Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, met producties, ontvangen op 30 juni 2021;
- de voorafgaande aan de mondelinge behandeling van 4 augustus 2021 aan de zijde van [verzoekster] overgelegde brief van 14 juli 2021;
- het bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 18 augustus 2021 aan de zijde van [verzoekster] overgelegde originele exploot van betekening van het verzoekschrift van
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van 18 augustus 2021 aan de zijde van [verzoekster] overgelegde akte wijziging (vermindering) verzoek.
18 augustus 2021 is aan de zijde van [verzoekster] een akte vermindering verzoek overgelegd.
2..De feiten
3..De verzoeken en de grondslagen daarvan
- € 834,99 netto (restant loon januari 2021) met ingang van 4 februari 2021 en
- € 799,93 netto (restant loon februari 2021) met ingang van 4 maart 2021 en
- € 1.577,43 netto (loon maart 2021) met ingang van 8 april 2021,
€ 519,44 bruto (transitievergoeding plus vakantie-uren) met ingang van 1 mei 2021, althans met ingang van de datum van indiening van dit verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 446,24, althans € 154,35 ter zake van buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 154,35 vanaf 29 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 687,09 netto (restant loon januari 2021) met ingang van 4 februari 2021 en
- € 793,98 netto (restant loon februari 2021) met ingang van 4 maart 2021 en
- € 1.571,48 netto (loon maart 2021) met ingang van 8 april 2021,
€ 154,35 ter zake van buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente
ex artikel 6:119 BW over € 582,88, althans over € 154,35 vanaf 29 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening.
4..Het verweer
5..De beoordeling
6..De beslissing
€ 3.052,55 netto (inclusief 8% vakantietoeslag) aan achterstallig loon over de periode
7 januari 2021 tot 1 april 2021, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW met een maximum van 50% en de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over:
- € 687,09 netto (restant loon januari 2021) vanaf 4 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, en
- € 793,98 netto (restant loon februari 2021) vanaf 4 maart 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, en
- € 1.571,48 netto (loon maart 2021) vanaf 8 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
ex artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 1 mei 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dat totaalbedrag vanaf veertien dagen na deze beschikking tot de dag der algehele voldoening, en tevens, indien [verweerder] niet binnen veertien dagen na de datum van de onderhavige beschikking (vrijwillig) aan deze beschikking heeft voldaan, een bedrag van € 124,00 aan nasalaris. Indien daarna betekening van deze beschikking heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening;