Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaar;
- tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf in de zaak met parketnummer 10/076239-19;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde] en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
overtreding van artikel 163, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, meermalen gepleegd;
overtreding van artikel 163, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
poging tot zware mishandeling,
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
diefstal door twee of meer verenigde personen, in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen en maatregel
8..Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.. Bijlagen
12..Beslissing
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
4 (vier) maanden;
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
5 (vijf) jaren;
€500,00 (vijfhonderd euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde] te betalen
€500,00 (vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 (tien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
taakstrafop voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan, met bevel dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 1 (één) maand.