Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 23 mei 2022, met producties;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met producties;
- de brief van 8 augustus 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het antwoord in reconventie, tevens akte wijziging van eis in conventie;
- de akte overlegging producties van [persoon A] , met producties.
2..De feiten
3..Het geschil
- [persoon A] te veroordelen om uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst binnen vijf dagen na het vonnis aan haar te betalen € 14.500,00 aan huurachterstand;
- [persoon A] te veroordelen om uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst het gehuurde binnen 14 dagen na het vonnis te ontruimen, met machtiging van Gemeente Schiedam om die ontruiming zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [persoon A] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
- [persoon A] te veroordelen tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 2.000,00 per maand vanaf 1 maart 2022 tot de datum van ontruiming;
- de huurovereenkomst te ontbinden en [persoon A] te veroordelen om het gehuurde te ontruimen, met machtiging van Gemeente Schiedam om die ontruiming zelf te doen uitvoeren, desnoods met behulp van de sterke arm van politie en justitie, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [persoon A] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen;
- [persoon A] te veroordelen aan haar te betalen de huurachterstand, te weten een bedrag van € 2.000,00 vanaf 1 januari 2020 tot en met oktober 2022;
- [persoon A] te veroordelen tot betaling van de huur dan wel een gebruiksvergoeding van € 2.000,00 per maand vanaf de datum van het vonnis tot en met de datum van ontruiming;
- [persoon A] te veroordelen aan haar te betalen € 1.355,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- [persoon A] te veroordelen in de proceskosten met rente en de nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- de vaststellingsovereenkomst tussen partijen te vernietigen op grond van dwaling dan wel bedrog of misbruik van omstandigheden;
- voor recht te verklaren dat in de onderhavige situatie met betrekking tot de coronacrisis en alle overheidsmaatregelen en overige beperkingen van dien sprake is van onvoorziene omstandigheden;
- primair voor recht te verklaren dat de huurprijs € 1.000,00 bedraagt vanaf het moment dat de huurovereenkomst door Gemeente Schiedam is voortgezet;
- subsidiair te bepalen dat de huurovereenkomst zodanig op grond van artikel 6:258 lid 1 BW dan wel artikel 6:2 en/of 6:248 BW wordt gewijzigd, dat [persoon A] over de periode van 12 maart 2020 tot en met 15 maart 2022 slechts € 1.000,00 per maand aan huur verschuldigd is;
- Gemeente Schiedam, bij toewijzing van de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, te veroordelen tot het aanbieden van vervangende passende bedrijfsruimte;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.