ECLI:NL:RBROT:2022:10439

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 november 2022
Publicatiedatum
30 november 2022
Zaaknummer
9546874 \ CV EXPL 21-38091
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgkosten en verzekeringspremies in het kader van een zorgverzekeringsovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 november 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Zilveren Kruis, vorderde betaling van een bedrag van € 3.008,65, bestaande uit achterstallige verzekeringspremies en zorgkosten, alsook vergoeding van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De gedaagde had een zorgverzekeringsovereenkomst met Zilveren Kruis en was in gebreke gebleven met de betaling van de verschuldigde bedragen. De gedaagde voerde aan dat zij niet begreep waarom Zilveren Kruis deze bedragen na vijf jaar opeiste, aangezien het CAK al zorgkosten van haar arbeidsongeschiktheidsuitkering afschreef.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen van Zilveren Kruis niet waren verjaard, omdat de verjaring was gestuit door een aanmaning. De rechter oordeelde dat de gedaagde nog steeds verantwoordelijk was voor de betaling van de verzekeringspremies die vóór haar aanmelding bij het CAK verschuldigd waren. De vordering tot betaling van zorgkosten werd toegewezen, omdat de gedaagde deze kosten niet had betwist. Uiteindelijk werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 2.598,15, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van € 1.066,60. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9546874 \ CV EXPL 21-38091
datum uitspraak: 25 november 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: B. Boos van de Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 12 november 2021, met bijlagen;
  • het e-mailbericht van 25 januari 2022 van [gedaagde01] , met bijlagen;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • akte overlegging producties tevens aanvullende rechtsgrond van Zilveren kruis, met bijlagen.
1.2.
Op 24 oktober 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij was de gemachtigde van Zilveren Kruis aanwezig.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen is een zorgverzekeringsovereenkomst tot stand gekomen. Op grond van deze overeenkomst is [gedaagde01] onder andere verzekeringspremie en zorgkosten vanwege eigen risico en eigen bijdragen verschuldigd.
2.2.
[gedaagde01] heeft een achterstand in de betaling van de zorgkostennota’s laten ontstaan. De gemachtigde van Zilveren Kruis heeft [gedaagde01] schriftelijk aangemaand tot betaling van de verzekeringspremie en zorgkosten.

3.Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis eist samengevat:
  • [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 3.008,65 met rente;
  • [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 2.330,09, rente van € 255,65 (berekend tot en 8 november 2021) en buitengerechtelijke kosten van € 422,91 (inclusief btw).
3.2.
Zilveren Kruis baseert de eis op het volgende. Op grond van de tussen partijen gesloten zorgverzekeringsovereenkomst is [gedaagde01] gehouden de maandelijks verschuldigde verzekeringspremie bij vooruitbetaling te voldoen. Daarnaast is [gedaagde01] gehouden eventuele andere facturen, waaronder zorgkostennota’s, aan Zilveren Kruis te voldoen. Aangezien [gedaagde01] ondanks aanmaning niet volledig heeft betaald binnen de gestelde termijnen, verkeert zij in verzuim en is zij een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente verschuldigd.
3.3.
[gedaagde01] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Het CAK schrijft al vanaf de maand augustus 2015 zorgkosten van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van [gedaagde01] af. [gedaagde01] begrijpt dan ook niet waarom zij nog een bedrag aan Zilveren Kruis moet betalen. Daarnaast is haar niet duidelijk waarom Zilveren Kruis deze bedragen pas na 5 jaar opeist.

4.De beoordeling

Zijn de vorderingen verjaard?
4.1.
[gedaagde01] heeft aangevoerd dat Zilveren Kruis te laat is met het opeisen van haar vorderingen. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde01] hiermee bedoelt dat de vorderingen van Zilveren Kruis zijn verjaard. Zilveren Kruis heeft de verjaring echter gestuit door verzending van de aanmaning van 11 augustus 2017. Deze aanmaning voldoet aan de daaraan gestelde eisen (artikel 3:317 lid 1 BW). [gedaagde01] heeft niet betwist dat zij deze aanmaning heeft ontvangen. Nu Zilveren Kruis haar vorderingen correct en tijdig heeft gestuit, zijn deze niet verjaard. De kantonrechter zal de door Zilveren Kruis ingestelde vorderingen daarom inhoudelijk beoordelen.
Hoofdsom
4.2.
Uit het screenshot dat door Zilveren Kruis als bijlage bij de akte overlegging producties is gevoegd, blijkt dat [gedaagde01] per 25 juli 2015 is aangemeld bij het CAK, zodat [gedaagde01] vanaf de maand augustus 2015 verzekeringspremies aan het CAK moest betalen. Dit wordt bevestigd in de door [gedaagde01] overgelegde brieven, waaruit blijkt dat pas vanaf augustus 2015 verzekeringspremies voor het Zorginstituut Nederland zijn ingehouden. Dit betekent dat [gedaagde01] de vóór augustus 2015 verschuldigde verzekeringspremies nog aan het Zilveren Kruis moet betalen. [gedaagde01] heeft niet betwist dat zij deze verzekeringspremies nog niet heeft betaald. [gedaagde01] moet deze premies nog wel betalen. Dit betekent dat de vordering van Zilveren Kruis tot betaling van de verzekeringspremies tot augustus 2015 wordt toegewezen.
4.3.
Uit de specificaties die Zilveren Kruis bij de dagvaarding heeft gevoegd, blijkt dat ook verzekeringspremies over de maanden augustus (voor een bedrag van € 102,45) en september 2015 (voor een bedrag van € 52,40) zijn gevorderd. Deze vorderingen worden afgewezen, nu vaststaat dat [gedaagde01] per augustus 2015 geen verzekeringspremies meer aan Zilveren Kruis hoefde te betalen, omdat zij vanaf dat moment was aangemeld bij het CAK. Ook de vordering tot betaling van de verzekeringspremie over de maand januari 2015 voor een bedrag van € 102,45 wordt afgewezen, nu Zilveren Kruis niet gemotiveerd heeft onderbouwd dat [gedaagde01] deze premie niet heeft betaald.
4.4.
Naast verzekeringspremies is [gedaagde01] ook zorgkosten verschuldigd. Deze zorgkosten worden niet via de arbeidsongeschiktheidsverzekering van [gedaagde01] geïncasseerd, en moet [gedaagde01] (dus ook nadat zij is aangemeld bij het CAK) zelf aan het Zilveren Kruis betalen. [gedaagde01] heeft niet betwist dat zij de door Zilveren Kruis gevorderde zorgkosten heeft gemaakt. Ook heeft zij niet betwist dat zij deze zorgkosten tot op heden niet heeft betaald. Dit betekent dat de vordering van Zilveren Kruis tot betaling van de zorgkosten wordt toegewezen.
4.5.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde01] nog een bedrag van € 2.175,24 aan Zilveren Kruis moet betalen. Dit bedrag wordt toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.6.
De buitengerechtelijke incassokosten van € 422,91 (inclusief btw) worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. De vordering tot vergoeding van de vervallen rente zal worden afgewezen, nu Zilveren Kruis bij dagvaarding van een onjuist bedrag aan hoofdsom is uitgegaan. Zilveren Kruis heeft hiermee over een te hoog bedrag aan hoofdsom vervallen rente berekend. De rente zal dan ook worden toegewezen zoals hierna vermeld.
proceskosten
4.7.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vast op € 123,60 aan dagvaardingskosten, € 507,00 aan griffierecht en € 436,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 218,00 tarief). Dit is in totaal € 1.066,60. Voor kosten die Zilveren Kruis maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 109,00 (1/2 punt x € 218,00 tarief met een maximum van € 124,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.8.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Zilveren Kruis te betalen € 2.598,15, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de dag van verzuim over het saldo dat aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens, na elke credit- en debetmutatie, heeft uitgestaan, tot de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vastgesteld op € 1.066,60;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
54214