ECLI:NL:RBROT:2021:9542

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 september 2021
Publicatiedatum
4 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/616705 / JE RK 21-952 en C/10/620455 / JE RK 21-1656
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en afwijzing wijziging gecertificeerde instelling in jeugdzorgzaak

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 september 2021 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], en het verzoek tot vervanging van de gecertificeerde instelling (GI). De ouders van [naam kind] zijn betrokken in een conflict dat de ontwikkeling van het kind bedreigt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de situatie van [naam kind] te monitoren en om ervoor te zorgen dat gemaakte afspraken over hulpverlening worden nagekomen. De GI heeft verzocht om de huidige GI te vervangen door het Leger des Heils, maar de kinderrechter heeft dit verzoek afgewezen. De ouders hebben belangrijke afspraken gemaakt over de hulp voor [naam kind] en de omgang, maar de communicatie tussen hen blijft problematisch. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 23 augustus 2022 en benadrukt het belang van een neutrale derde partij om toezicht te houden op de uitvoering van de afspraken. De zelfstandige verzoeken van de vader zijn afgewezen wegens gebrek aan belang. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad en hoger beroep is mogelijk binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/616705 / JE RK 21-952 en C/10/620455 / JE RK 21-1656
Datum uitspraak: 7 september 2021

Beschikking verlenging ondertoezichtstelling en afwijzing wijziging GI

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
en

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader],
advocaat: mr. E. Keijzerwaard.
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2012 te [gebooteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],
advocaat: mr. A.R. Rens,

de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de beoogde GI,

[naam curator],

gevestigd te [plaatsnaam], hierna te noemen: bijzondere curator.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de brief met bijlagen van mr. Keijzerwaard van 12 augustus 2021;
- het e-mailbericht van de GI van 11 augustus 2021;
- de briefrapportage van de GI van 6 augustus 2021;
- de briefrapportage van de bijzondere curator van 27 juli 2021;
- het verzoek met bijlagen van de GI van 17 juni 2021 (met zaaknummer C/10/620455 / JE RK 21-1656);
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 27 mei 2021 (met zaaknummer C/10/616705 / JE RK 21-952) en de daarbij horende stukken;
Op 12 augustus 2021 heeft de kinderrechter de zaak mondeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. E. Keijzerwaard;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. A.R. Rens;
- [naam 1] en [naam 2] namens de GI;
- [naam 3] namens de beoogde GI;
- [naam curator], de bijzondere curator van [naam kind].

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 23 augustus 2016 is [naam kind] onder toezicht gesteld. De maatregel is daarna telkens verlengd. Bij beschikking van 15 september 2020 is het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van [naam kind] afgewezen.
Bij beschikking van 10 maart 2021 van het gerechtshof Den Haag is de beschikking van 15 september 2020 vernietigd en is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 23 augustus 2021.
Op de zitting van 27 mei 2021 is het verzoek tot vervanging van de GI aangehouden. Tussen partijen zijn afspraken gemaakt om de problemen onderling op te lossen. Hierbij is op verzoek van partijen [naam curator] benoemd tot bijzondere curator van [naam kind].

De verzoeken en standpunten van de GI

Het aangehouden verzoek vervanging GI (C/10/616705 / JE RK 21-952)
De GI verzoekt de kinderrechter om de huidige GI te vervangen door de gecertificeerde instelling Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.
De GI handhaaft het verzoek. Er is sprake van veel wantrouwen bij de vader tegenover de GI. Door het verzet van vader is er nauwelijks iets bereikt. De verhoudingen tussen de vader en GI zijn inmiddels zo slecht, dat de GI geen rol meer voor zichzelf ziet. Patronen dreigen zich te herhalen. Daarnaast is het alleen mogelijk om met de ouders te communiceren onder strikte voorwaarden. Het afgelopen half jaar is de communicatie tussen de ouders en de GI wel goed verlopen vanwege de strikte regels en de betrokkenheid van de advocaten.
Het verzoek verlenging ondertoezichtstelling ( C/10/620455 / JE RK 21-1656)
De GI verzoekt de verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden.
De GI handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. [naam kind] lijkt om te kunnen gaan met de spanningen tussen de ouders, maar het is van belang dat zij hulpverlening krijgt om toekomstige problematiek te voorkomen. De GI vindt alle vormen van hulpverlening waarbij [naam kind] op een neutraal terrein over haar situatie kan praten geschikt. Wanneer er wordt gekozen voor een vorm van hulpverlening, zoals de door de vader voogestelde Kindercoach, is het van belang dat er tot in detail afspraken worden gemaakt over het verloop hiervan. Daarnaast is het van belang dat er een omgangsregeling wordt vastgesteld tussen [naam kind] en haar ouders. De GI stemt grotendeels in met het rooster dat de vader heeft voorgesteld zoals dat is toegevoegd in bijlage 2 van de brief van mr. Keijzerwaard van 12 augustus 2021. De GI wenst dat Hemelvaart niet gezien wordt als feestdag of lang weekend en [naam kind] bij de ouder kan blijven waar zij al is. De GI is van mening dat deze manier het regelen van een omgangsregeling niet toekomstbestendig is, omdat elke dag moet worden uitgeschreven. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk om te monitoren of de bovenstaande afspraken van de grond komen.

Standpunt vader en aangehouden zelfstandige verzoeken

De vader verzet zich tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling. De vader stelt zich op het standpunt dat er aan de doelen van de OTS is voldaan. De vader wil deelnemen aan mediation en ziet dat er afspraken tussen de ouders tot stand zijn gekomen dankzij de mediation. De mediation tussen de ouders is gestopt, omdat de moeder angstig is. De communicatie zal niet verder verbeteren. Daarnaast is er een omgangsregeling tot stand gekomen waar beide ouders het mee eens zijn. De vader heeft deze omgangsregeling tot in detail uitgewerkt en de opmerkingen van de GI hierin verwerkt. De wijzigingen die door vader hierbij zijn aangebracht ten aanzien van de afspraken van de moeder, zien niet op een verandering van de hoeveelheid tijd die [naam kind] bij de ouders doorbrengt, maar wel op een vermindering van reisbewegingen van [naam kind]. De vader ziet de noodzaak voor hulpverlening voor [naam kind] en stemt in met een kindercoach. Schoolmaatschappelijk werk wijst hij af, omdat school een neutrale plek dient te zijn voor [naam kind].
De vader verzet zich tegen het verzoek tot wijziging van de GI. De vader is het niet eens met de Christelijke ideologie van het Leger des Heils. [naam kind] gaat bewust naar een openbare Dalton school.
Voor de zitting van 27 mei 2021 heeft de vader een aantal zelfstandige verzoeken gedaan. De vader handhaaft de verzoeken.

Het standpunt van de moeder

De moeder stemt in met de verlenging van de ondertoezichtstelling. De moeder wil mediation om over [naam kind] te kunnen praten met de vader, maar voelt zich hier niet veilig genoeg voor. De vader stuurt belastende e-mails en de mediator grijpt te weinig in als de vader de moeder belast tijdens een gesprek. De moeder heeft nog geen volgend gesprek met de mediator gepland. Het is prettig dat de omgang grotendeels is vastgelegd. De moeder wenst wel dat de omgang dichtgetimmerd is. Ook is het niet prettig dat de omgangsregeling verbonden is aan de ondertoezichtstelling. Daarnaast stemt de moeder in met hulpverlening voor [naam kind] door schoolmaatschappelijk werk, KIES-training of een kindercoach. Het is wel van belang dat een hulpverlener een gedegen opleiding heeft genoten.
De moeder verzet zich tegen het verzoek tot wijziging van de GI. Het is niet in het belang van [naam kind] dat er een nieuwe jeugdbeschermer komt.

Het standpunt van de bijzondere curator

De bijzondere curator ziet dat [naam kind] last heeft van de spanningen tussen haar ouders en dat zij er behoefte aan heeft dat de ouders elkaar kunnen begroeten. [naam kind] kan met haar vriendinnen praten over haar thuissituatie, maar het is goed als zij ook op een meer professionele manier kan praten zoals met een kindercoach. [naam kind] legt de lat voor haar ouders heel laag, namelijk het gewoon kunnen begroeten van elkaar. Het moet gelet op het opleidingsniveau van ouders toch lukken om deze lat te halen. Het verlengen van de ondertoezichtstelling is gunstig om de situatie rondom [naam kind] en het opstarten van de afgesproken hulp te monitoren.
Het standpunt van de beoogde GI
De beoogde GI het Leger des Heils heeft tijdens de mondelinge behandeling zich bereid verklaard de uitvoering van de ondertoezichtstelling over te nemen.

De beoordeling

Verlenging van de ondertoezichtstelling (C/10/620455 / JE RK 21-1656)
[naam kind] wordt nog altijd ernstig bedreigd door de hevige strijd tussen de ouders. [naam kind] ervaart loyaliteitsproblematiek en wordt hierdoor in haar sociaal-emotionele ontwikkeling bedreigd. [naam kind] wenst dat haar ouders gewoon ‘Hoi’ tegen elkaar kunnen zeggen, maar ouders lukt het niet altijd om deze lage lat te halen. Ook zou het fijn zijn voor [naam kind] als zij iemand heeft waarmee zij kan praten over de scheiding van haar ouders. Zij geeft aan dat ze al vier jaar slecht slaapt. Ook zegt zij dat het goed met haar gaat, zolang ze niet denkt aan of praat over de ruzie tussen haar ouders.
De ouders zijn volgens afspraak aan een mediation-traject begonnen, maar dit is gestopt omdat moeder zich niet veilig voelt. Wel zijn er definitieve afspraken gemaakt over de hulp voor [naam kind], dit is eerder nog niet gelukt. [naam kind] zal met een kindercoach gaan praten over haar gevoelens. Ook is de omgangregeling verduidelijkt. Bij alle partijen is de verwachting dat dit zal leiden tot minder strijd. De strijd heeft echter zo lang geduurd dat met deze afspraken op dit moment de hiervoor geschetste bedreigde ontwikkeling van [naam kind] niet is weggenomen. Deze afspraken moeten nu eerst worden uitgevoerd. De kinderrechter acht het van belang dat een neutrale derde in de gaten houdt of partijen hun afspraken nakomen en aanspreekpunt is bij vragen of onduidelijkheid. Ouders hebben de afgelopen twee zittingen aangetoond niet zelfstandig in staat te zijn om samen problemen rondom [naam kind] op te lossen. Gelet op de complexiteit van de problematiek is de kinderrechter van oordeel dat het verzoek dient te worden toegewezen voor de volledige duur.
Vervanging van de GI (C/10/616705 / JE RK 21-952)
Gelet op het bepaalde in artikel 1:259 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kinderrechter de gecertificeerde instelling die belast is met de ondertoezichtstelling over de minderjarige, vervangen door een andere gecertificeerde instelling op verzoek van de gecertificeerde instelling die het toezicht heeft, de raad voor de kinderbescherming, een met het gezag belaste ouder of de minderjarige van twaalf jaar of ouder. Hiervan kan gebruik gemaakt worden als de verhoudingen tussen de GI en de ouders dermate slecht zijn – denk bijvoorbeeld aan regelmatige conflicten tussen de jeugdbeschermer en ouders of een chronisch verzet tegen schriftelijke aanwijzingen – dat het belang van het kind vereist dat een andere GI met het toezicht wordt belast.
Gelet op de ernstig verzuurde verhoudingen tussen de vader en de GI is voldaan aan de hiervoor genoemde wettelijke criteria. Echter, tussen partijen zijn nu belangrijke afspraken gemaakt over de hulp voor [naam kind] en de omgang. Deze afspraken zijn na veel extra inspanning tot stand gekomen. Het is de verwachting dat dit voor rust zal zorgen. Ook moet worden toegezien of deze afspraken worden nagekomen. Het is belangrijk dat dit wordt gedaan door de GI die [naam kind] kent en - belangrijker nog - ook de context van de zaak en gemaakte afspraken kent. Door de huidige GI te vervangen voor de beoogde GI bestaat de vrees dat de gemaakte afspraken geen stand houden en dit is niet in belang van [naam kind]. De kinderrechter zal daarom het verzoek tot vervanging van de GI afwijzen.
Zelfstandige afspraken
De ouders en de GI zijn het eens dat een kindercoach de best passende vorm van hulpverlening is voor [naam kind], zodat zij iemand heeft met wie zij kan praten. De moeder zal binnen een redelijke termijn een kindercoach voor [naam kind] zoeken. De ouders hebben afgesproken ieder de helft van de kosten te dragen en geen contact met de kindercoach te zoeken. De duur en frequentie van de gesprekken met [naam kind] zal door de kindercoach worden bepaald.
De ouders en de GI hebben zelfstandig afspraken gemaakt over de omgangsregeling. Dit is een nadere uitwerking van de eerder bij beschikking van 17 april 2019 vastgelegde afspraken rondom de verzorging en opvoeding van [naam kind]. Partijen zijn het niet over alle punten eens geworden en hebben de kinderrechter gevraagd hierover een oordeel te geven.
De kinderrechter stelt de volgende regeling vast ten aanzien van de verzorging- en opvoeding, die het huidige schooljaar ingaat:
- De weekendregeling zal worden gehandhaafd, op die wijze dat [naam kind] achtereenvolgend een weekend bij de moeder is, twee weekenden bij de vader is en een weekend bij de moeder is;
- De tweede Paasdag, tweede Pinksterdag, Hemelvaart en studiedag worden gekoppeld aan het weekend van de ouder waar [naam kind] gaat verblijven of op dat moment verblijft, valt een studiedag of feestdag op een vrijdag, dan gaat [naam kind] op donderdag na school naar de vader of moeder. De kinderrechter ziet geen meerwaarde in het voorstel van de GI om Hemelvaart van deze regeling uit te zonderen.
- Ten aanzien van de vakanties geldt dat dit gelijk is aan het door de vader opgestelde schema, dat als bijlage 3 van de brief 12 augustus van mr. Keijzerwaard is bijgevoegd. Dit schema is afgezien van een aantal kleine aanpassingen, gelijk aan het voorstel van de GI. In dit schema wordt beter aansluiting gezocht bij het ritme van de weekendregeling, waardoor [naam kind] minder hoeft te reizen. Ook zorgt dit schema voor een betere verdeling van de vrije dagen. Dit betekent concreet:
  • Herfstvakantie 2021: [naam kind] is bij de moeder, en gaat op vrijdag 22 oktober 2021 om 13:00 uur naar de vader in verband met de weekendregeling;
  • Kerstvakantie 2021: [naam kind] is de eerste week bij de moeder en gaat op 1 januari 2022 om 18:00 uur naar vader voor de tweede vakantieweek;.
  • Voorjaarsvakantie 2022: [naam kind] is bij de vader;
  • Meivakantie 2022: [naam kind] is de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader. Het wisselmoment is op zaterdag om 18.00 uur. [naam kind] is aan het einde van de vakantie op zondag om 18:00 terug bij de moeder;
  • Zomervakantie 2022: Het weekritme van 1-2-2-1 wordt gevolgd, waarbij de weekendregeling wordt losgelaten. [naam kind] gaat uit school naar de vader en het wisselmoment is telkens op zaterdag om 18:00 uur. [naam kind] is hierdoor de laatste week van de vakantie bij de moeder, zodat [naam kind] zich kan voorbereiden op school;
  • Herfstvakantie 2022: [naam kind] is bij de vader;
  • Kerstvakantie 2022: [naam kind] is de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder. [naam kind] gaat uit school naar de vader toe. Het wisselmoment is op zaterdag om 18:00 uur;
  • Voorjaarsvakantie 2023: [naam kind] is na het weekend bij vader vanaf zondag 26 februari 2023 om 18:00 uur bij de moeder;
  • Meivakantie 2023: [naam kind] is vrijdag uit school bij de vader tot het volgende weekend op zaterdag 18:00 uur. [naam kind] is de tweede week van de vakantie bij de moeder;
  • Zomervakantie 2023: [naam kind] is de eerste week bij moeder, tot zaterdag 18:00 uur, daarna 2 weken bij de vader, daarna 2 weken bij de moeder en tot slot 1 week bij de vader, tot zondag 12:00 uur.
  • De vakanties spiegelen zich verder aan de vakanties van het jaar ervoor;
  • Wanneer er sprake is van een onverwachte vakantie, zal deze vakantie van vijf dagen worden gesplitst waarbij het wisselmoment op woensdag 12:00 uur zal zijn.
  • [naam kind] wordt opgehaald door de ouder waar zij naartoe gaat;
  • De ouders hebben geen overeenstemming bereikt over hoe te handelen bij ziekte. Een
eerdere mogelijke coronabesmetting van [naam kind] (een snotneus) aan het begin van 2021 zorgt voor wantrouwen. [naam kind] is toen op doktersadvies door de moeder thuisgehouden terwijl zij volgens de omgangsregeling naar de vader had moeten gaan. Gelet op de ontwikkelingen rondom de kennis over het corona-virus, is de kinderrechter van oordeel dat als er sprake is van een mogelijke coronabesmetting, de omgang met de andere ouder nog steeds kan plaatsvinden. Het recht op
family lifeweegt zwaar en kan niet zomaar beperkt worden. Het risico op besmetting met het coronavirus of een mogelijke quarantaineplicht voor een van de ouders is een keuze van de ouder die op dat moment omgang mag hebben. Wanneer er sprake is van een andersoortige ziekte, legt de kinderrechter de verantwoordelijkheid bij de ouders om in het belang van [naam kind] te handelen.
Zelfstandige verzoeken van de vader
De vader heeft voorafgaand aan de zitting van 27 mei 2021 - kort gezegd - verzocht om een onafhankelijk psychologisch onderzoek naar [naam kind] te gelasten, partijen op te dragen naar een mediator te gaan, een beslissing te nemen over de openstaande geschilpunten over de omgang en de GI te veroordelen in de proceskosten. De eerste drie verzoeken van de vader zullen worden afgewezen wegens een gebrek aan belang. Partijen hebben overeenstemming bereikt over hulp voor [naam kind], zijn naar een mediator gegaan (maar dit is mislukt) en over de geschilpunten in de omgang is beslist. De kinderrechter ziet geen aanleiding de GI te veroordelen in de proceskosten.

De beslissing:

De kinderrechter:
Ten aanzien van het verzoek met zaaknummer C/10/620455 / JE RK 21-1656
verlengt de ondertoezichtstelling voor tot 23 augustus 2022;
verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
Ten aanzien van het aangehouden verzoek met zaaknummer C/10/616705 / JE RK 21-952
wijst het verzoek tot vervanging van de GI af;
Ten aanzien van de zelfstandige verzoeken van de vader
wijst de zelfstandige verzoeken af;
wijst af het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. de Leeuw, als griffier en schriftelijk uitgesproken op 23 augustus 2021. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 september 2021.
Ten aanzien van het verzoek met zaaknummer C/10/620455 / JE RK 21-1656 geldt:
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.
Ten aanzien van het aangehouden verzoek met zaaknummer C/10/616705 / JE RK 21-952 geldt dat hoger beroep op basis van artikel 807, eerste lid van het Wetboek van Rechtsvordering niet mogelijk is.