Naar het oordeel van de rechtbank blijkt in voldoende mate uit het rapport van bevindingen wat eiser wordt verweten: hij heeft een rund naar het slachthuis vervoerd dat, gelet op de geconstateerde ontsteking aan de rechterachterklauw, niet geschikt was om te worden vervoerd. In het rapport is voldoende gemotiveerd dat dit letsel al voorafgaande aan het transport aanwezig was en waarom het dier niet geschikt was voor transport. Het rund was volgens de toezichthoudende dierenarts niet in staat zich op eigen kracht pijnloos te bewegen of zonder hulp te lopen en het transport heeft volgens de toezichthouder onnodig pijn en lijden met zich meegebracht.
Uit de door eiser ingebrachte verklaring van dierenarts [naam 2] van 7 augustus 2019 blijkt niet dat is uitgesloten dat het rund ook met het gelijmde blokje tijdens het transport vermijdbaar pijn en lijden ondervindt. De dierenarts stelt dat wanneer er een onverwachtse beweging wordt gemaakt waarbij de zere klauw plots wel wordt belast, de koe dat als zeer pijnlijk kan ervaren en daarbij een grotere pijnuiting kan vertonen. De toezichthoudende dierenarts heeft op deze verklaring gereageerd bij bericht van 7 oktober 2019. Het lijmen van een blokje onder één van de klauwen kan volgens de toezichthoudende dierenarts soelaas bieden in de mate van pijnlijkheid en kreupelheid van een asymmetrische klauwontsteking, maar dit heeft in dit geval niet geleid tot aanvaardbare kreupelheid die transportwaardig vervoer mogelijk maakte. Hij bevestigt verder dat de kreupelheid van het dier kan wisselen, hetzij door onverwachte bewegingen (bijvoorbeeld tijdens transport), hetzij door stoten tegen randen of andere kleine obstakels in stal of in de wagen op weg naar het slachthuis. Dat betekent dat het transport extra lijden heeft kunnen betekenen voor deze koe.
Eiser had volgens verweerder behoren te weten dat het gelijmde blokje onvoldoende zekerheid zou bieden om vermijdbaar pijn en lijden te voorkomen.
Wat betreft de ouderdom van de aandoening van het rund heeft de toezichthoudende dierenarts tijdens de inspectie aan de hand van post-mortem onderzoek geconstateerd dat de klauw aan de buitenkant dik en rood was en dat er zeer sterk ruikend bruin-rood ontstekingsvocht uit de snede van het achterbal-klauwgebied kwam. Hieruit heeft verweerder kunnen afleiden dat deze ontsteking al voor het transport was ontstaan, wat eiser ook niet heeft betwist. Eisers stelling dat hij de ontsteking en het blokje onder de achterpoot van het rund niet kon zien en hem aldus geen verwijt treft, mede omdat het op dat moment donker was en de veehouder de ontsteking niet heeft gemeld op het VKI-formulier, volgt de rechtbank niet. Uit de verklaring van [naam 2] blijkt dat, hoewel er volgens haar wel een verschil in pijnperceptie voor het dier kan zijn, soortgelijke ontstekingen altijd zichtbaar zijn voor het laden. Uit het rapport van bevindingen blijkt dat ook bij schaars licht te zien was dat de klauw aan de buitenkant dik en vol was, hetgeen zichtbaar moet zijn geweest voor eiser bij het laden van het dier. Voorts beschrijft [naam 2] in haar verklaring dat een koe met een ontstoken klauw/balgebied met een blokje zich soms prima kan redden en een lichte kreupelheid, oftewel onregelmatigheid laat zien, aangezien de zere klauw op dat moment niet belast wordt. De chauffeur heeft volgens de verklaring van [naam 2] geen pijnlijke signalen bij het dier waargenomen bij het laden, maar wel een lichte kreupelheid. Eiser had ook aan die lichte kreupelheid kunnen zien dat er iets mis was met het dier en nader onderzoek moeten doen alvorens het dier te vervoeren. Naar het oordeel van de rechtbank staat daarom in voldoende mate vast dat eiser voorafgaande aan het transport had kunnen en moeten waarnemen dat het dier problemen had en niet transportwaardig was. Dat eiser niets kan worden verweten volgt de rechtbank dan ook niet.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder - gelet op het rapport van bevindingen van 18 januari 2019 en de aanvullende reactie van de toezichthoudende dierenarts van
7 oktober 2019 - terecht geconcludeerd dat eiser een overtreding heeft begaan door een dier te vervoeren dat niet geschikt was voor transport.