,75
2.20.
Wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals omschreven in de beslissing.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.21.
De veroordelingen worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat de vordering en het verzoek daartoe zijn gegrond op de wet en niet zijn weersproken.

3..De beslissing

De rechtbank
in conventie
3.1.
veroordeelt Solar om aan Temp te betalen een bedrag van € 21.040,12, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf 18 november 2021 tot aan de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt Solar in de proceskosten, aan de zijde van Temp tot op heden begroot op € 7.340,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
3.5.
wijst de vorderingen van Solar af;
3.6.
veroordeelt Solar in de proceskosten, aan de zijde van Temp tot op heden begroot op € 622,75, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
3.7.
verklaart onderdeel 3.6 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos. Het is ondertekend door de rolrechter en door deze in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022.
3597/1407