Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1],
[naam gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 14 april 2021 met producties 1 tot en met 17;
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 2 juli 2021 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 juli 2021;
- de reacties van partijen op het buiten hun aanwezigheid opgemaakte proces-verbaal van de mondelinge behandeling bij e-mailbericht van 16 augustus 2021 van [naam gedaagde 1] en [naam gedaagde 2] en bij brief van 17 augustus 2021 van [naam eiser].
2..De feiten
dagvaarding prod. 8,hierna: de conceptovereenkomst). Voor zover van belang bevatten de eerste en de tweede/aangepaste conceptkoopovereenkomst de volgende bepalingen:
Artikel 4: Juridische overdracht
3..Het geschil
4..De beoordeling
subject to signatureclausule” en bepaalt dat er geen verplichtingen jegens elkaar bestaan tot het moment van ondertekening van de overeenkomst door beide partijen.
subject to signatureclausule waarin een concrete ingangsdatum van de overeenkomst was opgenomen en ging het om de vraag of en op welk moment een partij de overeenkomst rechtsgeldig had ondertekend. Van een dergelijke situatie is in het onderhavige geval geen sprake. Ook anderszins valt de door [naam eiser] gegeven uitleg niet af te leiden uit het arrest. Volgens het Hof strekt een
subject to signatureclausule immers tot het niet doen ingaan van rechtsgevolgen voordat volledige wilsovereenstemming bestaat en waarbij de overeenkomst gereed is om te tekenen. Dit rijmt niet met de door [naam eiser] gegeven uitleg dat het doel van een
subject to signatureclausule is bereikt indien er volledige mondelinge wilsovereenstemming bestaat op hoofdlijnen.
1.442,00(2,0 punten × tarief € 721,00)
.