Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoeker;
- mevrouw M. Assadian, werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoeker op 29 september 2022 een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 287b, eerste lid, van de Faillissementswet, waarin hij vroeg om een voorlopige voorziening bij voorraad. De rechtbank heeft de behandeling van het verzoekschrift bepaald op 12 oktober 2022. Tijdens de zitting op die datum zijn zowel verzoeker als de vertegenwoordiger van de verweerster, Stichting Pensioenfonds van de Metalektro, gehoord. Verzoeker heeft recentelijk de huur voor september en oktober 2022 betaald en heeft een fulltime baan met een netto inkomen van € 2.760,98, wat voldoende is om de huur van € 990,87 te betalen. Verzoeker heeft verklaard dat hij zijn schuldproblematiek wil aanpakken, nadat hij eerder door de coronapandemie in financiële problemen was gekomen door het verlies van inkomsten uit zijn onderneming.
Verweerster heeft zich op het standpunt gesteld dat verzoeker niet-ontvankelijk verklaard dient te worden, omdat hij niet aan de vereisten voor het minnelijk traject heeft voldaan. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn situatie stabiel is, gezien zijn inkomen en de betalingen die hij heeft gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien verweerster op het punt stond om over te gaan tot ontruiming van de woning van verzoeker.
De rechtbank heeft vervolgens een afweging gemaakt tussen de belangen van verzoeker en verweerster. Het belang van verzoeker om in zijn huurwoning te blijven en het minnelijk schuldhulpverleningstraject te doorlopen, weegt zwaarder dan het belang van verweerster om het vonnis tot ontruiming ten uitvoer te leggen. De rechtbank heeft daarom de tenuitvoerlegging van het vonnis tot ontruiming opgeschort voor de duur van zes maanden, onder de voorwaarde dat verzoeker de lopende huurtermijnen tijdig blijft voldoen. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen.