18.2De rechtbank overweegt dat uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat er geen overlastmeldingen ten aanzien van de woning zijn geweest in verband met het dealen van verdovende middelen. Ook is niet gebleken dat de woning in een veiligheidsrisicogebied ligt. Verder zijn er in de woning of in de schuur naast het verpakkingsmateriaal weinig drugsgerelateerde zaken aangetroffen, zoals bijvoorbeeld weegschaaltjes, een geldtelmachine of wapens. Verweerder geeft aan dat er wel veel ponypacks zijn gevonden, maar de rechtbank leidt uit de bestuurlijke rapportage af dat het daarbij gaat om de 49 met cocaïne gevulde ponypacks. Er blijkt niet (uit de rapportage) dat er lege ponypacks of ander verpakkingsmateriaal in de woning of de schuur zijn aangetroffen. Verweerder heeft niet gemotiveerd waarom het enkele aantreffen van de met cocaïne gevulde ponypacks maakt dat er een noodzaak bestaat om de woning te sluiten, als de hoeveelheid cocaïne (20,8 gram) op zichzelf niet voldoende is om de sluiting te rechtvaardigen en er verder geen sprake was van ‘loop’ naar de woning. Dat in de slaapkamer van de zoon een groot geldbedrag aangetroffen, waarvan de herkomst verder niet duidelijk is, in combinatie met de hoeveelheid cocaïne, is nog niet voldoende om de sluiting van de woning noodzakelijk te achten.
19. Daarbij komt dat uit het dossier naar voren komt dat de zoon van eisers op enig moment voor de hoorzitting in bezwaar naar Turkije is vertrokken en daar nog steeds verblijft. Dit vertrek kan naar het oordeel van de rechtbank van belang zijn bij de vraag of er een noodzaak bestond om de woning te sluiten. Verweerder heeft dit echter niet meegewogen. Verder is er tussen het aantreffen van de harddrugs en de sluiting een periode van bijna vier maanden verstreken. Een dergelijke periode wordt volgens vaste rechtspraak niet als onredelijk lang aangemerkt, gelet op de zorgvuldigheid die verweerder bij het nemen van een besluit tot sluiting van de woning in acht moet nemen. Dat neemt echter niet weg dat dit bij de beoordeling van de vraag of de sluiting van de woning (nog) noodzakelijk is, wel meegewogen moet worden, zeker wanneer, zoals in dit geval, onweersproken vaststaat dat er sinds het aantreffen van de harddrugs geen incidenten meer hebben plaatsgevonden en de zoon inmiddels naar Turkije is vertrokken. De enkele overweging van verweerder dat het tijdsverloop niet betekent dat het niet noodzakelijk meer is om de woning te sluiten, is, gelet op alle omstandigheden, dan onvoldoende.
20. Gelet op wat hiervoor is overwogen, plaatst de rechtbank vraagtekens bij de noodzaak van de sluiting. Verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom sluiting van de woning noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat rondom de woning en het herstel van de openbare orde.
Evenredigheid en verwijtbaarheid
21. Als sluiting van de woning al noodzakelijk wordt geacht, neemt dit niet weg dat de sluiting ook evenredig moet zijn. Daarbij kan ook aan de orde komen de vraag of eisers een verwijt van de overtreding kan worden gemaakt.