ECLI:NL:RBDHA:2019:2398
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening en toepassing schuldsaneringsregeling afgewezen wegens gebrek aan stabilisatie en aanvang minnelijk traject
Op 12 maart 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.A. IJpelaar, een verzoek indiende tot het treffen van een voorlopige voorziening op basis van artikel 287b van de Faillissementswet. Dit verzoek was gericht tegen Stichting Staedion, die de ontruiming van de woning van verzoekster had aangezegd. Verzoekster bevond zich in een problematische schuldsituatie en was bezig met het onderzoeken van een buitengerechtelijke schuldregeling met de gemeente Den Haag. De rechtbank oordeelde dat er geen aanvang was gemaakt met het minnelijk traject, wat een vereiste is voor het verlenen van een moratorium. De rechtbank stelde vast dat de stabilisatiefase niet was doorlopen en dat er geen bewijs was dat verzoekster in een stabiele financiële situatie verkeerde. Hierdoor was verzoekster niet ontvankelijk in haar verzoek om ontruiming te verbieden.
Daarnaast verklaarde de rechtbank verzoekster ook niet-ontvankelijk in haar verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank merkte op dat in het verzoek een verklaring ontbrak die aantoont dat er geen reële mogelijkheden waren voor een buitengerechtelijke schuldregeling. De rechtbank zag geen aanleiding om verzoekster een aanvullende termijn te geven om dit te rectificeren. De beslissing van de rechtbank was dus om verzoekster niet-ontvankelijk te verklaren in beide verzoeken.