Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
STICHTING WAARBORGFONDS MOTORVERKEER,
1..De procedure
- het verzoekschrift en de door [naam verzoeker] overgelegde producties;
- het verweerschrift;
- de mondelinge behandeling van 16 april 2021;
- de pleitnota van mr. Eskes.
2..De feiten
[opm RB: [naam 2] , [naam 3] en [naam 1] ], tegen wier aanval hij zich vervolgens – mogelijk met gebruik van een mes – heeft verdedigd.
4. De beoordeling
3..Het geschil
4..De beoordeling
Inleiding
om[naam verzoeker] te achtervolgen en aan te rijden, maar dat maakt, naar het huidige inzicht en oordeel van de rechtbank, niet, dat de auto
op een andere wijzeis gebruikt dan op een wijze die overeenstemt met de gebruikelijke functie van deze auto. Bestuurders van motorrijtuigen kunnen soms onorthodox en/of onvoorzichtig of zelfs roekeloos rijgedrag vertonen, of, zoals in casu, agressief rijgedrag, waarbij willens en wetens wordt geprobeerd anderen dood te rijden, letsel toe te brengen of tenminste het risico op de koop toe wordt genomen dat anderen letsel wordt toegebracht met hun auto. Maar daarmee blijven zij bestuurders die hun auto gebruiken als vervoermiddel waarmee ze aan het verkeer deelnemen.
In beginselomdat de WAM-verzekeraar wél dekking moet bieden voor schade die met het motorrijtuig is veroorzaakt wanneer de diefstal het gevolg is van onzorgvuldigheid aan de zijde van de verzekerde. En in het onderhavige geval ís sprake van onzorgvuldigheid van de kant van [naam verzoeker] . Immers, hij heeft de auto rijklaar achtergelaten, zodat [naam 1] kon instappen. Omdat hij de auto heeft achtergelaten om ruzie te gaan maken, moest hij er des te meer rekening mee houden dat zijn opponenten iets met de auto zouden gaan doen. Daaruit volgt de conclusie dat [naam 4] dekking moet bieden voor de schade die door de bij haar verzekerde auto aan [naam verzoeker] is veroorzaakt, en dat aan een beroep op Waarborgfonds niet wordt toegekomen.