4.1Daartoe heeft [verweerder] – zakelijk en verkort weergegeven – het volgende aangevoerd.
4.1.1Er is geen sprake van seksueel overschrijdend gedrag of ongewenste aanrakingen. [verweerder] vraagt altijd via zijn bootsman of stuurman aan mannelijke collega’s of zij hem tegen betaling willen masseren. Dat doet [verweerder] al jaren en niemand heeft hiertegen ooit bezwaar gemaakt of daarover geklaagd. Sinds juni 2019 werken er geen vrouwen meer aan boord van het schip van [verweerder]. Ook de vrouwelijke collega die nu op het hoofdkantoor werkt, is hiervan op de hoogte. Met haar heeft [verweerder] in 2019 nog gevaren en ook zij heeft nooit bezwaar gemaakt. Van seksueel gedrag van [verweerder] richting een van de bemanningsleden is absoluut geen sprake. Als er geen bezwaar is, laat [verweerder] zich ook incidenteel naakt masseren. Dat doet [verweerder] al jaren, ook bij zijn vorige werkgever. Het is voor hem een vorm van ontspanning. Er is geen sprake van enige druk. [verweerder] is zich altijd bewust geweest van zijn positie als kapitein en daarom heeft hij altijd via zijn bootsman of stuurman bij de bemanning laten navragen of een van hen bereid is hem tegen betaling te masseren. [verweerder] is zich nooit van enig kwaad bewust geweest en acht deze gedragingen daarom ook niet verwijtbaar.
4.1.2Voor wat betreft het naakt recreëren heeft [verweerder] ook altijd geprobeerd om dat op een vertrouwde en vellige manier te doen. Het naakt recreëren wordt door [verweerder] als rustgevend en stress verlagend ervaren. Alle bemanningsleden zijn hiervan op de hoogte. Hij ligt meestal op het hoogste punt van het schip, het schavotje. Hij heeft niemand in gevaar gebracht. In het kader van deze zaak wordt alles breed uitgemeten, terwijl dit allemaal zaken zijn die al jaren spelen en nog nooit hier een probleem van gemaakt, aldus nog steeds [verweerder].
4.1.3[verweerder] kan begrijpen dat de tijden zijn veranderd en dat [verzoekster] liever niet heeft dat dit soort gebeurtenissen aan boord plaatsvinden. Hij heeft in diverse e-mails dan ook te kennen gegeven dat hij zal stoppen met de activiteiten en hij heeft zijn excuses aangeboden.
4.1.4Van een verstoorde arbeidsverhouding is naar de mening van [verweerder] evenmin sprake. De arbeidsrelatie is misschien wel iets verstoord geraakt na het gesprek van 3 december 2020, maar is zeker niet ernstig verstoord. [verzoekster] heeft bovendien niets gedaan om deze verstoring op te lossen. [verweerder] heeft direct zijn excuses aangeboden en meerdere malen te kennen gegeven dat hij het naakt recreëren en masseren zal staken. [verweerder] acht zeker nog een vruchtbare samenwerking met [verzoekster] in de toekomst mogelijk, tot zijn pensioen.
4.1.5[verweerder] staat onder collega’s bekend als een kapitein die zorgt voor een goede sfeer aan boord en voor een goede verstandhouding tussen alle werknemers. [verweerder] heeft altijd goed gefunctioneerd, hij heeft bijna ieder jaar een bonus ontvangen. Medio 2020 ontstond er wat onenigheid over het afschrijven van verlofdagen vanwege corona. Eind 2020 werd hij opgeroepen voor een gesprek en [verweerder] dacht dat dit gesprek zou gaan over de verlofdagen. [verweerder] werd echter overvallen door plotselinge verwijten. Van het gesprek van 3 december 2020 is een eenzijdig gespreksverslag opgemaakt. [verweerder] heeft het verslag niet ondertekend, omdat hij niet akkoord was met de inhoud van het verslag.
4.1.6Nadat [verweerder] door [verzoekster] op 3 december 2020 was aangesproken op zijn gedrag heeft hij direct bij brief van 22 december 2020 laten weten dat hij zijn gedrag zal veranderen. Zowel het zonnen en laten masseren zal hij staken. Ook tijdens het gesprek van 14 januari 2021 heeft [verweerder] herhaald dat hij beide gedragingen zal staken. Het gesprek verliep echter zeer vijandig en er werd meerdere malen aangestuurd op het einde van het dienstverband. Uit de e-mail van 21 januari 2021 van [verzoekster] blijkt dat de werkgever de excuses en de belofte van [verweerder] niet accepteert.
4.1.7[verzoekster] heeft nooit het probleem goed willen oplossen door bijvoorbeeld een mediator in te schakelen. Zij had ook veel minder ingrijpende maatregelen kunnen nemen dan over te gaan tot indiening van een ontbindingsverzoek. [verzoekster] had [verweerder] een kans moeten geven om zijn gedrag aan te passen. Desnoods door hem op een ander schip over te plaatsen, zeker gelet op het feit dat [verweerder] al 10 jaar lang een zeer goede staat van dienst heeft als kapitein.
4.1.8Ontbinding op grond van de cumulatiegrond is door [verzoekster] ook onvoldoende onderbouwd. De ontbinding dient te worden afgewezen.
4.1.9Indien er wel een grond zou zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, verzoekt [verweerder] om [verzoekster] te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding ten bedrage van € 28.913,89 bruto. Bij ontbinding op de i-grond maakt [verweerder] aanspraak op de aanvullende vergoeding.
4.1.10Ook maakt [verweerder] aanspraak op een billijke vergoeding ten bedrage van € 402.591,26 bruto. Het optreden van [verzoekster] kan volgens [verweerder] niet anders worden gezien dan ernstig verwijtbaar handelen, dat niet strookt met goed werkgeverschap.
4.1.11[verweerder] betwist voorts dat het verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden geen verband houdt met een opzegverbod. Hij heeft zich op 4 februari 2021 officieel ziekgemeld, maar hij was voor deze datum ook al ziek. In januari 2021 ontwikkelde [verweerder] al gezondheidsklachten door de handelwijze van [verzoekster]. Dit was ruim voor ondertekening van de vaststellingsovereenkomst en het indienen van het ontbindingsverzoek. Het ontbindingsverzoek is ingediend op 31 mei 2021, derhalve tijdens het opzegverbod.
4.1.12In het kader van de re-integratie is [verweerder] gestart met het traject bij HSK. De kosten bedragen € 1.388,00 netto. Aangezien dit kosten zijn die nodig zijn in het kader van de re-integratie van [verweerder], dient [verzoekster] deze kosten te vergoeden.
4.1.13Indien de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoekt [verweerder] uitbetaling van de 135 opgebouwde, doch niet genoten verlofdagen, zoals vermeld en erkend op de loonstrook over juli 2021.
4.1.14Op het verdere verweer van [verweerder] wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.