In deze zaak heeft de kinderrechter op 12 augustus 2021 een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond gemachtigd om [naam kind] uit huis te plaatsen in een crisispleeggezin. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en vader van [naam kind] aanwezig waren, bijgestaan door hun advocaten, mr. F. Pool en mr. H. Nobel. De kinderrechter heeft de moeder als belanghebbende en de vader als informant aangemerkt. De kinderrechter heeft bijzondere toegang verleend aan de zus van de moeder.
De procedure is gestart met een mondeling verzoek van de GI op 9 augustus 2021, waarin werd verzocht om met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen. De kinderrechter heeft de zorgen over de onrust in het netwerk van [naam kind] erkend, maar oordeelde dat er op dat moment geen acute onveiligheid was bij de oma moederszijde, waar [naam kind] verblijft. De kinderrechter heeft het verzoek van de GI om met spoed te beslissen op het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing in een crisispleeggezin afgewezen, maar het verzoek voor het overige aangehouden.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de situatie rondom [naam kind] zorgwekkend is, met spanningen en conflicten tussen de ouders en grootouders. De kinderrechter heeft besloten dat [naam kind] voorlopig bij de oma moederszijde kan blijven totdat er meer duidelijkheid is over een passende plek in de toekomst. De GI is verzocht om voor de volgende zitting te rapporteren over de uitkomsten van de pleegzorgscreening van de oma moederszijde en de noodzaak tot uithuisplaatsing in een pleeggezin. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2021.