ECLI:NL:RBROT:2021:9610

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 augustus 2021
Publicatiedatum
5 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/622278 / JE RK 21-1950
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van minderjarigen in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 augustus 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, hierna te noemen [naam kind 1] en [naam kind 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 31 augustus 2021, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft verzocht om deze verlenging met een jaar. De ouders van de kinderen, de moeder en de vader, zijn betrokken bij de procedure. De moeder woont met de kinderen, terwijl de vader instemt met het verzoek van de GI.

Tijdens de zitting is gebleken dat de ontwikkeling van [naam kind 1] en [naam kind 2] ernstig wordt bedreigd. De ouders hebben verschillende opvoedvisies en zijn onvoldoende in staat om gezamenlijk ouderschap vorm te geven. De moeder vertoont mogelijk trauma gerelateerde problematiek, wat invloed heeft op de hechting met de kinderen. Er is tot nu toe geen passende hulpverlening opgestart, waardoor de zorgen blijven bestaan. De GI heeft een gezinsopname geadviseerd, maar de moeder staat hier niet voor open. In plaats daarvan zal er een dagbehandeling bij Yulius plaatsvinden.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de wettelijke criteria voor verlenging van de ondertoezichtstelling zijn voldaan, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] te verlengen tot 31 augustus 2022. Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is op 3 september 2021 vastgesteld. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/622278 / JE RK 21-1950
datum uitspraak: 17 augustus 2021

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, hierna te noemen de GI, gevestigd te Dordrecht,

betreffende

[naam kind 1] ,

geboren op [geboortedatum kind 1] 2010 te [geboorteplaats kind 1] , hierna te noemen [naam kind 1] ,

[naam kind 2] ,

geboren op [geboortedatum kind 2] 2013 te [geboorteplaats kind 2] , hierna te noemen [naam kind 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 16 juli 2021, ingekomen bij de griffie op 16 juli 2021.
Op 17 augustus 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam] .
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de moeder.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind 1] en [naam kind 2] wonen bij de moeder.
Bij beschikking van 21 augustus 2020 is de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verlengd tot 31 augustus 2021.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] te verlengen voor de duur van één jaar.

De standpunten

De GI heeft het verzoek gehandhaafd. In plaats van een gezinsopname, zullen de moeder en de kinderen na de herfstvakantie starten met een dagbehandeling bij Yulius. Binnen dit traject zal gewerkt worden aan de doelen en zal bekeken worden wat de mogelijkheden zijn van de moeder. Afhankelijk van de uitkomsten van de dagbehandeling moet gekeken worden of de zorgregeling al dan niet gewijzigd moet worden.
De vader heeft ingestemd met het verzoek van de GI.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind 1] en [naam kind 2] nog ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De ouders hebben een verschillende opvoedvisie en zij zijn onvoldoende in staat om het gezamenlijk ouderschap vorm te geven. Bij de moeder is mogelijk sprake van trauma gerelateerde problematiek, wat van invloed lijkt te zijn op het verloop van de hechting met de kinderen. Het is onduidelijk of de moeder voldoende in staat is om aan te sluiten bij de behoeften van [naam kind 1] en [naam kind 2]. Er heeft tot op heden geen passende hulpverlening kunnen starten, waardoor de zorgen onverminderd aanwezig zijn. De GI heeft een gezinsopname van de moeder en de kinderen bij Yulius geadviseerd, maar de moeder staat hier niet voor open. Het alternatief is een behandeltraject bij Yulius in de vorm van een gezinsdagbehandeling, waarmee de moeder en de kinderen op korte termijn zullen starten. Binnen dit traject dient er onder meer zicht te komen op de opvoedvaardigheden van de moeder en zal er aandacht zijn voor de interactie tussen de moeder en de kinderen. Een verlenging van de ondertoezichtstelling acht de kinderrechter noodzakelijk om het verloop van de hulpverlening te monitoren en om zicht te houden op de ontwikkeling en de opvoedsituatie van [naam kind 1] en [naam kind 2].
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] verlengen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissingDe kinderrechter:

verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] tot 31 augustus 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2021 door mr. T. van den Akker kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beslissing is vastgesteld op 3 september 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.