ECLI:NL:RBROT:2021:9959
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen snelheidsovertreding met betrekking tot radarmeting voor de Heinenoordtunnel
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, betreft het een beroep tegen een beslissing van de officier van justitie met betrekking tot een snelheidsovertreding. De betrokkene heeft op 31 januari 2018 een beschikking ontvangen, maar heeft pas op 22 juli 2018 beroep aangetekend, wat buiten de wettelijke termijn van zes weken viel. De officier van justitie heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De betrokkene heeft aangevoerd dat er nieuwe feiten zijn die de termijnoverschrijding zouden rechtvaardigen, namelijk een vonnis van de kantonrechter in een vergelijkbare zaak op 16 juni 2018. De kantonrechter oordeelt echter dat deze uitspraak geen bijzondere omstandigheid vormt die de termijnoverschrijding kan verontschuldigen. De kantonrechter bevestigt dat het beroep ongegrond is, omdat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een andere beslissing. De kantonrechter verwijst ook naar eerdere uitspraken en de betrouwbaarheid van de radarmetingen, waarbij is vastgesteld dat de metingen niet substantieel afwijken van de werkelijke snelheid. De beslissing van de kantonrechter is dat het beroep ongegrond wordt verklaard.